ZO 1.1 Lokalisatieprincipes Flashcards

1
Q

Een 23-jarige student bemerkt na een avondje stappen ’s ochtends dat hij zijn rechter arm en hand niet goed kan bewegen. De arm voelt ook doof aan en tintelt. Toen hij in de vroege ochtend thuiskwam is hij niet in bed gaan liggen maar is met zijn kleren aan in een stoel in slaap gevallen. Hij heeft deze klacht nooit eerder gehad. Hij maakt zich zorgen dat hij een herseninfarct heeft gehad en gaat direct naar de neuroloog. Deze vindt bij neurologisch onderzoek een slappe verlamming van de m. triceps (graad 3) en van de pols- en vingerextensoren (graad 0). De tricepspeesreflex is rechts lager dan links (-2/0). Er is een stoornis voor alle gevoelskwaliteiten in de duim.
Is de aandoening centraal of perifeer gelokaliseerd? Wat zijn je argumenten?

A

Perifeer. De argumenten die hiervoor pleiten zijn: de slappe tonus, de lagere reflexen en het gegeven dat de sensibele stoornis niet de gehele arm betreft maar een zeer specifiek gebied.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn de graden van spierzwakte volgens de MRC schaal?

A
  • Graad 0: Geen beweging of spiercontractie
  • Graad 1: Alleen spiercontractie, geen beweging
  • Graad 2: Wel beweging, maar niet tegen de zwaartekracht in
  • Graad 3: Beweging mogelijk tegen de zwaartekracht in, maar niet tegen weerstand in
  • Graad 4: Beweging tegen weerstand in, maar verzwakt
  • Graad 5: Normale kracht
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Op welke schaal worden reflexen uitgedrukt?

A
  • Score -4: afwezig
  • Score -3: alleen voelbaar
  • Score -2: sterk verlaagd
  • Score -1: verlaagd
  • Score 0: normaal
  • Score 1: levendig
  • Score 2: zeer levendig
  • Score 3: subclonisch (dooft uit)
  • Score 4: clonisch
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Een 23-jarige student bemerkt na een avondje stappen ’s ochtends dat hij zijn rechter arm en hand niet goed kan bewegen. De arm voelt ook doof aan en tintelt. Toen hij in de vroege ochtend thuiskwam is hij niet in bed gaan liggen maar is met zijn kleren aan in een stoel in slaap gevallen. Hij heeft deze klacht nooit eerder gehad. Hij maakt zich zorgen dat hij een herseninfarct heeft gehad en gaat direct naar de neuroloog. Deze vindt bij neurologisch onderzoek een slappe verlamming van de m. triceps (graad 3) en van de pols- en vingerextensoren (graad 0). De tricepspeesreflex is rechts lager dan links (-2/0). Er is een stoornis voor alle gevoelskwaliteiten in de duim. Wat is de diagnose van deze patiënt?

A

Letsel van een zenuw, de nervus radialis, door compressie (de rechterarm is waarschijnlijk bekneld geraakt in de stoel met compressie van de n. radialis in de bovenarm. Dit wordt wel “Saturday Night Palsy” genoemd).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Een 72-jarige rechtshandige vrouw kan opeens niet meer spreken. Ze weet wat ze wil zeggen, maar krijgt de woorden er niet uit. Ze begrijpt wel goed wat er tegen haar gezegd wordt.
Wat is de medische term voor deze neurologische stoornis?

A

Afasie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Een 72-jarige rechtshandige vrouw kan opeens niet meer spreken. Ze weet wat ze wil zeggen, maar krijgt de woorden er niet uit. Ze begrijpt wel goed wat er tegen haar gezegd wordt. Waar lokaliseer je de afwijking?

A

In de linker hemisfeer, nog preciezer in de gyrus frontalis inferior, het gebied van Broca. Daarbij past de slechte taalproductie bij behouden taalbegrip.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is het verschil tussen een afasie en een dysartrie?

