ZO 2.3 De differentiaal diagnose van epilepsie Flashcards
Een 55-jarige vrouw wordt door een ambulance de EHBO binnengebracht omdat ze op straat bewusteloos is geraakt. Haar dochter die haar vergezelt, vertelt dat haar moeder plots op de grond viel en begon te schokken met armen en benen. Haar ogen waren open en keken naar rechts. Er kwam schuim op haar mond en ze liet de urine lopen. Het schokken duurde een paar minuten; daarna was ze slap.
Wat is de DD?
Epileptische aanval, cardiale ritmestoornis; hiertegen pleiten de schokken. Gewoon flauwvallen; hiertegen pleiten ook de schokken, hoewel enkele schokken daarbij kunnen voorkomen.
Een 55-jarige vrouw wordt door een ambulance de EHBO binnengebracht omdat ze op straat bewusteloos is geraakt. Haar dochter die haar vergezelt, vertelt dat haar moeder plots op de grond viel en begon te schokken met armen en benen. Haar ogen waren open en keken naar rechts. Er kwam schuim op haar mond en ze liet de urine lopen. Het schokken duurde een paar minuten; daarna was ze slap.
Welke vragen ga je nog stellen aan de dochter van patiënte en aan haar zelf?
- Is iets dergelijks al eerder gebeurd?
- Was ze ziek; had ze koorts?
- Lijdt patiënte aan een bepaalde aandoening of ziekte?
- Hoe begon de aanval? Voelde ze iets aankomen en zo ja: wat precies?
- Kwam er bloed uit haar mond?
- Hoe voelt ze zich nu, na de aanval? Hoofdpijn? Slaperig?
- Gebruikt ze medicijnen? Welke? Roken? Alcohol?
- Wat voor ziekten komen in de familie voor?
- Voorafgaand hoofdletsel?
- Koortsstuipen als kind?
- Ooit meningitis/encephalitis doorgemaakt?
- Afgelopen nachten goed geslapen?
Een 55-jarige vrouw wordt door een ambulance de EHBO binnengebracht omdat ze op straat bewusteloos is geraakt. Haar dochter die haar vergezelt, vertelt dat haar moeder plots op de grond viel en begon te schokken met armen en benen. Haar ogen waren open en keken naar rechts. Er kwam schuim op haar mond en ze liet de urine lopen. Het schokken duurde een paar minuten; daarna was ze slap.
Desgevraagd vertelt de dochter dat ze gewoon met haar moeder liep te winkelen, toen deze plotseling naar haar hoofd greep, op hield met praten en begon te trekken met haar rechterhand. Ze mompelde iets onverstaanbaars. Dit duurde hoogstens een halve minuut waarna ze bewusteloos en verkrampt op de grond viel en begon te schokken met armen en benen. Daarbij liep ze ook blauw aan. Het aanzicht was zo angstaanjagend dat de dochter dacht dat de moeder ter plekke zou overlijden.
Patiënte blijkt altijd gezond geweest te zijn met uitzondering van hoge bloeddruk waarvoor ze medicijnen gebruikt. Ze heeft nooit iets dergelijks gehad, rookt niet en gebruikt sociaal alcohol. Toen ze die ochtend op pad gingen was er niets aan de hand. In de familie komen hart- en vaatziekten voor.
Hoe classificeer je deze epileptische aanval?
Focale aanval met secundaire generalisatie.
Een 55-jarige vrouw wordt door een ambulance de EHBO binnengebracht omdat ze op straat bewusteloos is geraakt. Haar dochter die haar vergezelt, vertelt dat haar moeder plots op de grond viel en begon te schokken met armen en benen. Haar ogen waren open en keken naar rechts. Er kwam schuim op haar mond en ze liet de urine lopen. Het schokken duurde een paar minuten; daarna was ze slap.
