HC 4.1 (geh)oor Flashcards
Wat is het belang van gehoorstoornissen?
~5% van de wereldbevolking (vaak op oudere leeftijd) heeft last van gehoorverlies (>30-40 dB).
Belang neemt toe en presbyacusis (= ouderdomsslechthorendheid) zit in Europa bij de top 10 qua ziektelast (op plaats 8): dit komt omdat je je werk niet kunt doen, de communicatie is moeilijk. Belangrijkere risicofactor voor dementie dan: lage opleiding, roken, hypertensie, obesitas, depressie, gebrek aan lichaamsbeweging, sociale isolatie of diabetes. Als je adequate gehoorrevalidatie toepast kan je de kans op dementie ook verminderen.
Wat is geluid?
Het trillen van deeltjes in de lucht. Voor een pure toon heb je een stemvork nodig of een computer: een pure toon is een toon met maar 1 frequentie = de toonhoogte van het geluid. Zo’n dergelijke toon kun je weergeven als een sinus: die zegt iets over de luidheid van het geluid. De luchtdruk wordt hoger als de deeltjes dichter bij elkaar zitten en lager als de deeltjes verder uit elkaar zitten.
Hoe meet je iemand zijn gehoor?
Je geeft piepjes en iemand moet aangeven wanneer hij het piepje hoort. Dit kun je weergeven als een grafiek: toondrempelaudiogram.
Wat is sound pressure level?
Sound pressure level: SPL staat voor Sound Pressure Level – oftewel de geluidsdrukniveau. Het is een fysieke meting van het geluidsvolume, uitgedrukt in decibel (dB SPL). 0 dB SPL = de drempel van het menselijk gehoor, ongeveer 20 µPa (micropascal). De SPL wordt steeds hoger naarmate de frequenties kleiner worden of groter. De SPL is 0 rond de 1000 en 2000 Hz, dat is de frequentie waarop we praten.
Wat is hearing level?
Hierbij wordt bepaald in hoeverre het gehoor afwijkt van de referentiewaarde. Nul decibel is een gezond normaal gehoor. Wanneer de score 40 decibel is, dan heeft iemand in vergelijking met iemand met een normaal gehoor 40 decibel meer nodig voordat het geluid gehoord wordt. Het gehoor wordt aan de hand van deze schaal gerelateerd. In de kliniek wordt met name deze schaal gebruikt.
Uit welke drie delen is het oor opgebouwd?
- Uitwendige oor (auris externa)
- oorschelp (auricula)
- uitwendige gehoorgang (meatus acusticus externus) - Middenoor (auris media)
- trommelholte (cavitas tympanica): deze holte is gevuld met lucht.
- gehoorbeentjes (ossicula auditus)
o Er is ook een verbinding met de nasopharynx: de buis van Eustachius. Deze zorgt ervoor dat de drukverschillen tussen het middenoor en buiten worden verminderd. - Binnenoor (auris interna)
- vliezige labyrint (orgaan van Corti en evenwichtsorgaan)
- benige labyrinth
De gehoorgang is in de vorm van een conus dus het geluid wordt meer geconcentreerd naarmate het dieper in de gehoorgang komt. De gehoorgang bestaat voor het grootste gedeelte uit kraakbeen alleen het binnenste 1/3e bestaat uit rotsbeen. De gehoorgang is bekleed met talgklieren die het oorsmeer maken. Maar er zitten ook zweetklieren en epitheelcellen.
Wat zijn de functies van het trommelvlies?
- dient er voor om trillingen (kinetische energie) over te brengen op de steel van de hamer
- barrière voor infecties
Wat zijn de kenmerken van de anatomie van het trommelvlies?
Diepste punt van het trommelvlies heet de umbo. De witte streep die daarmee verbonden is heet de hamersteel. Met de umbo zit het trommelvlies vast aan de hamersteel. Het knobbeltje aan de bovenkant van de hamersteel heet het proc. brevis. Ook is er een lichtreflex zichtbaar: deze heet lichtreflex van Politzer: daaruit kun je ook zien wat de normale stand is van het trommelvlies. Als deze lichtreflex dus veranderd is de stand van het trommelvlies veranderd. Het trommelvlies bestaat uit twee delen een deel dat strak gespannen is het pars tensa en een gebied dat iets losser gespannen is pars flaccida (andere benaming = membraan van Shrapnell). Door de plica malleolaris wordt het trommelvlies in deze twee delen verdeeld. Daarnaast kun je door het trommelvlies het lange been van de incus zien waaraan de pees van de m. stapedius vastzit.
