Week 4 - PD. Bekkenbodemproblematiek :) Flashcards

1
Q

Pathogenese van bekkenbodem klachten?

A
  1. Vaste factoren
  2. Luxerende factoren (forceps bevalling)
  3. Omstandigheden
  4. Decompenserende factoren (verouderingsziekteproces)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is belangrijkste kenmerken van veroudering bij de vrouw

A

Ontbreken oestrogeen na 51e jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Functie bekkenbodem?

A
  • Afsluitmechanisme
  • Ondersteuning van de organen en daardoor minder stress op de ligamenten

Functie:
- Bij relaxatie of beschadiging vd spieren: alle kracht op ligamenten
- Leidt uiteindelijk tot schade aan bindweefsel
- Kan leiden tot prolaps
- Ook neuromusculaire schade kan leiden tot prolaps en incontinentie (baring)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Risicofactoren van prolaps?

A
  • Vaginale bevalling (groot kind >4kg en >pariteit)
  • > BMI
  • Obstructief long lijden
  • Positieve fam anam
  • zwaar lichamelijk werk
  • Operatief (hyperectomoe of eerdere prolaps chrirurgie)
  • Roken
  • Blijkbaar… ook menopauze (vanuit tt)
  • NIET -> urge incontinentie [foute antwoord] (vanuit tt)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat voor structuur is bekkenbodem?

A

Soort trechter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke ophangingen bekkenbodem?

A

Dorsaal: sacrum
Lateraal: lig. sacrospinale
Ventraal: os ischii

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke trechter structuur?

A

VBentraal: m. levator ani
m. pubococcygeus
m. puberrectalis
m. iliococcygeus
Dorsaal:
m. coccygeus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

iuepste punt:

A

Anus met in de midline
Dorsaal: lig. anococcygeus
Ventraal: perineal body

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke 2 mechanismes die bekken organen steunen?

A

Passieve steun:
Wordt geleverd door ligamenten en fasciale structuren, zoals de bekkenbodemspieren en het bekkenligament. Deze zorgen voor een stabiele anatomische positionering.

Actieve steun:
Wordt geleverd door de contractiele activiteit van de bekkenbodemspieren (m. levator ani en m. coccygeus) en het diafragma pelvis, die actief bijdragen aan het ondersteunen van de organen, vooral bij verhoogde intra-abdominale druk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke bekkenbodem spieren? 3 delen? en door wat geinnerveert?

A

Levator ani:
m. puborectalis
m. pubococcygeus
m. ileo-coccygeus

Invervastie n. pudendus en S3 segment

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is pubocervicale fascia?

A

A:
De pubocervicale fascia is een sterke bindweefselstructuur die de blaas en de vagina ondersteunt. Het loopt van het schaambeen naar de baarmoederhals en zorgt voor:

Steun: Voorkomt verzakking van de blaas en de vaginawand.
Stabiliteit: Werkt samen met de bekkenbodemspieren en ligamenten om de positie van de bekkenorganen te handhaven.
Integratie: Verbindt verschillende fasciale lagen in het bekkengebied, wat bijdraagt aan de functionele eenheid van het bekken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is paracolpium?

A

A:
Het paracolpium is een bindweefselstructuur rondom de vagina die:

Locatie: Verbindt de laterale vaginawanden met omliggende bekkenstructuren, zoals de bekkenwand.
Functie:
Zorgt voor ondersteuning van de vagina en voorkomt verzakking.
Bevat bloedvaten, zenuwen en lymfevaten die de vagina en omliggende structuren voorzien.
Samenstelling: Bestaat uit vezelig en vetachtig bindweefsel dat flexibel maar stevig is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke niveau meer betrokken bij een probleem?

A

Niveau 1, dus ischial spine en sacrospinale ligament

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Q: Wat is een prolaps bij de bekkenbodem?

A

A:
Een prolaps bij de bekkenbodem is het verzakken van een of meer bekkenorganen (zoals de blaas, baarmoeder of rectum) door zwakte van de ondersteunende structuren.

Oorzaken:

Zwakte in de bekkenbodemspieren of ligamenten.
Verhoogde intra-abdominale druk (bijv. door zwangerschap, bevalling, chronisch hoesten).
Veroudering en hormonale veranderingen (zoals oestrogeendaling).
Typen prolaps:

Cystocele: Verzakte blaas naar de voorwand van de vagina.
Rectocele: Verzakt rectum naar de achterwand van de vagina.
Uteriene prolaps: Verzakte baarmoeder in of buiten de vaginale opening.
Enterocele: Verzakkend dunne darm naar de achterwand van de vagina.
Topprolapse:
Een topprolaps is een verzakking van de top van de vagina, die meestal voorkomt na een hysterectomie (verwijdering van de baarmoeder). Hierbij zakt de vaginale top (de plek waar de baarmoeder eerder zat) naar beneden richting of buiten de vaginale opening.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Gestandardiseerde anamnesen?

A
  • VG
  • Pariteit
  • Klachten: prolaps, mictie, defaecatie en seksualiteit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

pariteit

A

Pariteit verwijst naar het aantal keren dat een vrouw een zwangerschap heeft voldragen tot een levensvatbare leeftijd (meestal vanaf 24 weken zwangerschap), ongeacht of de baby levend of dood is geboren.

17
Q

Symptomen?

A
  • Zwaar gevoel
  • toename aan eind vd dag
  • Dyspareunie
  • lage rugpijn
18
Q

Behandeling prolaps?

A
  • Niets doen
  • Passerium/ring
  • Fysiotherapie
  • Operatie +/- mesh
19
Q

Notities?

A

Wat bedoelt u met verzakking wat is een ring? een porseleine ring? (=passerium)

Waarin? Baarmoeder

20
Q

VUE? AW en VW plastiek? Burch Ingreep?

A

Definitie: Een operatieve verwijdering van de baarmoeder via de vagina.

AW-plastiek: Cystocele (verzakking van de blaas naar de vaginale voorwand).
VW-plastiek: Algemene vaginale verzakking waarbij de vaginawand structureel wordt verstevigd.

Definitie: Chirurgische ingreep om stressincontinentie te behandelen. Hierbij wordt het bindweefsel rond de urethra en blaas omhoog getrokken en vastgezet aan de bekkenligamenten.

21
Q
A