HC 11.4: Behandeling van uitgebreide en gemetastaseerde ziekte (ontwikkelingen in chirurgische behandeling) Flashcards

1
Q

N+ =

A

dan zijn de locoregionale lymfeklieren, die dus in het gebied van de tumor/het aangedane orgaan zitten, positief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

voorkeur lokalisaties voor metastasen op afstand bij het colorectaal carcinoom:

A
  • lever
  • long
  • peritoneum
  • lymfeklieren op afstand
  • bot
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

bij colorectaal carcinoom zie je heel vaak colorectale levermetastasen. hoe komt het dat de lever vaak je eerste plek is van uitzaaiingen?

A

van alle organen in de buik, wordt het veneuze systeem gedraineerd op de vena porta. en dan moet het dus eerst door de lever heen voordat het weer richting het hart gaat.
en kanker gebruikt dus deze route om te verspreiden en metastaseren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

hoeveel mensen per jaar krijgen colorectaal carcinoom?

A
  • 15.000 personen/jaar
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

bij hoeveel procent van de personen is het CRC al gemetastaseerd op het moment van diagnose?

A

15-20% (synchroom metastasen)
en ook nog 15-20% van de mensen heeft metachrone metastasen, wat dus wil zeggen dat enkele maanden na de diagnose er uitzaaiingen aanwezig zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

80% van de colorectale levermetastasen is niet resectabel, waarom zijn die levermetastasen vaak niet resectabel?

A
  • ze zitten diffuus in de lever en er zijn teveel uitzaaiingen, waardoor je bij resectie te weinig gezond lever weefsel overhoudt
  • vaak zitten levermetastasen ook ingegroeid in belangrijke en grote vaten die in die regio groeien
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat gebeurt er wanneer iemand niet resectabele colorectale levermetastasen heeft?

A

dan wordt er palliatieve therapie ingezet, en heeft de patiënt ook een slechte prognose, want de ziekte is dan du ingegroeid in andere structuren of de ziekte is zo veel en diffuus aanwezig, dat je eigenlijk geen behandeling kan doen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

we geven tegenwoordig steeds vaker chemotherapie om de levermetastasen kleiner te maken, zodat ze daarna wel resectabel zijn. hoe noemen we zo’n vorm van chemotherapie?

A

inductie chemotherapie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

we geven inductie chemotherapie om niet-resectabele ziekte, wél resectabel te maken.

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

colorectale levermetastasen:

A
  • 80% is niet resectabel –> palliatieve therapie, dus slechte prognose
  • 20% resectie/lokale behandeling mogelijk
  • de indicaties voor resectie van colorectale levermetastasen wordt uitgebreider
  • er komen steeds betere lokale therapieën voor de lever metastasen
  • er komt steeds betere chemotherapie voor lever metastasen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

om iets te begrijpen over de uitbreiding van indicaties voor resectie van lever metastasen, moet je allereerst weten wat de klassieke criteria zijn voor resectie van lever metastasen:

A
  • < 4 metastasen in de lever
  • beperkt tot 1 helft van de lever
  • geen synchrone metastasen (op moment van diagnose al)
  • geen extrahepatische metastasen
  • < 70 jaar (in ieder geval jong en fit) (patiënt moet operabel zijn)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

uitbreiding indicatie resectie, dus de huidige criteria voor resectie van lever metastasen:

A
  • er moet radicale resectie mogelijk zijn van alle metastasen
  • met daarbij voldoende resterend functioneel leverweefsel (20-30%)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

welke verschillende soorten behandelingen van colorectale levermetastasen zijn er eigenlijk allemaal mogelijk?

A
  • resectie
  • lokaal ablatieve technieken: Radiofrequente Ablatie (RFA), Microwave (MWA), Irreversibele Electroporatie (IRE)
  • stereotactische radiotherapie ( je laat in een soort bol om de tumor heen, de radioactieve bron heen draaien. zo krijgt de tumor de hoogste dosis bestraling en het omliggende weefsel zo min mogelijk)
  • systemische chemotherapie (inductie chemotherapie, palliatieve chemotherapie)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

soms geef je palliatieve chemotherapie, maar iemand reageert er heel erg goed op. dan is het dus mogelijk dat je vanuit een palliatieve setting, met palliatieve chemo, maar iemand reageert er dus zo goed op. dat we soms de operatie/resectie alsnog kunnen doen.

