HC.4 - Complexe overerving Flashcards
Wat zijn genetische variaties en hoe ontstaan ze?
Genetische variaties ontstaan door verschillen in de nucleotidenvolgorde, zoals SNPs (Single Nucleotide Polymorphisms) en Copy Number Variations (CNVs).
- SNP
- Diploid geneem
- Recombinatie
- VNC
- Inversie
- Repeats
- Epigenetica
Q: Wat zijn SNPs?
A: SNPs (Single Nucleotide Polymorphisms) zijn genetische variaties waarbij één enkele nucleotide (A, T, C of G) in de DNA-volgorde verschilt tussen individuen. Ze zijn de meest voorkomende vorm van genetische variatie.
Q: Wat zijn CNVs?
A: CNVs (Copy Number Variations) zijn genetische variaties waarbij een bepaald segment van het DNA meermaals is gekopieerd, waardoor het aantal herhalingen van dat segment varieert tussen individuen.
Q: Hoe dragen SNPs en CNVs bij aan genetische diversiteit?
A: Ze zorgen voor variaties in de genetische code tussen individuen, wat invloed kan hebben op eigenschappen, gezondheid, en ziektetrends.
Q: Wat is een gebalanceerde translocatie en hoe verschilt dit van numerieke chromosomale afwijkingen?
A: Bij een gebalanceerde translocatie is alle genetische informatie aanwezig, maar op de verkeerde plek. Numerieke afwijkingen, zoals bij syndroom van Down, zijn niet erfelijk, terwijl translocaties dit wel kunnen zijn.
Q: Noem vier soorten afwijkingen binnen chromosomen.
- Deletie
- Duplicatie
- Inversie
- Translocatie
Q: Wat is een deletie in chromosomale afwijkingen?
A: Een deletie is het verlies van een segment DNA uit een chromosoom, wat kan leiden tot het ontbreken van genetische informatie en mogelijke gezondheidsproblemen.
mist genetisch materiaal
Q: Wat is een duplicatie in chromosomale afwijkingen?
A: Een duplicatie is een verdubbeling van een segment DNA binnen een chromosoom, wat kan leiden tot overexpressie van bepaalde genen.
teveel genetisch materiaal
Q: Wat is een inversie in chromosomale afwijkingen?
A: Een inversie is een omkering van een segment DNA binnen een chromosoom, waarbij de volgorde van genen omgekeerd is. Dit kan soms genetische verstoringen veroorzaken als genen op een verkeerde plek terechtkomen.
Distruptie stuctuur vd gen
Q: Wat is een translocatie in chromosomale afwijkingen?
A: Een translocatie is de verplaatsing van een segment DNA van het ene chromosoom naar een ander chromosoom, wat kan leiden tot gebalanceerde (geen verlies van genetische informatie) of ongebalanceerde (verlies of toevoeging van genetische informatie) effecten.
Distruptie stuctuur vd gen
Q: Wat is aneuploïdie?
A: Een ploïdiemutatie waarbij er meer of minder dan 2n chromosomen aanwezig zijn.
Q: Wat is Mendeliaanse overerving?
A: Mendeliaanse overerving beschrijft de manier waarop eigenschappen worden doorgegeven van ouders op nakomelingen volgens de wetten van Gregor Mendel. Het gaat om eigenschappen die worden bepaald door één gen met duidelijke dominante of recessieve varianten.
Q: Wat zijn de twee oorzaken van autosomaal dominante overerving, naast traditioneel?
- tradionele
- De novo mutatie
- Verlaagde penetrantie
Q: Wat is het verschil tussen een autosomaal recessieve en een X-gebonden recessieve aandoening?
A: Bij autosomaal recessieve aandoeningen zijn beide geslachten gelijk aangedaan. Bij X-gebonden recessieve aandoeningen zijn vooral mannen aangedaan.
Q: Geef een voorbeeld van een autosomaal recessieve en een X-gebonden recessieve aandoening.
Autosomaal recessief: Cystic fibrosis (CF).
X-gebonden recessief: Hemofilie.
Q: Wat betekent mosaïcisme?
A: Een situatie waarin niet alle cellen in het lichaam genetisch identiek zijn, vaak veroorzaakt door een mutatie vroeg in de embryonale ontwikkeling.
Q: Wat zijn de risicofactoren voor complexe aandoeningen?
- Genetische factoren
- Lifestyle
- Omgevingsfactoren
Q: Wat is anticipatie in genetica?
A: Een verschijnsel waarbij de ernst van een aandoening toeneemt in opeenvolgende generaties door een toename van repeats in het DNA.
Q: Wat is mitochondriale overerving?
A: Overerving via de moeder, waarbij de mate van symptomen afhankelijk is van het percentage gemuteerd mitochondriaal DNA (heteroplasmie).
Kan zowel zonen als dochters treffen.
Q: Wat is genomische imprinting?
A: Een proces waarbij de expressie van genen afhankelijk is van de ouder van wie het gen afkomstig is, zoals bij het Silver-Russell syndroom en Beckwith-Wiedemann syndroom.
Q: Wat is OMIM en waarvoor wordt het gebruikt?
A: OMIM (Online Mendelian Inheritance in Man) is een internationale database waarin informatie wordt verzameld over genfuncties, genetische aandoeningen, en overervingspatronen.
Q: Hoeveel genetische aandoeningen erven monogeen over?
A: Meer dan 10.000 aandoeningen erven monogeen over.
Q: Wat is de behandelingssituatie voor zeldzame genetische aandoeningen?
A: Voor meer dan 95% van deze aandoeningen is er geen FDA-goedgekeurde behandeling.
Q: Wat is het verschil tussen X-gebonden recessieve en X-gebonden dominante overerving?
- Bij X-gebonden recessieve overerving worden voornamelijk mannen getroffen, omdat zij slechts één X-chromosoom hebben.
- Bij X-gebonden dominante overerving kunnen ook vrouwen aangedaan zijn, vaak milder dan mannen vanwege hun tweede X-chromosoom.
Q: Wat gebeurt er bij X-gebonden dominante aandoeningen die lethaal zijn voor mannen?
A: Mannen worden niet geboren, en alleen vrouwen dragen de aandoening.