VO 2.2 Klinische neurofysiologie Flashcards

1
Q

Wat meet het EEG?

A
  • Registratie van elektrische activiteit hersenen
  • Met name synaptische transmissie in de neocortex
  • Niet van de gehele cortex wordt gemeten (de volgende gebieden kunnen we niet meten: interhemisferisch, frontobasaal, mesiotemporaal)
  • Ook de kleinste signalen zijn een optelsom van de activiteit van vele duizenden neuronen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn de indicaties voor een EEG?

A
  • Verdenking op epilepsie
    o Twijfel aan de aard van aanvallen
    o Diagnostiek van epilepsiesyndromen
    o Verdenking niet convulsieve status epilepticus bij comateuze patiënt
    o Vaststellen van ‘focus’ bij overweging epilepsiechirurgie
    o Ambulante registratie bij frequente onduidelijke aanvallen
  • Analyse van slaapstoornissen
    o Samen met registratie van ademhaling, spieractiviteit, ECG, gedurende het slapen (polysomnografie)
  • Bewaking bij operaties:
    o Bijv. bij operaties aan de a. carotis, om dreigende hemisfeer-ischemie te signaleren.
    o Verandering EEG activiteit kan ook duiden op verminderde doorbloeding
  • Vaststellen hersendood: wettelijk verplicht bij het vaststellen van hersendood voorafgaand aan orgaandonatie.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn de kenmerken van de EEG elektroden?

A
  • Elektroden meten de hersenactiviteit van de onderliggende cortex
  • Standaard ongeveer 20 elektroden
  • Lage weerstand overgang elektroden-hoofdhuid
  • Elektroden kunnen ook subduraal of intraparenchymateus worden geplaatst: naald of op de hersenen zelf tijdens een operatie.
    In stappen van 10/20% zetten we allerlei elektroden. Vanaf het inion naar het nasion en van oor tot oor.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe ziet een EEG-procedure eruit?

A

Registratieduur minimaal 20-30 minuten
Reactiviteit
- Ogen geopend of dicht
- Tactiele stimulatie (afname mu ritme)
- (Geluid, pijn)
Provocatiemethoden
- Lichtflitsprikkeling (LFP)
- Hyperventilatie (HV): hiermee verander je de exciteerbaarheid van de neuronen. Met name absences worden hierdoor uitgelokt.
- Slaap, slaaponthouding
- (Specifieke stimulus)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de indeling van de EEG activiteiten?

A

De golfjes hebben een bepaalde frequentie. Bèta is het snelst, alfa zien we het meest, thèta is traag en delta is het allertraagst.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat betekend OD?

A

OD met pijl naar links: links daarvan zijn de ogen dicht. Tussen elke verticale lijn zit een tijdsduur van 1 sec.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is het alfa-ritme?

A

Occipitaalritme moet boven de 8 Hz zijn (alfa ritme). Als iemand zijn ogen open doet verdwijnt dit ritme.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is het mu-ritme?

A

Mu-ritme: verdwijnt aan de tegengestelde kant waar je een vuist maakt. Dit zit centraal.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat kun je concluderen als de achtergrondritmes afwijkend zijn?

A

Zijn deze achtergrond ritmes afwijkend dan is er sprake van een encephalopathie of een functiestoornis.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe ziet een normaal slaappatroon eruit?

A

N1 tot N3 is non-REM slaap (N3 –> N2 –> N1 en daarna krijg je REM-slaap). Rem-slaap is zwart gekleurd. Mensen hebben gemiddeld 3-4 slaapcycli. Het patroon kan verstoord zijn bij slaapproblematiek.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke soorten registraties kun je doen bij de diagnostiek van aanvallen?

A
  • Standaard EEG: 20-30 minuten
  • EEG na (partiële) slaapdeprivatie: 40-60 minuten
    o meer epileptiforme afwijkingen
    o daarnaast extra provocatie epileptiforme activiteit
    o Indicatie: verdenking epilepsie + standaard EEG niet conclusief
  • 24-uurs EEG, met of zonder video registratie (als je nog steeds niks hebt gevonden)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe zien epileptieforme EEG afwijkingen eruit?

A

Epileptiforme afwijkingen zijn EEG activiteiten die:
- zich duidelijk onderscheiden van de rest van het EEG
- lijken op afwijkingen zoals bekend bij epilepsie
De associatie met epilepsie is verschillend per type epileptiforme afwijking
Piekgolfcomplex is sterk geassocieerd met epilepsie. Een zo’n piek geeft geen klinische verschijnselen. Je krijgt pas kenmerken als je een lange reeks hebt van piekgolven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is de indeling van epilepsie naar lokalisatie?

A
  • Focale epilepsie: epileptische aanvallen die op grond van kliniek en EEG in één omschreven deel van de cortex beginnen
  • Gegeneraliseerde epilepsie: epileptische aanvallen die op grond van kliniek en EEG gelijktijdig in beide hemisferen beginnen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zie je op dit plaatje?

A

Complexe van 3 Hz zijn heel kenmerkend voor een abcence epilepsie: je ziet het wel gegeneraliseerd. Dit verdwijnt meestal ook op oudere leeftijd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welk deel van de mensen met epilepsie heeft epileptiforme afwijkingen op één standaard EEG?

A
  • Altijd afwijkingen: 35%
  • Soms afwijkingen: 50%
  • Nooit afwijkingen: 15%
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welk deel van de EEG’s van mensen met epilepsie bevat epileptiforme afwijkingen?

A
  • één standaard EEG: 50%
  • standaard en aanvullend slaap: 80%
  • herhaald standaard en slaap: 92%
  • consistent negatief: 8%
17
Q

Wat zijn de artefacten die optreden bij een EEG?

A
  • Bewegen van hoofd (spieractiviteit wordt ook opgepikt door de elektronen: dus patiënt moet rustig liggen en ontspannen: = elektromyografische activiteit), bewegen van de ogen (= electro-oculografische activiteit: ladingen van de retina bewegen dus dit wekt stroom op), knipperen (ook elektro-oculografische activiteit).
  • Mechanische beweging van de elektroden: de elektroden zijn niet goed stabiel.
  • Elektrische interferentie van computers, spanningsbronnen en fluorescente lampen (50 Hz). Deze signalen kunnen worden opgepikt door de elektronen: dus een normale ruimte is afgeschermd van elektronica.
  • Amplitudes hoger dan 50 micro V.
18
Q

Wat zijn de alfa waves?

A

Rustpotentiaal: dus die synchroniseren als je je ogen dicht hebt en dan tellen ze bij elkaar op: hierdoor heb je bij gesloten ogen een hogere amplitude. Bij ogen open ligt die lager omdat dan verschillende gebieden verschillende taken hebben.

19
Q

Wanneer wordt de bèta activiteit hoger?

A

Bij benzo’s.

20
Q

Wat zie je bij hyperventilatie?

A

Na verloop van tijd krijg je een toename van delta activiteit. Ook als je stopt met hyperventilatie dan houdt het ook nog even aan. Je voert meer CO2 af dan normaal: de reactie hierop vasoconstrictie in het brein treedt pas later op, dit hersteld ook pas na het stoppen met hyperventileren.