A

als iemand goed reageert op de chemo (6 kuren) en de levermetastasen worden dus in die 18 weken kleiner en er komen geen nieuwe metastasen bij, dan zegt dat iets over de agressiviteit van deze kanker. en dan zijn we misschien ook wel een beetje aan het winnen van de kanker en zijn er toch opeens nog opties voor de patiënt.
en dan heeft een locoregionale behandeling misschien toch nog wel zin.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

voor een resectie van levermetastasen/ een lever operatie doen we eerst altijd een echo, daarop kijken we naar:

A
  • hoe zit het met de verschillende venen (de linker en rechter lever venen)?
  • en hoe verhouden de segmenten zich tot die venen?
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

hemihepatectomie rects:

A
  • je neemt de rechter segmenten van de lever weg
  • dus segment 5,6,7 en 8
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

hemihepatectomie links:

A
  • je neemt de linker segmenten van de lever weg
  • dus segment 1,2,3 en 4
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

wat is een andere naam voor segment 1 van de lever?

A

lobus caudatus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

waar ligt de lobus caudatus?

A

op de vena cava inferior

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

extented hemihepatectomie rechts:

A
  • je neemt dan niet alleen segmenten 5,6,7 en 8 weg
  • maar ook segment 1 en 4
    –> voordat je dit doet moet je dus wel weten of segment 2 en 3, voldoende (20-30%) lever capaciteit hebben, zodat je de lever in ieder geval nog in stand houdt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

wat is het belangrijkste risico als je veel lever weefsel verwijderd?

A

orgaan falen (bijv. als je dus van te voren berekent dat segment 2 en 3 na een extented hemihepatectomie rechts genoeg capaciteit hebben, maar dat in de praktijk na de resectie niet zo blijkt te zijn)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

wat ga je dus controleren nadat iemand een extented hemihepatectomie links of rechts heeft gehad?

A

de leverfunctie
- het billirubine gaat omhoog, doordat het ongeconjugeerde billirubine niet wordt omgezet naar geconjugeerd.
- als je aan de leverfunctie denkt, denk je aan de synthese functie van de lever. je moet dus na zo’n resectie, de stolling corrigeren. de lever maakt namelijk stollingsfactoren. bij een leverinsufficiëntie zie je dat het INR (geeft aan hoe snel het bloed stolt, hoe lager hoe sneller het stolt) verhoogd is zonder dat je anti-stolling gebruikt.
- daarnaast moet je het ammoniak meten, want dat wordt meestal afgebroken door de lever. en als je ammoniak te hoog wordt, krijg je hepatische encefalopathie

23
Q

waar staan ASAT en ALAT voor?

A

het levercel verval

24
Q

je moet de mensen na zo’n (extented) hemihepatectomie dus ontzettend goed in de gaten houden en al die waardes in het bloed goed controleren.

A
25
Q

hoeveel procent van de lever wordt door de vena porta voorzien van bloed?

A

70%

26
Q

als de lever tijdens de resectie heel hard bloedt, kunnen we de vena porta dichttrekken/aantrekken, zodat het bloeden tijdelijk even wat minder wordt. als de porta namelijk is afgesloten, kan de lever alleen nog maar uit wat arteriële takken bloeden.

A
27
Q

wigresectie:

A
  • dit doe je als er maar een klein stukje van bijv. segment 8 is aangedaan (maar kan dus ook andere segmenten zijn)
  • je haalt dan alleen een stukje weg uit dat segment
  • je zorgt dat de snijranden wel schoon zijn
  • maar je houdt op die manier natuurlijk wel meer functioneel lever weefsel over
28
Q

hoe is de 5-jaars overleving nadat je geopereerd bent aan colorectale lever metastasen?

A

ongeveer 40%
en dat is voor een gemetastaseerde ziekte/setting echt heel hoog

29
Q

long metastasen bij colorectaal carcinoom zijn over het algemeen heel goed te behandelen. want hoe behandelen we die long metastasen?