A

Een afasie een taalstoornis, dus de patiënt kan zich niet goed uiten en/of begrijpt gesproken taal niet goed. Een dysartrie is een spraakstoornis, d.w.z. de patiënt kan niet goed articuleren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke andere neurologische functies zijn vaak aangedaan bij een patiënt met een afasie?

A

Andere zogenoemde hogere corticale functies die met taal te maken hebben, zoals schrijven en lezen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Een patiënt met een Broca afasie wordt gevraagd zoveel mogelijk dierennamen op te noemen. Welk antwoord kun je van deze patiënt verwachten? Welk antwoord geeft een patiënt met een Wernicke afasie op deze vraag?

A

De Broca patiënt begrijpt de vraag, maar heeft moeite om de namen uit te spreken. Zijn antwoord zal ongeveer luiden:…pos ..uh ..pas ..poos ..poes! …uh …han ..hhand …hons ..hond! etc (men noemt de verkeerde woorden, die welke lijken op de goede parafasieën). De Wernicke patiënt begrijpt de opdracht niet! Vaak zal hij maar wat beginnen te praten, in de trant van:..Dan is ie.. ja zeker.. in de snans gewort, gedocht, maar ja, die kans ik niet goed, niet goed, prassen..ik..

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Een 50-jarige patiënt heeft plotseling last van dubbelzien, gevolgd door een hangend ooglid rechts en een totale verlamming van de linker lichaamshelft. Bij neurologisch onderzoek is er een totale ptosis rechts en kan het rechter oog alleen naar buiten bewegen. De pupil is wijd en lichtstijf. Aan de linker lichaamshelft een verlamming graad 0, hogere reflexen dan rechts en een voetzoolreflex volgens Babinski.
Zijn de afwijkingen centraal of perifeer? Wat zijn je argumenten? Waar lokaliseer je de afwijking bij deze patiënt?

A

Centraal, want de reflexen zijn aan de aangedane kant hoger en er is een pathologische voetzoolreflex volgens Babinski. Er is sprake van uitval van de n. oculomotorius rechts en piramidebaan rechts. Die combinatie wijst op een letsel in het mesencephalon.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Een 58-jarige man heeft in een paar maanden tijd in toenemende mate last gekregen van onduidelijke spraak en stuurloosheid van de rechter lichaamshelft. De voorgeschiedenis is blanco. De patiënt rookt zijn hele leven al fors. Bij neurologisch onderzoek is er een nystagmus, dysartrie en ataxie van de rechter lichaamshelft.
Waar lokaliseer je de klachten en afwijkingen van deze patiënt?

A

In het cerebellum, en wel rechts, dus homolateraal van de laesie!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Een 58-jarige man heeft in een paar maanden tijd in toenemende mate last gekregen van onduidelijke spraak en stuurloosheid van de rechter lichaamshelft. De voorgeschiedenis is blanco. De patiënt rookt zijn hele leven al fors. Bij neurologisch onderzoek is er een nystagmus, dysartrie en ataxie van de rechter lichaamshelft. Wat is de meest waarschijnlijke oorzaak? Beargumenteer je antwoord.

A

Een metastase van longcarcinoom. De klachten zijn geleidelijk ontstaan, wat een infarct of bloeding erg onwaarschijnlijk maakt, er is geen trauma in de voorgeschiedenis en zijn geen aanwijzingen voor een ernstige infectie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Een 60-jarige vrouw krijgt in een dag tijd last van een vreemd gevoel om het middel gevolgd door krachtsverlies aan de benen en totale gevoelloosheid vanaf het niveau van de navel. Bij neurologisch onderzoek aan de hersenzenuwen en armen geen afwijkingen. De benen zijn aanvankelijk slap en verminderd krachtig (graad 2), enkele dagen later zijn ze volledig verlamd en hypertoon. Het gevoel is gestoord vanaf de navel. De reflexen zijn zeer levendig en de voetzoolreflex is beiderzijds pathologisch (Babinski).
Zijn de klachten en bevindingen centraal of perifeer? Wat zijn je argumenten?

