HC 3.4 Het visueel systeem: centrale organisatie en verwerking Flashcards

1
Q

Welke twee soorten ganglioncellen zijn er?

A
  • Magno cellen: input van staafjes: helderheid-contrast
  • Parvo cellen: input van kegeltjes: kleur
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe reageert een retinale ganglioncel op de verschillende typen licht?

A

Volledig bedekt of geen licht dan reageert die op een rust niveau van actiepotentialen. Komt er alleen maar licht op de ON-bipolaire cellen dan wordt de hoeveelheid actiepotentialen hoger, komt er alleen licht op de OFF-bipolaire cellen dan wordt de hoeveelheid actiepotentialen lager. Bedekt het voor een groter deel de OFF-bipolaire cellen dan de ON-bipolaire cellen, dan wordt de hoeveelheid actiepotentialen minder dan de rust-potentiaal.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe zien we kleuren?

A

We hebben drie typen kegeltjes. Zijn ze allemaal geactiveerd dan zie je wit. Zijn ze allemaal apart meer geactiveerd dan zie je groen, rood of geel. Zijn er twee geactiveerd dan zie je paars of roze, etc. Als je naar 1 golflengte kijkt dan activeert het eigenlijk alle kegeltjes maar sommige meer dan andere (je krijgt dus een verschillende activiteit in de verschillende typen kegeltjes). Aan de hand van de verdeling van de geactiveerde kegeltjes krijg je een kleur en die leer je op latere leeftijd bij naam te benoemen. Dit signalen krijg je binnen in de hersenen via de Parvo-RG-cellen. Bijv: Long kegel weinig geactiveerd en medium kegel veel geactiveerd dan leer je daar groen tegen zeggen. Long kegel veel geactiveerd en medium weinig dan leer je daar rood tegen zeggen. Dus de verhouding in activiteit van de ene kegel vs de andere type kegel bepaald de kleur die we zien.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat gebeurt er als je lang staart naar dit plaatje?

A

De witte bolletjes krijgen dan de tegengestelde kleur als in het andere plaatje: roze, paars, blauw, oranje. Dit komt omdat door het staren je tijdelijk dat kegeltje minder gevoelig maakt. Dit komt omdat je het overstimuleert.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waarom komt kleurenblindheid meer voor bij mannen?

A

Het is X-chromosoom gebonden. Nog steeds worden alle golflengtes waargenomen maar je hecht er andere kleuren aan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe gaat de informatie van de retinale ganglioncellen verder de hersenen in?

A

n. opticus treedt uit bij de papil. De axonen gaan voor het grootste deel (90%) naar je thalamus (Lateraal Geniculate Nucleus): voor de visuele informatie verwerking. De overige 10% gaan naar andere structuren:
- Hypothalamus (dag-nacht cyclus): hier gaan andere retinale ganglioncellen naartoe niet de magno- en parvo- cellen.
- Pretectum (pupil reflex)
- Superior Colliculus (betrokken bij de reflexmatige oog/hoofd bewegingen): je beweegt dus al voordat je iets hebt gezien. Dit kan blijven bestaan bij mensen die corticaal blind zijn (dit heet blind sight).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is het verschil tussen wat de hemisfeer ziet en wat het oog ziet?

A

De laterale Geniculate nucleus is een kern in de thalamus. 1 LGN en 1 hemisfeer ziet maar 1 kant van de wereld terwijl het oog zelf twee kanten van de wereld ziet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe projecteert wat je ziet op het netvlies?

A

De oog heeft een lens en die zorgt ervoor dat alles omgekeerd/gespiegeld op het netvlies valt: links wordt rechts en boven wordt onder. Het puntje waar je op focust komt precies op je fovea. Nergens in je brein wordt dit beeld weer recht gezet. Een bepaald deel van de axonen die van de linkerkant van je retina komt gaan naar de linkerkant van je hersenen en een bepaald deel van de axonen die van de rechterkant komen gaan naar de rechterkant van je hersenen. Omdat het beeld dus gespiegeld is zie je met je linkerhemisfeer de rechterkant van het beeld en met je rechterhemisfeer links.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe komt de boven en onderkant van de wereld in de occipitaalkwab?