A
  • chemotherapie om ze stabiel te houden
  • en als ze stabiel blijven geven we stereotactische bestraling
  • en als ze heel erg groot zijn kunnen we opereren
30
Q

overleving na lever resectie:

A

GEEN VERSCHIL
- er is geen verschil in overleving tussen een primair colon of rectum carcinoom (dus colorectale lever metastasen van het colon of van het rectum hebben dezelfde overleving)
- en ook tussen synchroon of metachroon lever metastasen is er geen verschil in overleving
WEL VERSCHIL
- tussen unilateraal of bilobulair (dus in 1 of in beide lever lobuli)
- de grootte van de metastasen
- en het aantal metastasen

31
Q

er moet dus altijd resectie mogelijk zijn van alle metastasen met daarbij voldoende resterend functionerend leverweefsel. maar wat zijn dan dus de opties wanneer die resectie van de colorectale levermetastasen niet mogelijk is?

A
  • wanneer de radicale resectie niet mogelijk is t.g.v. tumorload
    –> dan kun je de tumorload reduceren door inductie chemotherapie te geven (zodat je van niet-resectabel naar wel resectabel gaat)
  • wanneer er te weinig resterend functionerend leverweefsel is
    –> dan kun je het restvolume van de lever vergroten dmv een vena porta embolisatie (je bindt de tak van de vena porta af die naar het gedeelte van de lever loopt waar de tumor zit, zodat er meer bloed naar het gezonde deel van de lever gaat en dat je daar dus hypertrofie krijgt)
32
Q

Radio Frequency Ablation (RFA) bij colorectale lever metastasen:

A
  • een hete naald in de tumor
  • hierdoor maak je thermische schade aan de kanker
  • dit kan van buitenaf worden gedaan (CT geleid) of tijdens de operatie
  • de tumor mag maximaal 4-5 cm groot zijn om deze behandeling te kunnen doen
33
Q

welke 3 lokale ablatieve technieken kunnen we gebruiken bij colorectale lever metastasen:

A
  • Radio Frequency Ablatie (RFA)
  • Microwave (MWA)
  • Irreversibele Electroporatie (IRE)
34
Q

wanneer doe je geen RFA bij colorectale lever metastasen?

A
  • wanneer de tumor te groot is, dus groter dan 4-5 cm, omdat de warmte dan niet in de perifere delen van de tumor komt
  • je kan het ook niet doen, wanneer er in de buurt van die tumor een grote galweg of een groot bloedvat zit, want als je dan bijv. een tumor van 4 cm wegbrandt, maar je brandt in totaal 5 cm weg, dan kan het dat je die grote galweg mee brandt.
35
Q

stereotactische radiotherapie:

A
  • indicaties: resectie en/of lokale ablatie niet mogelijk (door locatie metastasen of door comorbiditeit)
  • mag maximaal een tumor zijn van 8 cm
  • mag maximaal 3 lesions zijn
36
Q

samenvatting van de behandeling van colorectale lever metastasen:

A
  • resectie van colorectale lever metastasen blijft de gouden standaard.
  • eventueel voorafgaand door inductie chemotherapie, porta embolisatie of in combinatie met RFA
  • indien niet operabel: overweeg RFA/MWA/IRE, Radiotherapie
  • zijn er naast de lever metastasen afwijkingen elders, dan systemische chemotherapie geven
37
Q

recidief kans na behandeling van de colorectale lever metastasen:

A

70% recidief kaans
waarvan 50% al in het eerste jaar na behandeling

38
Q

hoeveel procent van de mensen geneest na de behandeling van de colorectale lever metastasen?

A

ongeveer 30%
maar dat is vrijwel onhaalbaar met alleen systemische chemotherapie

39
Q

de long heeft geen regeneratievermogen, maar wel overcapaciteit (zeker 50% overcapaciteit). welke mogelijkheden zijn er voor de lokale behandelingen van long metastasen bij een CRC?

