ZO 1.4 Herseninfarct Flashcards

1
Q

Een 35-jarige patiënte wordt, na telefonisch overleg met de huisarts, gepresenteerd op de spoedeisende hulp met een verlamming van de rechter lichaamshelft. Zij kan spreken, maar gebruikt korte woorden en ook het begrip is niet intact. Bij onderzoek zijn er de genoemde bevindingen. De bloeddruk is 160/95 mmHg. Van haar echtgenoot verneem je dat zij een blanco medische voorgeschiedenis heeft, alleen de orale anticonceptiepil gebruikt en dat de zwakte 20 minuten geleden is ontstaan.
Kan een hersenbloeding bij patiënte op basis van bovenstaande gegevens worden uitgesloten? Hoe wordt onderscheid gemaakt tussen een herseninfarct en een hersenbloeding?

A

Nee. Met een CT-scan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Een 35-jarige patiënte wordt, na telefonisch overleg met de huisarts, gepresenteerd op de spoedeisende hulp met een verlamming van de rechter lichaamshelft. Zij kan spreken, maar gebruikt korte woorden en ook het begrip is niet intact. Bij onderzoek zijn er de genoemde bevindingen. De bloeddruk is 160/95 mmHg. Van haar echtgenoot verneem je dat zij een blanco medische voorgeschiedenis heeft, alleen de orale anticonceptiepil gebruikt en dat de zwakte 20 minuten geleden is ontstaan.
Waar lokaliseer je de afwijking bij deze patiënt?

A

In de linker hemisfeer, zeer uitgebreide corticale laesie (want er is globale afasie) met betrokkenheid van de frontaal- en temporaalkwab.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Een 35-jarige patiënte wordt, na telefonisch overleg met de huisarts, gepresenteerd op de spoedeisende hulp met een verlamming van de rechter lichaamshelft. Zij kan spreken, maar gebruikt korte woorden en ook het begrip is niet intact. Bij onderzoek zijn er de genoemde bevindingen. De bloeddruk is 160/95 mmHg. Van haar echtgenoot verneem je dat zij een blanco medische voorgeschiedenis heeft, alleen de orale anticonceptiepil gebruikt en dat de zwakte 20 minuten geleden is ontstaan.
Als er sprake is van een herseninfarct, bij welk stroomgebied (a.cerebri media, a. cerebri anterior, etcetera) passen de klachten?

A

a. cerebri media

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Een 35-jarige patiënte wordt, na telefonisch overleg met de huisarts, gepresenteerd op de spoedeisende hulp met een verlamming van de rechter lichaamshelft. Zij kan spreken, maar gebruikt korte woorden en ook het begrip is niet intact. Bij onderzoek zijn er de genoemde bevindingen. De bloeddruk is 160/95 mmHg. Van haar echtgenoot verneem je dat zij een blanco medische voorgeschiedenis heeft, alleen de orale anticonceptiepil gebruikt en dat de zwakte 20 minuten geleden is ontstaan.
Welke risicofactoren heeft de patiënte voor een herseninfarct?

A

Orale anticonceptie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Een 35-jarige patiënte wordt, na telefonisch overleg met de huisarts, gepresenteerd op de spoedeisende hulp met een verlamming van de rechter lichaamshelft. Zij kan spreken, maar gebruikt korte woorden en ook het begrip is niet intact. Bij onderzoek zijn er de genoemde bevindingen. De bloeddruk is 160/95 mmHg. Van haar echtgenoot verneem je dat zij een blanco medische voorgeschiedenis heeft, alleen de orale anticonceptiepil gebruikt en dat de zwakte 20 minuten geleden is ontstaan.
Komt de patiënte in aanmerking voor trombolytica? Waarom?

A

Ja, de uitval is minder dan 4½ uur tevoren ontstaan en er is geen contra-indicatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Een 35-jarige patiënte wordt, na telefonisch overleg met de huisarts, gepresenteerd op de spoedeisende hulp met een verlamming van de rechter lichaamshelft. Zij kan spreken, maar gebruikt korte woorden en ook het begrip is niet intact. Bij onderzoek zijn er de genoemde bevindingen. De bloeddruk is 160/95 mmHg. Van haar echtgenoot verneem je dat zij een blanco medische voorgeschiedenis heeft, alleen de orale anticonceptiepil gebruikt en dat de zwakte 20 minuten geleden is ontstaan.
Als er een indicatie is voor trombolytica moet deze therapie zo snel mogelijk gegeven worden. Is het raadzaam om de CT scan pas na de start van de behandeling te geven om tijd te winnen? Onderbouw je antwoord.

