HC.1 - Epigenetica en imprinting Flashcards
Q: Wat is epigenetica?
A: Epigenetica is de studie van erfelijke veranderingen in genfunctie zonder veranderingen in de DNA-sequentie.
Q: Wat reguleren epigenetische veranderingen?
- Genexpressie
- Celidentiteit
- Ontwikkelingsprocessen
Q: Wat is DNA-methylering?
A: Het toevoegen van een methylgroep aan cytosine in CpG-dinucleotiden, wat vaak genexpressie onderdrukt.
Q: Hoeveel procent van de CpG’s in het menselijk genoom is gemethyleerd?
A: Ongeveer 70%.
Q: Wat is chromatine remodeling?
A: Het proces waarbij de structuur van chromatine wordt aangepast om toegang tot DNA te reguleren voor transcriptie.
Q: Wat is genomic imprinting?
A: Een proces waarbij één van de twee ouderlijke allelen selectief wordt uitgeschakeld door epigenetische mechanismen.
Q: Waarom is genomic imprinting belangrijk?
A: Het zorgt voor ouder-specifieke genexpressie, wat cruciaal is voor normale groei en ontwikkeling.
Q: Wat zijn voorbeelden van imprintingstoornissen?
- Prader-Willi syndroom: Ontstaat door een verlies van paternale genen op chromosoom 15.
- Angelman syndroom: Ontstaat door een verlies van maternale genen op chromosoom 15.
Q: Wat is een belangrijk probleem bij reproductief klonen?
A: Verstoringen in epigenetische markeringen, zoals DNA-methylering, wat leidt tot ontwikkelingsproblemen.
Q: Hoe beïnvloedt de omgeving epigenetica?
A: Omgevingsfactoren, zoals voeding, stress en blootstelling aan chemicaliën, kunnen epigenetische veranderingen veroorzaken.
Q: Hoe wordt imprinting gereset?
A: Tijdens de ontwikkeling van kiemcellen worden epigenetische markeringen gewist en opnieuw aangebracht.
Q: Wat zijn CpG-eilanden?
A: Regio’s rijk aan CpG-dinucleotiden in genpromotoren die meestal niet gemethyleerd zijn, wat genexpressie mogelijk maakt.
Q: Welke eiwitten zijn betrokken bij chromatine remodeling?
A: Chromatine-remodelingcomplexen en histonmodificatie-enzymen.
Q: Waarom is genomic imprinting belangrijk?
A: Het reguleert ouder-specifieke genexpressie, essentieel voor normale groei en ontwikkeling.
Q: Wat is uniparentale disomie?
A: Wanneer beide kopieën van een chromosoom van één ouder afkomstig zijn, wat tot imprintingstoornissen kan leiden.