VO's week 4 Flashcards
Wat is RNA-polymerase II?
RNA polymerase II is het enzym dat de transcriptie van eiwit-coderende genen uitvoert. Het is afhankelijk van hulp-eiwitten, transcriptie-factoren.
Hoe werken algemene transcriptiefactoren van het RNA polymerase II?
Ze binden eerst aan de promoter, waarna het RNA polymerase II bindt.
Op welke plek in het DNA kunnen we de promotor van een gen vinden?
Direct voor het punt waar de transcriptie van het gen begint. Promotor heeft een vaste positie, upstream van de transcriptie. Hieraan binden algemene transcriptiefactoren.
Waaruit bestaat een enhancer element?
een basevolgorde in het DNA, aan de enhancer binden specifieke factoren. Bepalen de hoeveelheid van expressie, waar en wanneer
Op welke plek in het DNA kunnen we de enhancer van een gen vinden?
Kan voor of achter de promotor zijn, het is altijd op hetzelfde chromosoom. De plek van de enhancer kan variëren. Ze loopen naar de promotor als ze ver weg zijn, als de enhancer dichtbij zit is het niet nodig.
Ergens in een gen is een mutatie opgetreden waardoor het mRNA langer dan normaal is geworden maar het eiwit korter dan normaal.
Welke mutatie kan in aanmerking komen (langer mRNA, maar toch een korter eiwit)?
Splice donor mutatie, bij een donor mutatie komt er een intron bij in het mRNA
Welke splice mutaties zijn er?
Mutatie van een spliceplaats, waardoor deze niet meer kan functioneren en resulteert in verlies van een exon (fout in acceptor site) of het niet uitknippen van een intron (fout in donor site).
Uit tumorcellen wordt genomisch DNA geïsoleerd en met behulp van de PCR methode geanalyseerd.
Vier specifieke primers zijn:
(1) een voorwaartse primer van exon 1
(2) een terugwaartse primer van intron 1
(3) een terugwaartse primer van exon 2
(4) een voorwaartse primer van exon 2
Welke combinatie van 2 primers kan gebruikt worden voor deze analyse?
1 en 2, 1 en 3, 3 en 4.
Welke moleculaire genetische technieken zijn er?
- Analyse van DNA: FISH, PCR, sequencing
- Analyse van RNA: RNA blot, RT-PCR (kopie van mRNA, naar DNA, met behulp van reverse transcriptase, hiervan kun je een PCR doen)
- Analyse van eiwitten: Westernblot, immunokleuring
Wat zijn de kenmerken van PCR?
Het is extreem gevoelig en je hebt zeer kleine hoeveelheden DNA nodig.
Waarvoor gebruiken we PCR?
- Opsporen van translocaties
- Meten van mismatch repair (MMR) activiteit
Wat is westernblotting?
eiwit analyse met specifieke antilichamen
Welke informatie kun je verkrijgen met westernblotting?
- Grootte van het eiwit (plaats van de band)
- Hoeveelheid van het eiwit (dikte van de band): hoe dikker de band hoe meer eiwit.
- Modificaties (bv fusie eiwitten door chromosomale translocaties): bv een extra band die je niet had verwacht.
Wat is een immunoblot?
Een immunoblot is een biochemische techniek waarmee een specifiek eiwit in een mengsel van eiwitten door middel van antilichamen gedetecteerd kan worden. In het algemeen worden de eiwitten in het eiwitmengsel eerst gescheiden op basis van hun grootte of beter gezegd, moleculair gewicht door middel van een gelelektroforese. Vervolgens worden de eiwitten die gescheiden zijn op grootte van de gel “overgebracht” naar een nitrocellulose- of PVDF-membraan waar ze vervolgens aan hechten. Dit proces wordt blotten genoemd.
Twee verschillende probes voor het BCR-gen: De voorkant van het BCR-gen (5’-bcr) en de achterkant van het BCR-gen (3’-bcr) gebruikt.
cABL verhuist van chr. 9 naar chr. 22. Hoe staat het met het BCR-gen?
5’ BCR blijft op chr. 22 en 3’ BCR gaat naar chr.9. Het enige stuk BCR dat bij ABL is, is het begin van BCR. Die kleur je dus aan met 5’BCR. Het Philadelphia chromosoom bestaat uit de promotor en een paar exonen uit BCR en exonen en intronen uit ABL.