Desgevraagd vertelt de dochter dat ze gewoon met haar moeder liep te winkelen, toen deze plotseling naar haar hoofd greep, op hield met praten en begon te trekken met haar rechterhand. Ze mompelde iets onverstaanbaars. Dit duurde hoogstens een halve minuut waarna ze bewusteloos en verkrampt op de grond viel en begon te schokken met armen en benen. Daarbij liep ze ook blauw aan. Het aanzicht was zo angstaanjagend dat de dochter dacht dat de moeder ter plekke zou overlijden.
Patiënte blijkt altijd gezond geweest te zijn met uitzondering van hoge bloeddruk waarvoor ze medicijnen gebruikt. Ze heeft nooit iets dergelijks gehad, rookt niet en gebruikt sociaal alcohol. Toen ze die ochtend op pad gingen was er niets aan de hand. In de familie komen hart- en vaatziekten voor.
Bij het neurologisch onderzoek op de EHBO is patiënte slaperig en gedesoriënteerd. Ze voert de meeste opdrachten goed uit. Er is een benoemingsstoornis, een centrale facialisparese rechts en een beetje krachtsverlies van rechter arm en been. Ze heeft duidelijk op haar tong gebeten, de bloeddruk is te hoog en ze heeft verspreid enkele blauwe plekken.
Een uur later is het neurologisch onderzoek helemaal normaal. Patiënte klaagt over hoofd- en spierpijn. Ze weet nog dat ze plots raar in haar hoofd werd en dat haar rechterhand begon te trillen. Vanaf dat moment weet ze niets meer; ze kwam bij op de EHBO.
Patiënte heeft dus na de aanval voorbijgaande uitvalsverschijnselen gehad. Kun je ze nog eens opnoemen? Wat is, bij deze patiënte, de differentiaaldiagnose van deze tijdelijke uitval? Welke daarvan is het meest waarschijnlijk? Waarom?
Een taalstoornis (afasie), centrale facialisparese en een gering hemibeeld rechts. Een Todd’se parese; een TIA (transient ischaemic attack). Todd’se parese. Omdat er aan de uitval een epileptische aanval voorafging en omdat een TIA in de regel niet met bewustzijnsverlies gepaard gaat.
Een 55-jarige vrouw wordt door een ambulance de EHBO binnengebracht omdat ze op straat bewusteloos is geraakt. Haar dochter die haar vergezelt, vertelt dat haar moeder plots op de grond viel en begon te schokken met armen en benen. Haar ogen waren open en keken naar rechts. Er kwam schuim op haar mond en ze liet de urine lopen. Het schokken duurde een paar minuten; daarna was ze slap.
Desgevraagd vertelt de dochter dat ze gewoon met haar moeder liep te winkelen, toen deze plotseling naar haar hoofd greep, op hield met praten en begon te trekken met haar rechterhand. Ze mompelde iets onverstaanbaars. Dit duurde hoogstens een halve minuut waarna ze bewusteloos en verkrampt op de grond viel en begon te schokken met armen en benen. Daarbij liep ze ook blauw aan. Het aanzicht was zo angstaanjagend dat de dochter dacht dat de moeder ter plekke zou overlijden.
Patiënte blijkt altijd gezond geweest te zijn met uitzondering van hoge bloeddruk waarvoor ze medicijnen gebruikt. Ze heeft nooit iets dergelijks gehad, rookt niet en gebruikt sociaal alcohol. Toen ze die ochtend op pad gingen was er niets aan de hand. In de familie komen hart- en vaatziekten voor.
Bij het neurologisch onderzoek op de EHBO is patiënte slaperig en gedesoriënteerd. Ze voert de meeste opdrachten goed uit. Er is een benoemingsstoornis, een centrale facialisparese rechts en een beetje krachtsverlies van rechter arm en been. Ze heeft duidelijk op haar tong gebeten, de bloeddruk is te hoog en ze heeft verspreid enkele blauwe plekken.