Wat is de anatomie van het middenoor?
- malleus: hamer
- incus: aambeeld
- stapes: stijgbeugel
Door deze structuren gaan trillingen lopen met dezelfde frequentie, deze trillingen zorgen ervoor dat de vloeistof in het binnenoor ook gaat bewegen met deze frequentie. Een groot deel van de trommelholte kun je niet zien, want die bevindt zich achter het bot. Vanaf de bovenkant van het trommelvlies wordt een horizontale lijn getrokken: alles daarboven heet het recessus epitympanicus (oftewel epitympanum, atticus of koepelholte). Dit kun je ook doen aan de onderkant van het trommelvlies en de ruimte die hieronder ontstaat heet het recessus hypotympanicus (oftewel hypotympanum)
Benoem de structuren die zichtbaar zijn op dit plaatje?
Het middenoor bestaat uit 6 wanden en de dunste breedte is maar 2 mm. En op zijn breedst 15 mm.
- 1 = aditus ad antrum mastoideum: toegang tot het mastoid: luchthoudend bot.
- 2 = canalis semicircularis lateralis: 1 van de half vormige kanalen van het evenwichtsorgaan.
- 3 = canalis n. facialis: de n. facialis loopt door het middenoor
- 4 = fenestra ovalis (vestibuli): hier zit de plaat van de stijgbeugel op. Die brengt op die manier de vloeistof van het binnenoor in trilling.
- 5 = fenestra rotunda (cochleae)
- 6 = promontorium: uitbochting van de basale winding van de cochlea (van het slakkenhuis)
- 7 = eminentia pyramidalis: hier zit een spiertje in m. stapedius, die aanhecht aan de stijgbeugel.
- 8 = chorda tympani: tak van de n. facialis loopt direct achter het trommelvlies langs en gaat naar o.a. de speekselklieren.
- 9 = n. facialis
- 10 = v. jugularis interna (bulbus superior)
- 11 = a. carotis interna
- 12 = semicanalis m. tensoris tympani: een kanaal dat in tweeën is gedeeld aan de bovenkant loopt de m. tensoris tympani: spier die aanhecht aan de hamer.
- 13 = semicanalis tubae auditivae: in de onderkant van het kanaal loopt de buis van Eustachius.
- 14 = plica malleolaris anterior
- 15 = malleus
- 16 = membrana tympani, pars flaccida
- 17 = plica malleolaris posterior
- 18 = membrana tympani, pars tensa
Waarvoor zijn de gehoorbeentjes van belang?
- Water heeft andere akoestische eigenschappen dan lucht, er is sprake van een impedantie-mismatch (impedantie is een ander woord voor weerstand). Dat betekend dat als je van lucht naar water gaat dat bijna alles reflecteert, 99% botst af hierdoor wordt de energie niet goed overgedragen). Het kost je minstens 30 dB en in de praktijk kan het nog meer zijn.
- De gehoorbeentjes zorgen er voor dat de kinetische energie zo efficiënt mogelijk op de perilymfe (vloeistof in het binnenoor) in de scala vestibuli wordt overgebracht.
Welke dingen zijn van belang voor de efficiënte overdracht van geluid door de gehoorbeentjes?
Voor de efficiënte overdracht zijn drie dingen van belang:
(1) Hefboomwerking: incus is ca 20% korter dan de malleus, dus 1.2x minder beweging en 1.2x meer druk bij de stapes
(2) Trommelvliesoppervlak is ca. 20x stapes-oppervlak: druk = kracht / oppervlakte. Bij het ovale venster wordt het drukverschil veel groter doordat de stapes een kleiner oppervlakte heeft.
(3) Selectieve geluidsoverdracht op het ovale venster. De vloeistof in de cochlea is niet samendrukbaar. Wanneer er tegelijk druk gegeven wordt op het ronde en ovale venster, is er dus geen geleiding. Er is alleen geleiding wanneer er verschil in kracht is tussen de druk op beide vensters. De stapes drukt alleen op het ovale venster, waardoor de kracht op één venster gegeven wordt. Het ronde venster dient dus alleen om uit te bollen wanneer het ovale venster ingedrukt wordt (antifase).
