ZO's week 3 Flashcards
Wat voegen ze toe aan het kweekmedium om de cellen tot deling aan te zetten? Hoeveel effect heeft het?
Phytohaemagglutinine wordt toegevoegd, dat ca. 70% van de lymfocyten tot deling aanzet.
In welke fase van de celdeling wordt de celdeling door colchicine geremd?
In de prometafase
Wat zie je op je objectglaasje bij karyotypering?
Het plasmamembraan breekt open, hierdoor zie je losse kernen (interfase-cellen) en chromosomen (mitosen) uitgespreid op het glas.
Welke kleuring zorgt voor G-bandering?
Trypsine/Giesma
Wat is het werkingsmechanisme van colchicine? Waarom worden cellen door colchicine juist in de prometafase geblokkeerd?
Remming aanmaak van microtubuli. Doordat tubuline niet meer in microtubuli ingebouwd kan worden, vormt zich geen spoelfiguur. De chromosomen condenseren wel en zijn dus zichtbaar met behulp van de lichtmicroscoop.
Hoe kun je een deletie aantonen met FISH?
Maak een fluorescerende probe die specifiek is voor het gebied dat binnen de deletie valt. Je zult bijvoorbeeld met interfase FISH maar één stipje per cel zien in plaats van twee. Nadeel is, dat je de deletie al moet kennen voor je hem kan aantonen.
Wat houdt chromosoom painting in?
In plaats van een enkele probe kan men ook een mengsel gebruiken van een groot aantal probes die specifiek zijn voor eenzelfde chromosoom of chromosoom-regio. Op die manier is het mogelijk om totale chromosomen of chromosoom-delen met behulp van FISH te laten oplichten. De techniek wordt dan ook chromosome painting genoemd.
Wat ontstaat er tijdelijk als de dicentrische chromosomen tijdens de anafase verkeerd uit elkaar worden getrokken?
Een anafase brug.
Hoe ontstaan acentrische chromosomen?
Een rearrangering die een dicentrisch chromosoom produceert, geeft ook altijd een acentrisch fragment. Maar acentrische fragmenten kunnen ook op andere wijze ontstaan, bijvoorbeeld een gewone chromosoombreuk die niet wordt gerepareerd.
Welke factoren bepalen het verschil tussen stabiele en instabiele chromosomale afwijkingen? Geef van elk type twee voorbeelden
Zoals het woord zegt: een instabiele afwijking blijft niet bestaan. Je ziet hem alleen maar in de eerstvolgende (pro)metafase, nadat de schade is opgetreden. De reden voor die instabiliteit kan verschillen.
- Ten eerste een probleem tijdens de anafase of later: een dicentrisch chromosoom vormt vroeg of laat een brug; met de ringchromosomen gaat het zeker mis.
- Ten tweede kan de afwijking zo ernstig zijn, dat de cel er spoedig aan sterft, doordat er na de deling essentieel materiaal verloren is gegaan, zoals bij de deletie.
- Ten derde: ook acentrische fragmenten zijn niet stabiel: ze worden immers willekeurig over de dochtercellen verdeeld.
Voorbeelden van stabiele afwijkingen zijn trisomie, deletie van een chromosoomarm en gebalanceerde translocaties.
Op welke manieren kunnen dicentrische chromosomen ontstaan?
- 1 = Straling en daaraan verwante cytostatica;
- 2 = Telomeer-erosie.
Hoe werkt telomerase?
Het is een zogenoemd ‘reverse transcriptase’ : dwz het kan DNA maken met een RNA-molecuul als template-voorbeeld. In het enzym telomerase bevindt zich al een kant-en-klaar RNA-kopietje van een TTAGGG-sequentie ; het enzym kan zodoende zelf repeat-eenheden aanmaken en aan het uiteinde toevoegen.
Hoe komt het, dat een ‘gap’ tussen twee Okazaki-fragmenten wèl opgevuld kan worden, maar de gap aan het uiteinde niet?
Een gap tussen twee Okazaki-fragmenten kun je simpelweg opvullen door het 3’ uiteinde van het ernaast liggende fragment te verlengen, mbv de standaard DNA polymerase. Daar, waar het allerlaatste Okazaki-fragment een 5’uiteinde heeft, gaat dit niet.
In de literatuur wordt het enzym telomerase een ‘ribonucleoproteine’ genoemd. Verklaar die naam.
Het enzym telomerase bevat een stukje RNA dwz een ribonucleotide. Net zoals je een suikerbevattend eiwit een glycoproteine noemt, en een vetbevattend eiwit een lipoproteine, zo noem je telomerase een ribonucleoproteine.
Er zijn twee verschillende genen nodig voor het maken van een actief telomerase-enzym. Waarvoor coderen deze twee genen?
Het ene gen codeert voor de eiwit-component. Dat gen heet TERT (TElomerase Reverse Transcriptase) en ligt bij de mens op chromosoom 5p. Het andere gen codeert voor het RNA-template gedeelte. Het heet TR (Telomerase RNA-component) en ligt op chromosoom 3q.
Welke cellen hebben telomerase?
De cellen in de kiembaan (spermatogenese en oogenese). Ook de stamcellen van weefsels in het lichaam.
Wat is de functie van de herhaalde TTAGGG sequentie?
Het werkt als een buffer tegen beperkt verlies, maar dat zou ook met een willekeurig stuk niet-coderend DNA te realiseren zijn. Belangrijker is, dat er zo een mogelijkheid wordt geschapen om met een kant-en-klaar stukje template de telomeren op lengte te brengen of te houden.
Wat is de functie van de T-loop?
De T-loop kan bijdragen aan het verbergen van het open uiteinde voor verschillende enzymen, die iets met open uiteinden ‘doen’, zoals exonucleasen of breukherstel-enzymen.
Wat is de functie van de telomeer specifieke eiwitten?
Het maken en stabiliseren van de telomeer structuur; het aantrekken en regelen van het enzym telomerase.
Welke twee chromosoomafwijkingen kunnen ontstaan in cellen waarin de telomeren niet meer functioneren? Welke van deze twee afwijkingen kan zonder problemen aan de dochtercellen worden doorgegeven?
Zodra de uiteinden niet meer afdoende beschermd worden, vallen ze ten prooi aan de efficiënte breuk-herstel-enzymen van het NHEJ proces. Het resultaat is zg ‘telomeer-fusie’ en wordt zichtbaar als een dicentrisch chromosoom of een ring-chromosoom. Alleen het ringchromosoom. Het dicentrische chromosoom kan anafasebruggen veroorzaken.
Welke factoren maken telomerase-remmers een aantrekkelijke mogelijkheid voor tumor-therapie?
- 1e het grote werkingsbereik: 85% van alle tumoren zouden ervoor gevoelig moeten zijn.
- 2e de relatieve specificiteit: terwijl een cytostaticum alle delende cellen doodt, heeft telomerase-remming alleen een effect op kiembaancellen en stamcellen.
Als er negatieve gevolgen optreden voor fertiliteit, zou deze dan meer te verwachten zijn bij mannen of bij vrouwen?
Omdat de zaadproductie een celvernieuwingssysteem is zal vooral de man van infertiliteit last kunnen krijgen. Omdat bij de vrouw de eicellen al vanaf de vroege ontwikkeling zijn ‘klaargelegd’ zijn er bij haar waarschijnlijk minder langtermijn-problemen met vruchtbaarheid te verwachten. Verder is een telomerase-remmer schadelijk in de embryonale ontwikkeling. Dit geldt vergelijkbaar voor cytostatica.