Een uur later is het neurologisch onderzoek helemaal normaal. Patiënte klaagt over hoofd- en spierpijn. Ze weet nog dat ze plots raar in haar hoofd werd en dat haar rechterhand begon te trillen. Vanaf dat moment weet ze niets meer; ze kwam bij op de EHBO.
Wat is de meest waarschijnlijke etiologie van deze epileptische aanval, idiopathisch of symptomatisch? Waarom?
Waarschijnlijk is deze epileptische aanval symptomatisch omdat aan focale aanvallen in de regel een of andere vorm van hersenletsel ten grondslag ligt.
Noem vier verschillende oorzaken voor een symptomatische epileptische aanval.
- Cerebrovasculair accident; infarct of bloeding
- Ruimte innemend proces b.v. primaire tumor of metastase
- Littekenweefsel na contusio cerebri in verleden
- Metabool b.v. alcohol onttrekking.
Een 55-jarige vrouw wordt door een ambulance de EHBO binnengebracht omdat ze op straat bewusteloos is geraakt. Haar dochter die haar vergezelt, vertelt dat haar moeder plots op de grond viel en begon te schokken met armen en benen. Haar ogen waren open en keken naar rechts. Er kwam schuim op haar mond en ze liet de urine lopen. Het schokken duurde een paar minuten; daarna was ze slap.
Desgevraagd vertelt de dochter dat ze gewoon met haar moeder liep te winkelen, toen deze plotseling naar haar hoofd greep, op hield met praten en begon te trekken met haar rechterhand. Ze mompelde iets onverstaanbaars. Dit duurde hoogstens een halve minuut waarna ze bewusteloos en verkrampt op de grond viel en begon te schokken met armen en benen. Daarbij liep ze ook blauw aan. Het aanzicht was zo angstaanjagend dat de dochter dacht dat de moeder ter plekke zou overlijden.
Patiënte blijkt altijd gezond geweest te zijn met uitzondering van hoge bloeddruk waarvoor ze medicijnen gebruikt. Ze heeft nooit iets dergelijks gehad, rookt niet en gebruikt sociaal alcohol. Toen ze die ochtend op pad gingen was er niets aan de hand. In de familie komen hart- en vaatziekten voor.
Bij het neurologisch onderzoek op de EHBO is patiënte slaperig en gedesoriënteerd. Ze voert de meeste opdrachten goed uit. Er is een benoemingsstoornis, een centrale facialisparese rechts en een beetje krachtsverlies van rechter arm en been. Ze heeft duidelijk op haar tong gebeten, de bloeddruk is te hoog en ze heeft verspreid enkele blauwe plekken.
Een uur later is het neurologisch onderzoek helemaal normaal. Patiënte klaagt over hoofd- en spierpijn. Ze weet nog dat ze plots raar in haar hoofd werd en dat haar rechterhand begon te trillen. Vanaf dat moment weet ze niets meer; ze kwam bij op de EHBO.
Welk aanvullend onderzoek moet bij deze patiënte gedaan worden?
CT of MRI van de hersenen. Laboratorium onderzoek o.a. elektrolyten.
Een 55-jarige vrouw wordt door een ambulance de EHBO binnengebracht omdat ze op straat bewusteloos is geraakt. Haar dochter die haar vergezelt, vertelt dat haar moeder plots op de grond viel en begon te schokken met armen en benen. Haar ogen waren open en keken naar rechts. Er kwam schuim op haar mond en ze liet de urine lopen. Het schokken duurde een paar minuten; daarna was ze slap.
Desgevraagd vertelt de dochter dat ze gewoon met haar moeder liep te winkelen, toen deze plotseling naar haar hoofd greep, op hield met praten en begon te trekken met haar rechterhand. Ze mompelde iets onverstaanbaars. Dit duurde hoogstens een halve minuut waarna ze bewusteloos en verkrampt op de grond viel en begon te schokken met armen en benen. Daarbij liep ze ook blauw aan. Het aanzicht was zo angstaanjagend dat de dochter dacht dat de moeder ter plekke zou overlijden.