A

Centraal, want de reflexen zijn verhoogd en de voetzoolreflex pathologisch.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Een 60-jarige vrouw krijgt in een dag tijd last van een vreemd gevoel om het middel gevolgd door krachtsverlies aan de benen en totale gevoelloosheid vanaf het niveau van de navel. Bij neurologisch onderzoek aan de hersenzenuwen en armen geen afwijkingen. De benen zijn aanvankelijk slap en verminderd krachtig (graad 2), enkele dagen later zijn ze volledig verlamd en hypertoon. Het gevoel is gestoord vanaf de navel. De reflexen zijn zeer levendig en de voetzoolreflex is beiderzijds pathologisch (Babinski). Wat is de lokalisatie?

A

Het ruggenmerg, ongeveer ter hoogte van de 10e thoracale wervel gezien het navelniveau. Er is sprake van een complete dwarslaesie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn fasciculaties? En zijn deze aanwezig bij een centrale laesie of bij een perifere laesie?

A

Spiervezels die zich snel samentrekken, maar zonder dat de gehele spier zich samentrekt. Afwezig bij centrale laesies, aanwezig bij perifere voorhoornlaesies.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Geef aan welke lokalisatie bij homonieme-hemianopsie past en tevens of de afwijking zich homo- of contralateraal van de laesie bevindt?

A

Homonieme hemianopsie is een aandoening waarbij de patiënt slechts één helft van het gezichtsveld ziet (rechts of links) met elk oog. Lokalisatie: tractus, opticus, corpus, geniculatum, laterale, radiatio, optica, occiptiale cortex. De afwijking bevindt zich contralateraal van de laesie.

17
Q

Geef aan welke lokalisatie bij blikverlamming past en tevens of de afwijking zich homo- of contralateraal van de laesie bevindt?

A

Blikverlamming is een neurologisch symptoom waarbij iemand zijn of haar ogen niet (meer) bewust kan bewegen, vooral niet in een bepaalde richting. Lokalisatie: hemisfeer (frontale blikcentrum), Pons (pontiene centrum). De afwijking bevindt zich contralateraal van de laesie.

18
Q

Geef aan welke lokalisatie bij parese-gelaatsspieren past en tevens of de afwijking zich homo- of contralateraal van de laesie bevindt?

A

Lokalisatie: hemisfeer (corticopontiene baan), Nucleaire en infranucleaire laesies (in pons of n. VII). De afwijking bevindt zich ipsilateraal van de laesie.

19
Q

Geef aan welke lokalisatie bij ataxie van arm of been past en tevens of de afwijking zich homo- of contralateraal van de laesie bevindt?

A

Lokalisatie: ,=motorische cortex, capsula interna, pedunculus cerebi, pons, ruggenmerg. De afwijking bevindt zich ipsilateraal van de laesie.

20
Q

Geef aan welke lokalisatie bij een stoornis in de vitale sensibiliteit past en tevens of de afwijking zich homo- of contralateraal van de laesie bevindt?

A

Lokalisatie: Anterolateral systeem, thalamus, sensibele cortex. De afwijking bevindt zich contralateraal van de laesie.

21
Q

Geef aan welke lokalisatie bij een stoornis in de gnostische sensibiliteit past en tevens of de afwijking zich homo- of contralateraal van de laesie bevindt?

A

Lokalisatie: Achterstrengen, lemniscus medialis, thalamus, sensibele cortex. De afwijking bevindt zich ipsilateraal of contralateraal van de laesie.

22
Q

Geef aan welke symptomen passen bij afwijkingen in de verschillende onderdelen van het perifere zenuwstelsel. Ga ervan uit dat deze symptomen zich altijd homolateraal van de laesie bevinden.
Lokalisatie: Motorische voorhoorn, Motorische zenuwwortel, Sensibele zenuwwortel, Plexus, Perifere zenuw, Motorische eindplaat, Spier.