A

Daarnaast blijft de informatie die uit de bovenkant van de retina komt aan de bovenkant van de thalamus en gaat door de pariëtaalkwab. En de informatie die van de onderkant van de retina komt die blijft aan de onderkant die gaan via de temporaalkwab. Dus de onderkant van de wereld wordt verwerkt in de bovenkant van de occipitaalkwab en de bovenkant van de wereld in de onderkant van de occipitaalkwab. In de occipitaalkwab zit een groot gebied aan cellen die zich bezig houdt met de visuele informatie die binnenkomt via de macula.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Benoem de verschillende visuele veld defecten en waar dan de neurologische schade zich bevindt?

A

Bij E zie je dat de fovea veelal gespaart blijft dit komt omdat er veel dwarsverbindingen aanwezig zijn. Kwadrantopsie ontstaat door een afwijking in of alleen de temporaalkwab of de parietaalkwab.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat houdt de oogvoorkeur in binnen het LGN?

A

Het zit aan de laterale zijde van de thalamus, is een beetje knievormig: zit een gebogen structuur in. Hier vinden we cellen die reageren op de informatie van het ene oog en van het andere oog. 1 cel houdt zich maar bezig met informatie afkomstig uit 1 oog. Er zijn in het LGN 6 lagen te onderscheiden: de cellen in één laag houden zich bezig met hetzelfde oog. (3 lagen ipsilateraal en 3 lagen contralateraal oog). Daarnaast onderscheiden we de lagen nog op een andere manier: 4 lagen houden zich bezig met parvo-RG-cellen (bovenste vier) en 2 lagen houden zich bezig met magno-RG-cellen (onderste twee: deze lagen zijn ook het dunst). De LGN projecteert naar laag 4 in de primaire visuele cortex (cortex bestaat uit 6 lagen).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is het gevolg van een laesie in de LGN?

A

Afhankelijk van de getroffen laag heeft het gevolgen voor het contralaterale oog of het ipsilaterale oog. En heeft het invloed op het zien van helderheid-contrast of op het zien van kleur. Maar mensen merken dit meestal niet: het zou heel specifiek in de fovea moeten zitten voordat mensen dit oppakken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe komt de informatie van de LGN binnen in de occipitaalkwab?

A

Ook de cellen in laag 4 van de primaire visuele cortex houden zich ook maar bezig met 1 cel: dus ze zijn ook monoculair. Vanaf laag 4 gaat de informatie naar andere lagen en hierbij vindt vermenging plaats van de informatie van beide ogen. In de andere lagen zitten ook cellen die alleen maar reageren op 1 oog (dit omdat ze net boven de plek zitten waar de informatie in laag 4 binnenkomt), maar ook cellen die reageren op beide ogen. Je hebt dus een verschil in beeld tussen beide ogen en dit is dus nodig om uiteindelijk diepte te kunnen zien.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Waar komt alle informatie van de cortex binnen?

A

In laag vier dit geldt voor alle gebieden in de cortex.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe kunnen we plaatjes zien?

A

De cellen in de visuele cortex reageren op verschillende prikkels, waaronder oriëntatie. Sommige cellen blijken op oriëntatie te reageren, wat betekent dat aparte cellen gevoeliger zijn voor verschillende richtingen van lijntjes. Er is in principe geen enkele cel in V1 die het volledige plaatje ziet, dit gebeurt pas in de temporale cortex, waar alles samengevoegd wordt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat gebeurt er met de informatie uit de visuele cortex?

A

Naast V1 zijn er nog veel meer gebieden betrokken bij het visuele systeem. De gespreide activiteit van alle neuronen zorgt ervoor dat de mens dingen bewust waarneemt. Vanaf V1 (visuele cortex 1) lopen er neuronen naar verschillende hersengebieden. Vanuit V1 lopen de dorsale en ventrale stroom. De stroom boven langs het hoofd naar de pariëtaalkwab (MT) is de dorsale stroom. De ventrale stroom loopt onderlangs naar de temporaalkwab (V4). De dorsale stroom heeft te maken met waar dingen zijn, het gaat dus om plaats, maar ook om beweging. De ventrale stroom heeft meer met vorm en kleur te maken: wat zijn dingen? Dit moet de arts ook kennen, zodat deze neurologische schade kan detecteren.