Patiënte blijkt altijd gezond geweest te zijn met uitzondering van hoge bloeddruk waarvoor ze medicijnen gebruikt. Ze heeft nooit iets dergelijks gehad, rookt niet en gebruikt sociaal alcohol. Toen ze die ochtend op pad gingen was er niets aan de hand. In de familie komen hart- en vaatziekten voor.
Bij het neurologisch onderzoek op de EHBO is patiënte slaperig en gedesoriënteerd. Ze voert de meeste opdrachten goed uit. Er is een benoemingsstoornis, een centrale facialisparese rechts en een beetje krachtsverlies van rechter arm en been. Ze heeft duidelijk op haar tong gebeten, de bloeddruk is te hoog en ze heeft verspreid enkele blauwe plekken.
Een uur later is het neurologisch onderzoek helemaal normaal. Patiënte klaagt over hoofd- en spierpijn. Ze weet nog dat ze plots raar in haar hoofd werd en dat haar rechterhand begon te trillen. Vanaf dat moment weet ze niets meer; ze kwam bij op de EHBO.
Welke onderwerpen moeten in het gesprek met patiënte en haar dochter in ieder geval aan de orde komen?
Uitleggen wat een epileptische aanval is, wat zoal de oorzaken kunnen zijn, welk onderzoek gedaan moet worden en de leefregels (niet auto rijden).
Je bent assistent neurologie. Een 18-jarige student wordt door zijn huisarts naar je verwezen omdat hij een paar dagen tevoren waarschijnlijk een epileptische aanval heeft gehad. Hij kan zich er niets van herinneren en heeft zijn moeder meegenomen omdat zij in ieder geval een deel van de aanval gezien heeft. Moeder vertelt dat ze ineens enorm gestommel op de kamer van haar zoon hoorde, meteen naar boven rende en hem liggend op de grond aantrof. Hij was bewusteloos, slap, had in zijn broek geplast en er kwam bloed uit zijn mond.
Wat wil je nog meer weten?
- Is iets dergelijks al eerder gebeurd?
- Is patiënt gezond of lijdt hij aan een bepaalde ziekte, b.v. epilepsie?
- Had hij koorts of was er iets anders aan de hand?
- Komen in de familie ziektes voor?
- Heeft hij de aanval voelen aankomen en zo ja, hoe dan?
- Roken, alcohol, drugs?
Je bent assistent neurologie. Een 18-jarige student wordt door zijn huisarts naar je verwezen omdat hij een paar dagen tevoren waarschijnlijk een epileptische aanval heeft gehad. Hij kan zich er niets van herinneren en heeft zijn moeder meegenomen omdat zij in ieder geval een deel van de aanval gezien heeft. Moeder vertelt dat ze ineens enorm gestommel op de kamer van haar zoon hoorde, meteen naar boven rende en hem liggend op de grond aantrof. Hij was bewusteloos, slap, had in zijn broek geplast en er kwam bloed uit zijn mond.
Patiënt heeft niets aan voelen komen maar kan zich eigenlijk de hele aanval niet herinneren. Na de aanval voelde hij zich moe en had hoofdpijn. De rest van de dag heeft hij geslapen. Patiënt heeft dus hoogstwaarschijnlijk een epileptische aanval gehad.
Noem de punten uit de (hetero)anamnese die voor een epileptische aanval pleiten.
Er zijn geen trekkingen gezien door moeder maar het plotse lawaai op zijn kamer wijst er op dat hij niet zomaar flauwgevallen is; Bloed uit zijn mond (tongbeet) Postictale moeheid, slaperigheid en hoofdpijn.