A
  • Resectie
  • Ablatie
  • Stereotactische radiotherapie
40
Q

long metastasen door CRC:

A
  • als het kan stereotactische radiotherapie
  • eventueel stabiel houden met chemotherapie
  • je kunt ook een operatie doen
41
Q

voor peritoneaal metastasen wordt een HIPEC gedaan. wat is een HIPEC?

A
  • eerst worden de op het oog zichtbare laesies weg gesneden
  • vervolgens wordt de buik gespoeld met verwarmde chemotherapie zodat alle overgebleven kankercellen ook dood gaan
    –> is een grote operatie, veel complicaties
42
Q

bij welke soorten kanker wordt een HIPEC vaak gedaan?

A
  • CRC
  • Eierstok kanker
  • mesotheliomen in de buik
  • bij maagkanker alleen in studie verband
43
Q

de procedure van een HIPEC:

A
  • de buik wordt geopend met een grote snee over de hele buik
  • de buik wordt vervolgens een soort opgehangen, waardoor de buik goed open blijft
  • alle zichtbare laesies worden verwijderd
  • maar dat betekent ook dat je de voedingsbodems weg haalt
  • het omentum wordt er altijd uitgehaald
  • het diafragma wordt gestript
  • je loopt de hele buik na op zichtbare metastasen
  • en dan wordt de buik natuurlijk nog gespoeld met die warme chemotherapie
44
Q

hoe zien die uitzaaiingen op de darmen er uit, die je dus bij zo’n HIPEC weg haalt?

A

soort witte spikkels/vlokjes op de darm

45
Q

hoe lang duurt het om de buik te spoelen met die warme chemotherapie?

A

ongeveer 1-2 uur

46
Q

en wat is het doel van dat spoelen met warme chemotherapie?

A

je wil alle losse cellen in het peritoneum kapotmaken, zodat ze niet opnieuw kunnen uitgroeien

47
Q

meest voorkomende complicaties bij een HIPEC:

A
  • langdurige gastroparese
  • naadlekkage
  • respiratoire insufficiëntie
  • enterocutane fisteling (er ontstaat dan een fisteling vanaf de darm naar de huid)
  • wondproblematiek
  • opnameduur: 15-20 dagen
48
Q

wat zijn contra indicaties voor een HIPEC?

A
  • ischemische hartziekte
  • hartfalen
  • cerebraal vaatlijden
  • IDDM
  • chronisch nierfalen
  • leeftijd > 75
  • Karnofsky < 80
  • slechte longfunctie (FEV1< 1 liter)
49
Q

PCI score bij HIPEC:

A
  • we delen de buik op in 13 regio’s
  • iedere regio krijgt een score van 0 tot 3
  • 0 = geen tumor
  • 3 = tumor > 5 cm
  • en zo bereken je dus de score van de hele buik
  • en op basis van die score kan je bepalen of een operatie nog zin heeft of dat de ziekte eigenlijk al te uitgebreid is
50
Q

de sensitiviteit van de CT-thorax/abdomen en PET-CT zijn laag en helpen dus eigenlijk niet echt, omdat ze het buikvlies niet goed in kaart kunnen brengen.

A
51
Q

omdat de diagnostiek met CT en PET dus een lage sensitiviteit hebben, doen we eigenlijk bij alle HIPEC patiënten een diagnostische laparoscopie doen.

A

in 98% van de gevallen zie je dat wanneer je een diagnostische laparoscopie doet en je overgaat op een HIPEC, dat de PCI score overeenkomt

52
Q

uitgebreidheid van ziekte en overleving bij peritoneaal metastasen:

A
  • wanneer iemand een PCI score heeft van 0-6 en diegene ondergaat een HIPEC, dan is de 5-jaars overleving 50% (wat dus weer best hoog is voor een gemetastaseerde ziekte)
  • maar als er een PCI score aanwezig is van 7-10, dan zien we dat de 5-jaars overleving nog maar ongeveer 25% is
  • en als de PCI score hoger is dan 19, dan is de 5-jaars overleving nog maar 10% (en heeft een HIPEC dus eigenlijk niet echt zin meer)
53
Q

je moet dus van te voren goed die PCI score in beeld brengen, om te kunnen bepalen of zo’n HIPEC wel zin heeft en nuttig is.

A
54
Q
A