A

Nee! Time is Brain, hoe eerder behandeld wordt hoe beter, maar er moet altijd eerst met een CT-scan een hersenbloeding worden uitgesloten, want dan mogen trombolytica nooit gegeven worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Een 35-jarige patiënte wordt, na telefonisch overleg met de huisarts, gepresenteerd op de spoedeisende hulp met een verlamming van de rechter lichaamshelft. Zij kan spreken, maar gebruikt korte woorden en ook het begrip is niet intact. Bij onderzoek zijn er de genoemde bevindingen. De bloeddruk is 160/95 mmHg. Van haar echtgenoot verneem je dat zij een blanco medische voorgeschiedenis heeft, alleen de orale anticonceptiepil gebruikt en dat de zwakte 20 minuten geleden is ontstaan.
De CT scan toont een corticaal herseninfarct.
Wat is bij deze patiënte de meest waarschijnlijke oorzaak?

A

Een tromboembolie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Een 35-jarige patiënte wordt, na telefonisch overleg met de huisarts, gepresenteerd op de spoedeisende hulp met een verlamming van de rechter lichaamshelft. Zij kan spreken, maar gebruikt korte woorden en ook het begrip is niet intact. Bij onderzoek zijn er de genoemde bevindingen. De bloeddruk is 160/95 mmHg. Van haar echtgenoot verneem je dat zij een blanco medische voorgeschiedenis heeft, alleen de orale anticonceptiepil gebruikt en dat de zwakte 20 minuten geleden is ontstaan.
De CT scan toont een corticaal herseninfarct.
Waarom moet de patiënte na behandeling van de acute klachten hierna levenslang secundaire profylaxe gebruiken? Onderbouw je antwoord. Welke medicijnen komen daarvoor in haar geval in aanmerking? Schrijf alle medicijnen op, met de dosering. Welk advies zou je patiënte geven?

A

Ja. Iedere patiënt die een herseninfarct heeft doorgemaakt heeft een aanzienlijk risico voor herhaling van tenminste 6% per jaar. Medicatie bestaat uit acetylsalicylzuur (Aspirine, Ascal) en dipyridamol (Persantin). Bij contra-indicatie Clopidogrel. Verder standaard een cholesterolverlagend middel (statine) en een bloeddrukverlagend middel, b.v. een diureticum. Verder is het advies om de pil te staken!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Een 77-jarige man wordt 6 uur na het begin van de klachten gepresenteerd op de spoedeisende hulp met een verlamming van de rechter lichaamshelft. Patiënt vertelt hoofdpijn te hebben en minder goed te kunnen lopen. Bij onderzoek vind je ernstige zwakte van het rechter been en in veel mindere mate van de rechterarm. De bloeddruk is 210/100 mmHg. Hij is bekend met hypertensie en claudicatio intermittens en tevens heeft hij zijn hele leven gerookt. Hij gebruikt Ascal 100 mg.
Moet deze patiënt op de stroke-unit worden opgenomen, mede gezien zijn leeftijd? Verklaar je antwoord.

A

Iedere patiënt moet op de Stroke Unit worden opgenomen, ongeacht de leeftijd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Een 77-jarige man wordt 6 uur na het begin van de klachten gepresenteerd op de spoedeisende hulp met een verlamming van de rechter lichaamshelft. Patiënt vertelt hoofdpijn te hebben en minder goed te kunnen lopen. Bij onderzoek vind je ernstige zwakte van het rechter been en in veel mindere mate van de rechterarm. De bloeddruk is 210/100 mmHg. Hij is bekend met hypertensie en claudicatio intermittens en tevens heeft hij zijn hele leven gerookt. Hij gebruikt Ascal 100 mg.
Waar lokaliseer je de klachten?

A

In de linker hemisfeer, parasagittaal.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Een 77-jarige man wordt 6 uur na het begin van de klachten gepresenteerd op de spoedeisende hulp met een verlamming van de rechter lichaamshelft. Patiënt vertelt hoofdpijn te hebben en minder goed te kunnen lopen. Bij onderzoek vind je ernstige zwakte van het rechter been en in veel mindere mate van de rechterarm. De bloeddruk is 210/100 mmHg. Hij is bekend met hypertensie en claudicatio intermittens en tevens heeft hij zijn hele leven gerookt. Hij gebruikt Ascal 100 mg.
Bij welk stroomgebied passen de klachten?

A

A. cerebri anterior

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Een 77-jarige man wordt 6 uur na het begin van de klachten gepresenteerd op de spoedeisende hulp met een verlamming van de rechter lichaamshelft. Patiënt vertelt hoofdpijn te hebben en minder goed te kunnen lopen. Bij onderzoek vind je ernstige zwakte van het rechter been en in veel mindere mate van de rechterarm. De bloeddruk is 210/100 mmHg. Hij is bekend met hypertensie en claudicatio intermittens en tevens heeft hij zijn hele leven gerookt. Hij gebruikt Ascal 100 mg.
De CT scan toont een infarct in de linker hemisfeer. De patiënt is rechtshandig.
Welk neurologisch symptoom verwacht je als de patiënt een corticiaal infarct in het stroomgebied van de a. cerebri media had gehad?