Je bent assistent neurologie. Een 18-jarige student wordt door zijn huisarts naar je verwezen omdat hij een paar dagen tevoren waarschijnlijk een epileptische aanval heeft gehad. Hij kan zich er niets van herinneren en heeft zijn moeder meegenomen omdat zij in ieder geval een deel van de aanval gezien heeft. Moeder vertelt dat ze ineens enorm gestommel op de kamer van haar zoon hoorde, meteen naar boven rende en hem liggend op de grond aantrof. Hij was bewusteloos, slap, had in zijn broek geplast en er kwam bloed uit zijn mond.
Patiënt heeft niets aan voelen komen maar kan zich eigenlijk de hele aanval niet herinneren. Na de aanval voelde hij zich moe en had hoofdpijn. De rest van de dag heeft hij geslapen. Patiënt heeft dus hoogstwaarschijnlijk een epileptische aanval gehad.
Patiënt heeft iets dergelijks nooit eerder gehad, het komt ook niet in de familie voor en hij was niet ziek en had geen koorts. Moeder wijt de aanval dan ook aan de beproevingen die haar zoon tijdens zijn ontgroening als eerstejaars student moet doorstaan.
Leg uit waarom zijn moeder het wel eens bij het rechte eind zou kunnen hebben.
Slaapdeprivatie, alcohol onttrekking en stress kunnen bij daarvoor gevoelige personen een epileptische aanval uitlokken.
Patiënt is altijd gezond geweest, maar op 16-jarige leeftijd is hij op zijn scooter door een auto aangereden en met een zware hersenschudding een week opgenomen geweest. Volgens moeder heeft hij daar niets aan overgehouden. Patiënt zegt dat hij geen alcohol gedronken heeft tijdens de ontgroening. Tijdens het bezoek aan de poli neurologie is het neurologisch onderzoek helemaal normaal.
Kan een hersenbeschadiging na een trauma pas twee jaar later een epileptische aanval tot gevolg hebben? Licht je antwoord toe.
Ja, als het scooterongeluk ernstig was (langdurige bewusteloosheid, aanwezigheid van een subduraal hematoom of contusio cerebri) kan de kans op epilepsie tot 50% zijn en blijft de kans tot meer dan 5 jaar na het ongeluk verhoogd. Er kan dus een lange periode zijn zonder epileptische aanval, hoewel ook epileptische aanvallen in de eerste weken voor kunnen komen.
Je bent assistent neurologie. Een 18-jarige student wordt door zijn huisarts naar je verwezen omdat hij een paar dagen tevoren waarschijnlijk een epileptische aanval heeft gehad. Hij kan zich er niets van herinneren en heeft zijn moeder meegenomen omdat zij in ieder geval een deel van de aanval gezien heeft. Moeder vertelt dat ze ineens enorm gestommel op de kamer van haar zoon hoorde, meteen naar boven rende en hem liggend op de grond aantrof. Hij was bewusteloos, slap, had in zijn broek geplast en er kwam bloed uit zijn mond.
Patiënt heeft niets aan voelen komen maar kan zich eigenlijk de hele aanval niet herinneren. Na de aanval voelde hij zich moe en had hoofdpijn. De rest van de dag heeft hij geslapen. Patiënt heeft dus hoogstwaarschijnlijk een epileptische aanval gehad.
Patiënt heeft iets dergelijks nooit eerder gehad, het komt ook niet in de familie voor en hij was niet ziek en had geen koorts. Moeder wijt de aanval dan ook aan de beproevingen die haar zoon tijdens zijn ontgroening als eerstejaars student moet doorstaan.
Patiënt is altijd gezond geweest, maar op 16-jarige leeftijd is hij op zijn scooter door een auto aangereden en met een zware hersenschudding een week opgenomen geweest. Volgens moeder heeft hij daar niets aan overgehouden. Patiënt zegt dat hij geen alcohol gedronken heeft tijdens de ontgroening. Tijdens het bezoek aan de poli neurologie is het neurologisch onderzoek helemaal normaal.
Noem twee andere mogelijke oorzaken voor een epileptische aanval bij deze patiënt.
Ruimte innemend proces, slaapdeprivatie.
