HC 11.5: Behandeling van uitgebreide en gemetastaseerde ziekte (ontwikkelingen in systemische behandeling) Flashcards

1
Q

voor iedereen met een resectabel oesophagus carcinoom en voor iedereen die zelf operabel is, weten we dat:

A

voorbehandeling beter is dan direct opereren (en dan soms zelfs nog na de operatie nabehandeling)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

neoadjuvante behandeling is dus de standaard behandeling bij resectabel en operabel oesophagus carcinoom. die neoadjuvante behandeling doen we concomitant door chemoradiotherapie te geven.

A

je geeft die chemotherapie om het weefsel gevoelig te maken voor de radiotherapie.
en we geven die concomitante neoadjuvante behandeling omdat uit studies is gebleken dat mensen met die behandeling gewoon langer leven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat zijn de voordelen van die neoadjuvante behandeling van het slokdarmcarcinoom?

A
  • overlevingswinst
  • minder kans op lokaal recidief (door de rondfietsende tumorcellen aan te pakken)
  • de behandeling is goed toepasbaar, omdat de belastbaarheid van de patiënt nog goed is. de patiënten zijn vaak namelijk nog niet echt heel ziek. (en als je eerst de resectie doet en daarna nog indicatie hebt voor nabehandeling, dan is door die resectie de conditie van de patiënt verslechterd waardoor de patiënt de nabehandeling minder goed aankan)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

nadelen van die neodjuvante chemoradiotherapie bij slokdarmcarcinoom:

A
  • in die tijd waarin de voorbehandeling wordt gegeven, is er een kleine kans dat de ziekte toch progressie toont (aan de andere kant weet je ook dat als je die mensen een resectie had gegeven, dat ze waarschijnlijk niet langer hadden geleefd dan wanneer je dus eerst die voorbehandeling geeft, de ziekte was ook met die operatie gemetastaseerd op afstand)
  • belasting (niets doen is altijd beter dan iets doen)
  • de chemoradiotherapie kan impact hebben op de kwaliteit van leven tijdens dat traject (maar op de lange termijn heeft het geen effect op de QOL)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

er zijn ontwikkelingen op het gebied van specifieke behandeling voor het HER2 subtype van het slokdarmcarcinoom. we hebben tegenwoordig goede gerichte therapieën tegen dat HER2. we doen dan nu ook bij mensen met dat subtype:

A

concomitante neoadjuvante chemoradiotherapie en anti Her2 therapie bij elkaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

adjuvante behandeling bij slokdarm carcinoom, met radiotherapie heeft geen zin. adjuvante behandeling bij slokdarm carcinoom, met chemotherapie heeft op zich wel zin, alleen is het voor patiënten niet goed te doen en kunnen ze het niet aan (doordat ze net een grote operatie hebben gehad). daarom wordt er gekeken of er misschien mogelijkheden zijn om met immunotherapie een adjuvante behandeling te geven.

A
  • er is onderzoek gedaan naar een adjuvante behandeling met immuuntherapie
  • maar uit onderzoek blijkt dat het wel effect heeft op de disease free survival, maar er is nog niet aangetoond of het effect heeft op de overall survival
  • en dat is dan ook de reden dat het in Nl nog niet wordt gegeven
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

gemetastaseerd slokdarmcarcinoom is nog steeds slecht te behandelen en de prognose is dan ook heel slecht.
zelfs als je chemotherapie hebt gegeven en daarbij ook nog immunotherapie, dan is de overleving nog steeds heel slecht.

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

bij maagcarcinoom doen we de behandeling heel anders:

A
  • we geven peri-operatief chemotherapie (dus een deel voor de operatie en een deel na de operatie)
  • dit doen we omdat, als we deze peri-operatieve chemotherapie goed doen, dat de overleving van in opzet curatief maagcarcinoom (resectabel maagcarcinoom) sterk wordt verhoogd van 23% (met alleen operatie) naar 45% (met chemo + operatie)
  • maar deze behandeling is wel heel toxisch en dus heel zwaar en dus maakt < 50% van alle mensen deze behandeling helemaal af
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

ook bij maagcarcinoom proberen we op basis van biomarkers te kijken of immunotherapie een optie is.

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

bij maagcarcinoom weten we dat biomarkers veel meer een rol spelen dan bij slokdarmcarcinoom. daarom is er de laatste jaren ook steeds meer onderzoek naar nieuwe en misschien meer relevante biomarkers voor maagcarcinoom. we doen dan ook onderzoek naar nieuwe mogelijke behandelingen die gericht zijn op die moleculaire targets/biomarkers. en of dat dan, al of niet toegevoegd aan de chemo en eventueel immunotherapie, of we daar overlevingswinst mee kunnen bereiken.

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

oncologen zijn relatief blij met coloncarcinoom, omdat er veel biomarkers bekend zijn en dat daarnaast er gewoon meer mogelijk is, vooral in de gemetastaseerde setting.

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

de ‘moleculaire speeltuin’ speelt bij gemetastaseerd colorectaal carcinoom, in de adjuvante behandeling helemaal geen rol.
DE ADJUVANTE BEHANDELING VAN CRC IS ALLEEN CHEMOTHERAPIE.

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

bij slokdarm en maag is een gemetastaseerde setting nooit meer curatief, terwijl bij CRC er zelfs met metastasen nog een in opzet curatieve behandeling kan worden ingezet.

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

hoe beter de conditie van de patiënt bij start van de behandeling van gemetastaseerd CRC, hoe beter de uitkomst van de behandeling en hoe beter de patiënt het dus doet.

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

als de biomarker, die in de tumor zit, aan de rechterkant van het colon zit heeft het een andere betekenis dan als hij aan de linkerkant van het colon zit. die biomarkers spelen aan de verschillende kanten van het colon, een verschillende rol in de groei en ontwikkeling van de tumor.

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

subgroep bij gemetastaseerd CRC waarbij immunotherapie bewezen effectief is:

A
  • mensen met een erfelijke vorm van darmkanker
  • of mensen met een sporadische vorm van darmkanker, maar waarbij MSI (Micro Satelite Instability) aanwezig is
17
Q

predictieve factor:

A

is een factor die voorspelt de kans op een zinvolle respons op de behandeling die je geeft

18
Q

prognostische factor:

A

het beloop van de ziekte als je niks doet.
een prognostische factor heeft dus effect op het beloop van de ziekte als je niks doet.

19
Q

al die biomarkers zijn hele belangrijke predictieve factoren (als er dus een gerichte behandeling voor is).

A