VO. Geboortekanaal en bekkenbodem Flashcards
Q: Wat is het parametrium?
A: Het parametrium is bindweefsel naast de baarmoeder dat bloedvaten, lymfevaten en zenuwen bevat en steun biedt aan de baarmoeder.
Q: Wat is het paracystium?
A: Bindweefsel rond de blaas dat helpt bij de ondersteuning van de blaasstructuur.
Q: Wat is het paraproctium?
A: Bindweefsel rond het rectum dat helpt bij de ondersteuning en plaatsing van het rectum.
Q: Wat is het paracolpium?
A: Bindweefsel rond de vagina dat de vagina ondersteunt en fixeert.
Q: Wat is de relatie tussen het lig. latum, mesovarium en mesosalpinx?
A: Het lig. latum is een brede plooi van peritoneum die de uterus ondersteunt. Het mesovarium is het deel van het lig. latum dat de eierstok bedekt, en het mesosalpinx is het deel dat de eileider bedekt.
Q: Waar bevindt zich de bekkeningang?
A: Bij de linea terminalis tussen het promontorium van het sacrum en de bovenrand van de symphysis pubica.
Q: Waar bevindt zich de bekkenuitgang?
A: Tussen het os coccygis en de onderrand van de symphysis pubica.
Q: Waar bevindt zich het geboortekanaal?
A: Het geboortekanaal loopt door de bekkeningang, het bekken en de bekkenuitgang.
Q: Wat is de conjugata vera?
A: De afstand tussen het promontorium van het sacrum en de binnenkant van de symphysis pubica.
Q: Wat kan de vorm van de arcus pubis beïnvloeden tijdens de bevalling?
A: Een smalle arcus pubis kan de doorgang van de foetus bemoeilijken.
Q: Welke spieren worden getraind met Kegel-oefeningen?
A: De bekkenbodemspieren, waaronder de m. levator ani.
Q: Welke spieren en ligamenten kunnen betrokken zijn bij perineale stress door een bevalling?
A: De m. levator ani, m. pubococcygeus, m. puborectalis, en ligamenten zoals het lig. sacrospinale en lig. sacrotuberale.
Q: Wat zijn de gevolgen van fistelvorming in de bekkenbodem?
A: Incontinentie, infecties, en abnormale verbindingen tussen organen zoals blaas, rectum, en vagina.
Q: Waarom heeft een stuitbevalling meer risico voor het kind?
A: Het hoofd is het laatste deel dat passeert, wat de kans op zuurstoftekort vergroot.
Q: Hoe verloopt de inwendige spildraai?
A: Het hoofd draait van transversale naar anteroposterieure positie om door het bekken te passen.