Welke twee spieren zitten er in het middenoor?
De m. tensor tympani die vast zit aan de hamersteel en de m. stapedius die vastzit aan de stapes. Als deze spieren samentrekken dan verstijft de keten en wordt energie minder goed overgebracht. 1 van de mogelijke functies is dan bescherming tegen hard geluid. Daarnaast spant hij ook aan als je praat daarom klinkt je eigen stem anders dan als je een opname terugluistert.
Wat zie je op dit plaatje?
- lmp: processus brevis (=lateralis) mallei
- pf: pars flaccida (=membraan van Shrapnell)
- pt: pars tensa
- ta: annulus tympanicus
- u: umbo
Wat zie je op dit plaatje?
- ct: chorda tympani (8)
- lmp: processus brevis (=lateralis) mallei
- p: promontorium (6)
- u: umbo
- lig. mallei laterale
Wat zie je op dit plaatje?
- apm: proc. anterior (malleus)
- I: incus
- imj: gewricht incus-malleus
- lpi: incus (proc. lenticularis)
- M: malleus(15)
- ma: manubrium mallei
- p: promontorium
-rwn: nis van het ronde venster - spi: incus (crus breve)
Wat zie je op dit plaatje?
- aml: lig. mallei anterior
- I: incus
- Imj: verbinding incus-malleus
- lpi: incus (proc. lenticularis)
- M: malleus (15)
- Ma: manubrium mallei
- pil: incus (lig. post.)
- sml: lig. mallei superius
- tm: membrana tympani
Wat zie je op dit plaatje?
- eut: buis van Eustachius (semicanalis tubae auditivae (13))
- fn: canalis n. facialis (3)
- sfp: basis stapedius
- sm: musc. stapedius
- st: caput stapedis
- tm: membrana tympani
- ttm: musc. tensor tympani (loopt in semicanalis m.tensoris tympani (12)
- *: aanhechting musc. tensor tympani (vlakbij collum van de hamer)
Wat zie je op dit plaatje?
- epr: recessus epitympanicus
- eut: buis van Eustachius
- tc: cavum tympani
Wat zijn de voorwaarden voor een functioneel middenoor?
- Vrij bewegend trommelvlies: na ontstekingen kan er soms zo veel littekenweefsel zijn ontstaan dat het trommelvlies niet goed meer kan trillen.
- Luchthoudend middenoor: als er vocht achter zit dan kan het trommelvlies veel minder goed bewegen.
- Mobiele en intacte gehoorbeentjes: trauma, operaties en ontstekingen kunnen schade veroorzaken aan de gehoorbeentjes.
Hoe onderzoek je het oor en gehoor?
- Anamnese
- Otoscopie
- Gehooronderzoek: bepaling aard en ernst gehoorverlies:
o Geleidingsverlies
o Perceptief verlies - Beelvorming: MRI, CT-scan
Wat vraag je uit bij de anamnese naar het oor/gehoor?
- Oor
1. afwijkt gevoel: pijn, jeuk, drukgevoel
2. loopoor (nat oor: pus, liquor, bloed) - Gehoor
1. Verminderd
2. extra geluid: suizen (= tinitis, continu of pulsatiel), klikken
o Bij gehoorverlies kan er een fantoomgeluid ontstaan: suizen. De hersenen krijgen minder signaal binnen en gaan hiervoor zelf compenseren, het gaat dan een geluid invullen wat er helemaal niet is.
3. anders: vervorming, hyperacusis - Evenwicht
- N VII (klachten van de n. facialis)
- Algemene klachten, voorgeschiedenis
Hoe beoordeel je het trommelvlies bij otoscopie?
- Kleur: rood bij infectie en glomustumor, wit bij sclerose, pus en cholesteatoom, geel bij OME, blauw bij hematotympanum
- Stand: normaal, bomberend, ingetrokken
- Structuur: normaal, sclerose, atrofie, perforatie
- Glans: dof bij infectie, sclerose
- Mobiliteit: normaal, verminderd, opgeheven
Hoe beschrijf je dit trommelvlies?
Linkeroor, kleur: wit/rood, stand: bomberend (er zit pus achter), motiliteit zal verminderd zijn. Beeld dat past bij Otitis media acuta.