Je bent assistent neurologie. Een 18-jarige student wordt door zijn huisarts naar je verwezen omdat hij een paar dagen tevoren waarschijnlijk een epileptische aanval heeft gehad. Hij kan zich er niets van herinneren en heeft zijn moeder meegenomen omdat zij in ieder geval een deel van de aanval gezien heeft. Moeder vertelt dat ze ineens enorm gestommel op de kamer van haar zoon hoorde, meteen naar boven rende en hem liggend op de grond aantrof. Hij was bewusteloos, slap, had in zijn broek geplast en er kwam bloed uit zijn mond.
Patiënt heeft niets aan voelen komen maar kan zich eigenlijk de hele aanval niet herinneren. Na de aanval voelde hij zich moe en had hoofdpijn. De rest van de dag heeft hij geslapen. Patiënt heeft dus hoogstwaarschijnlijk een epileptische aanval gehad.
Patiënt heeft iets dergelijks nooit eerder gehad, het komt ook niet in de familie voor en hij was niet ziek en had geen koorts. Moeder wijt de aanval dan ook aan de beproevingen die haar zoon tijdens zijn ontgroening als eerstejaars student moet doorstaan.
Patiënt is altijd gezond geweest, maar op 16-jarige leeftijd is hij op zijn scooter door een auto aangereden en met een zware hersenschudding een week opgenomen geweest. Volgens moeder heeft hij daar niets aan overgehouden. Patiënt zegt dat hij geen alcohol gedronken heeft tijdens de ontgroening. Tijdens het bezoek aan de poli neurologie is het neurologisch onderzoek helemaal normaal.
Stel: er worden bij aanvullend onderzoek geen afwijkingen gevonden. Is een medicamenteuze behandeling in de vorm van een anti-epilepticum aangewezen? Beargumenteer je antwoord.
Dit is een eerste epileptische aanval zonder duidelijke onderliggende oorzaak. Als op het EEG en het EEG na slaapdeprivatie geen epileptische activiteit te zien is, dan hoeft geen anti-epilepticum voorgeschreven te worden.
Je bent assistent neurologie. Een 18-jarige student wordt door zijn huisarts naar je verwezen omdat hij een paar dagen tevoren waarschijnlijk een epileptische aanval heeft gehad. Hij kan zich er niets van herinneren en heeft zijn moeder meegenomen omdat zij in ieder geval een deel van de aanval gezien heeft. Moeder vertelt dat ze ineens enorm gestommel op de kamer van haar zoon hoorde, meteen naar boven rende en hem liggend op de grond aantrof. Hij was bewusteloos, slap, had in zijn broek geplast en er kwam bloed uit zijn mond.
Patiënt heeft niets aan voelen komen maar kan zich eigenlijk de hele aanval niet herinneren. Na de aanval voelde hij zich moe en had hoofdpijn. De rest van de dag heeft hij geslapen. Patiënt heeft dus hoogstwaarschijnlijk een epileptische aanval gehad.
Patiënt heeft iets dergelijks nooit eerder gehad, het komt ook niet in de familie voor en hij was niet ziek en had geen koorts. Moeder wijt de aanval dan ook aan de beproevingen die haar zoon tijdens zijn ontgroening als eerstejaars student moet doorstaan.
Patiënt is altijd gezond geweest, maar op 16-jarige leeftijd is hij op zijn scooter door een auto aangereden en met een zware hersenschudding een week opgenomen geweest. Volgens moeder heeft hij daar niets aan overgehouden. Patiënt zegt dat hij geen alcohol gedronken heeft tijdens de ontgroening. Tijdens het bezoek aan de poli neurologie is het neurologisch onderzoek helemaal normaal.
Welk aanvullend onderzoek is aangewezen? Geef per onderzoek aan hoe dit je differentiaal diagnostisch verder helpt.
CT of MRI van de hersenen, ter prognosebepaling van de epileptische aanval: EEG en EEG na slaapdeprivatie.