HC 4.2 Signaaltransductie deel 2 Flashcards

1
Q

Wat zijn de normaalwaarden voor het Hb?

A

De normale waarden zijn ongeveer 8,5 – 10,5 mmol/l bij volwassen mannen en 7,5 – 9,5 mmol/l bij volwassen vrouwen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn de referentiewaarden voor het hematocriet?

A

Referentiewaarden HT (in liter per liter bloed):
- Mannen: 0,41 - 0,51 L/L
- Vrouwen: 0,36 - 0,46 L/L

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat betekend het hematocriet?

A

De hematocriet (afkorting: HT of HCT) of hematocrietwaarde is het volume van het bloed dat door de rode bloedcellen (erytrocyten) wordt ingenomen, weergegeven als een fractie van het totale bloedvolume.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe ziet het bloed eruit bij mensen met polycytemia vera?

A

Dik en stroperig.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke JAK2-remmer kennen we?

A

Jakavi/ruxolitinib.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de definitie van een myeloproliferatieve neoplasie?

A

Definitie: clonale, hemopoetische stamcelziektes, gekarakteriseerd door proliferatie in het BM van een of meer myeloide cellijnen, de proliferatie is geassocieerd met min of meer normale uitrijping.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat gebeurt er bij PMF?

A

Fibrosering van het beenmerg. De bloedcelvorming gaat uit het beenmerg, het verplaatst zich naar andere organen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn de gemeenschappelijke kenmerken van MPN?

A
  • Beenmerg hypercellulariteit
  • Megakaryocyten hyperplasie en dysplasie
  • In vitro groeifactor-onafhankelijke koloniegroei
  • Spontane transformatie acute leukemie of beenmergfibrose
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat kan er gebeuren met ET en PV?

A

Die kunnen overgaan tot PMF

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe groot is de kans dat de verschillende myeloproliferatieve neoplasieën overgaan tot AML?

A

Bij PV is er een kans dat het overgaat tot PMF, daarnaast is er een grote kans dat het overgaat naar AML.
PMF hebben een heel grote kans op AML.
Bij ET is deze kans laag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn klinische problemen bij MPN?

A
  • Trombose
  • Bloedingen (ziekte van von Willebrand, door te hoge trombocyten, hierdoor verdwijnt deze factor)
  • Ziekte progressie (BM fibrose/extra-medullaire-hematopoiëse/leukemische transformatie)
    Quality of life problemen: moeheid, pruritus, nachtzweten, botpijn, koorts, gewichtsverlies.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zou een mogelijkheid zijn voor het verklaren van de jeuk bij MPN?

A

Degranuleren van mestcellen kunnen leiden tot jeuk, maar niet iedereen met jeuk heeft een verhoogd aantal mestcellen in het beenmerg. Leukemie zorgt ook voor ontstekingsmediatoren (cytokines) die kunnen ook leiden tot jeuk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is de levensverwachting bij de verschillende MPN’s?

A
  • ET: conform levensverwachting leeftijdsgenoten indien behandeld.
  • PV: verkort, maar tientallen jaren
  • MF: sterk verkort, gemiddeld 7 jaar overleving (afhankelijk van prognostische score): hebben een grote milt (soms hele abdomen), verzwakken snel, geen eetlust, veel cytokinen productie.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke mutaties kunnen leiden tot MPN?

A

JAK2 mutatie, CARL mutatie, MPL mutatie die kunnen leiden tot MPN.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoeveel van de patiënten met ET of PMF die een wild type JAK2 of MPL hebben hebben een mutatie in CARL?

A

67% van ET en 88% van PMF patiënten hebben met wild type JAK2 of MPL hebben mutaties in CALR. Het ‘wild type’ is de benaming voor het meest voorkomende allel in een populatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe vaak komt de JAK2 mutatie voor bij PV/ET/PMF?

A

JAK2 mutatie vaak aanwezig bij PV (95%) en ET/PMF (50%).

17
Q

Wat is de therapie voor MPN?

A
  • Plaatjes aggregatie remming
  • Plaatjes reductie: hydroxyureum, interferon, anagrelide
  • Myelofibrose en slechte levensverwachting: overweeg allogene stamceltransplantatie. Dit doen we niet voor iedereen, want er is een grote kans om hieraan te overlijden.
  • Bij PV: aderlaten om het hematocriet te beheersen. Dit zorgt voor een verhoogd risico op trombo-embolische complicaties, door de viscositeit. Bij aderlaten wordt 500 ml bloed afgetapt en moet men voldoende drinken, waar we naar streven is een Ht van < 0,45%.
18
Q

Hoe goed werkt een JAK2-remmer?

A

Met JAK2 remmer goede toevoeging van therapeutische opties: vooral ook op de kwaliteit van leven. Geen curatie ondanks nieuwe medicatie. Mogelijk ziekte beloop wel te beïnvloeden met combinatie van JAK2 remmer met andere medicatie.