HC 11.1: Klinische presentatie (primair) gastrointestinaal carcinoom Flashcards
definitie van een symptoom:
een door de patiënt aangegeven klacht op lichamelijk, psychisch en sociaal gebied als uiting of als gevolg van een onderliggende ziekte
functie slokdarm:
het voortduwen/bewegen van het voedsel naar de maag toe
functie maag:
maag is de eerste stap in het verteren van voedsel. werkt ook als een opslag. maar heeft ook als functie om het voedsel verder te bewegen naar de dunne darm toe.
in de dunne darm komen twee organen die van belang zijn, bij elkaar:
de pancreas en de galwegen
galblaas en galwegen:
galblaas is het reservoir waarin het gal wordt opgeslagen. het gal gaat dan vervolgens via de ductus choledochus en de galwegen naar de dunne darm toe (duodenum).
zowel de galwegen als de ductus pancreaticus komen samen in de dunne darm, het duodenum.
functie gal:
geeft ontlasting de bruine kleur. en samen met de pancreas sappen, zorgt het ervoor dat het voedsel beter verteerd kan worden, zodat in de dunne darm alle belangrijke voedingsstoffen kunnen worden opgenomen
hoe lang is de dunne darm?
6-7 meter lang
waarom is de dunne darm zo lang?
in de dunne darm moeten heel veel voedingsstoffen worden opgenomen
functie van de dikke darm:
met name als functie om het water uit de voedselbrij te halen, zodat de ontlasting wordt ingedikt. en heeft ook als functie om de ontlasting voort te bewegen richting endeldarm/rectum/anus.
naar welke gastro-intestinale carcinomen gaan we kijken?
- slokdarmkanker
- maagkanker
- alvleesklierkanker
- galwegkanker
- dikke darm kanker
dunne darm kanker is heel erg zeldzaam
voor mannen en vrouwen, is er een verschil in het voorkomen van de verschillende soorten gastro-intestinale kankers:
zo hebben vrouwen eerder alvleesklierkanker en mannen eerder slokdarmkanker
wanneer is een bepaalde klacht echt een uiting van een ziekte en wanneer niet? zo kan maagzuur/reflux aanwezig zijn, maar dat hoeft niet te betekenen dat er echt een onderliggende ziekte is. maar reflux kan op den duur ook leiden tot slokdarmcarcinoom. het is dus belangrijk om te weten wanneer een klacht daadwerkelijk een symptoom, dus een uiting van een onderliggende ziekte. en wanneer je dus iemand moet doorverwijzen of niet.
het is belangrijk om niet alleen naar de symptomen/klachten te kijken, maar ook de context er omheen, dus de risicofactoren:
- leeftijd
- geslacht
- leefstijl
- familie geschiedenis
- voorgeschiedenis
- andere symptomen
algemene symptomen van kwaadaardige tumoren:
- moeheid
- gewichtsverlies
- pijn
typische symptomen bij gastro-intestinale tumoren:
- symptomen als gevolg van obstructie van het lumen (spijsverteringskanaal zijn eigenlijk allemaal holle organen) (is dus afhankelijk van de lokalisatie van de tumor)
- bloedverlies (ergens in maag-darm kanaal)
meest voorkomende symptomen van slokdarmkanker:
- passageklachten (dysfagie)
- gewichtsverlies
- pijn (vaak achter borstbeen, maar soms ook in de rug)
vanaf welke leeftijd komt slokdarmkanker vooral veel voor?
vanaf 55e levensjaar is het risico op slokdarmkanker verhoogd
(in Nl meer rond 65e levensjaar)
komt slokdarmkanker vaker bij vrouwen of mannen voor?
bij mannen
minder voorkomende symptomen bij slokdarmkanker:
- bloedbraken/melena (zwarte ontlasting)
- heesheid
- hikklachten