A

Afasie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Een 77-jarige man wordt 6 uur na het begin van de klachten gepresenteerd op de spoedeisende hulp met een verlamming van de rechter lichaamshelft. Patiënt vertelt hoofdpijn te hebben en minder goed te kunnen lopen. Bij onderzoek vind je ernstige zwakte van het rechter been en in veel mindere mate van de rechterarm. De bloeddruk is 210/100 mmHg. Hij is bekend met hypertensie en claudicatio intermittens en tevens heeft hij zijn hele leven gerookt. Hij gebruikt Ascal 100 mg.
Waardoor zou bij deze patiënt het herseninfarct veroorzaakt kunnen zijn? Welke risicofactoren zijn van toepassing bij deze patiënt?

A

Waarschijnlijk een lacunair infarct, d.w.z. small vessel disease, op basis van de klachten. Risicofactoren zijn roken en hypertensie. Large vessel disease (in dit geval van de a carotis) is niet uitgesloten mede gezien de aanwezigheid van claudicatio intermittens, ook een vorm van large vessel disease.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Een 77-jarige man wordt 6 uur na het begin van de klachten gepresenteerd op de spoedeisende hulp met een verlamming van de rechter lichaamshelft. Patiënt vertelt hoofdpijn te hebben en minder goed te kunnen lopen. Bij onderzoek vind je ernstige zwakte van het rechter been en in veel mindere mate van de rechterarm. De bloeddruk is 210/100 mmHg. Hij is bekend met hypertensie en claudicatio intermittens en tevens heeft hij zijn hele leven gerookt. Hij gebruikt Ascal 100 mg.
Welke vier soorten van aanvullend onderzoek verricht je bij deze patiënt? Motiveer ieder onderzoek.

A

CT-scan (onderscheid infarct – bloeding; type en uitgebreidheid infarct); bloedonderzoek (hematocriet, bezinking, glucose, cholesterol), ECG (cardiale ischemie, ritme- of geleidingsstoornis), duplex (toch screening op large vessel disease, hoewel een lacunair infarct waarschijnlijker is).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Een 77-jarige man wordt 6 uur na het begin van de klachten gepresenteerd op de spoedeisende hulp met een verlamming van de rechter lichaamshelft. Patiënt vertelt hoofdpijn te hebben en minder goed te kunnen lopen. Bij onderzoek vind je ernstige zwakte van het rechter been en in veel mindere mate van de rechterarm. De bloeddruk is 210/100 mmHg. Hij is bekend met hypertensie en claudicatio intermittens en tevens heeft hij zijn hele leven gerookt. Hij gebruikt Ascal 100 mg.
Hoe moet de patiënt in het acute stadium op de Stroke Unit worden behandeld?

A

Monitoring van bloeddruk, pols, temperatuur en zuurstofsaturatie. Aspirine 100 mg. Laag moleculaire heparine zolang het been niet goed bewogen kan worden als diep veneuze trombose profylaxe. Zo snel mogelijk mobiliseren in samenspraak met revalidatiearts.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Een 62-jarige vrouw heeft een aanval gehad van plotseling onduidelijk spreken, draaiduizeligheid en slikklachten. De klachten hebben ongeveer 10 minuten geduurd. Bij onderzoek vind je atriumfibrillatie, verder geen afwijkingen. Zij is bekend met hypertensie en hypercholesterolemie.
Bij welk stroomgebied passen de klachten?

A

Vertebrobasilaire stroomgebied, lokalisatie medulla oblongata.

17
Q

Een 62-jarige vrouw heeft een aanval gehad van plotseling onduidelijk spreken, draaiduizeligheid en slikklachten. De klachten hebben ongeveer 10 minuten geduurd. Bij onderzoek vind je atriumfibrillatie, verder geen afwijkingen. Zij is bekend met hypertensie en hypercholesterolemie.
Verwacht je bij die lokalisatie bewusteloosheid? Verklaar je antwoord.

A

Nee, het ARAS systeem dat het bewustzijn regelt, bevindt zich juist bovenin de hersenstam.

18
Q

Een 62-jarige vrouw heeft een aanval gehad van plotseling onduidelijk spreken, draaiduizeligheid en slikklachten. De klachten hebben ongeveer 10 minuten geduurd. Bij onderzoek vind je atriumfibrillatie, verder geen afwijkingen. Zij is bekend met hypertensie en hypercholesterolemie.
Wat is de meest waarschijnlijke oorzaak op grond van de voorgeschiedenis?

A

atriumfibrillatie, en derhalve een embolie uit het hart

19
Q

Een 62-jarige vrouw heeft een aanval gehad van plotseling onduidelijk spreken, draaiduizeligheid en slikklachten. De klachten hebben ongeveer 10 minuten geduurd. Bij onderzoek vind je atriumfibrillatie, verder geen afwijkingen. Zij is bekend met hypertensie en hypercholesterolemie.
Wat is bij deze patiënte de beste profylactische behandeling?

A

orale antistolling (Sintrom of Marcoumar).

20
Q

Geef per bloedvat aan welke symptomen ontstaan wanneer de bloedtoevoer ervan naar hersenen, hersenstam en cerebellum gestoord is.

21
Q

Noem vijf symptomen die typisch zijn voor TIA en vijf symptomen die niet bij TIA voorkomen.