HC 10.8: Optimaliseren van systemische behandeling bij het mamacarcinoom m.b.v. translationeel onderzoek voor borstkanker Flashcards
van triple negatieve borstkankers weten we dat ze over het algemeen heel gevoelig zijn voor chemotherapie, maar als ze daar niet gevoelig voor zijn, dan groeien ze heel snel en zijn mensen vaak binnen 1/1,5 jaar overleden.
borstkanker behandeling:
- we kunnen kiezen voor systemische en/of radiotherapie vóór of na de operatie
- we streven er naar om de systemische behandeling neo-adjuvant te geven
wat is de meerwaarde/waarom geven we bij voorkeur een neo-adjuvante behandeling ipv een adjuvante behandeling?
- ‘downstaging’ door die therapie neo-adjuvant te geven, is er een grootte kans dat de tumor kleiner wordt. als er dan een operatie plaats gaat vinden, dan kan de chirurg de tumor dus cosmetisch mooier er uit halen
- je wil, als er micrometastasen zijn, zo vroeg mogelijk die behandelen en dat doe je met neo-adjuvante chemotherapie
- ook is het een belangrijk gegeven om te weten hoe goed een tumor reageert op chemotherapie (we weten bijv. dat bij een triple negatieve borstkanker (TNBC) wanneer er pathologische remissie optreedt na chemotherapie, dat de prognose dan beter is, dan wanneer er geen pathologische complete remissie is na chemotherapie)
triple negatief borstkanker is sterk geassocieerd met het hebben van een BRCA1 of 2 mutatie en zeker bij vrouwen < 60 jaar. dus bij die vrouwen wordt standaard een klinisch genetisch onderzoek ingezet.
bij hoeveel procent van de TNBC is er een BRCA1/2 mutatie aanwezig?
20% van TNBC heeft BRCA1/2 mutatie
zie aantekeningen word
bij een hormoon gevoelige tumor, bereik je met chemotherapie bijna nooit een pCR (pathologische complete remissie)
maar met anti-hormonale therapie bij hormoon gevoelige tumoren, is de kans op een pCR groter dan bij behandeling met chemotherapie
maar de TNBC heeft met chemotherapie een best goede kans op een pCR. waarom is het belangrijk om te weten hoe goed verschillende typen borstkankers reageren op chemotherapie en wat dus de kans is dat die subtypen een pCR bereiken met chemotherapie?
- het zegt heel veel over de prognose
- als we bij de TNBC met chemotherapie niet in staat zijn om een pCR te bereiken, dan is de prognose veel slechter
- wanneer die complete remissie er niet is bij TNBC, dan hebben deze patiënten 50% kan om de ziekte weer terug te krijgen
maar ook al heb je bij een TNBC geen complete remissie, en is de prognose dus in principe vrij slecht, er zit nog wel verschil in de hoeveelheid restziekte en de daarbij behorende prognose.
als er sprake is van een klein beetje restziekte, is de prognose beter dan wanneer er heel veel restziekte is.
uit studies is gebleken dat mensen die een non-pCR hadden bij een TNBC, baat hebben bij het nadien geven van chemotherapie.
dus uit die studie blijkt, dat het nadien geven van chemotherapie, zorgt voor een aanzienlijk winst op de Overall-Survival.
bij de TNBC is het zo dat: ze of heel goed reageren op chemotherapie óf heel slecht reageren op chemotherapie en je dan snel een recidief krijgt.
hoe zit het met het geven van taxanen en platinum derivaten bij een recidief TNBC?
- een recidief TNBC waarbij geen BRCA mutatie aanwezig is, reageert even goed op taxanen als op platinum derivaten
- een recidief TNBC waarbij wél een BRCA mutatie aanwezig is, reageert veel beter op platinum derivaten
de werking van PARP remmers en platinum derivaten bij BRCA deficiënte tumoren:
- in zowel gezonde als kankercellen treden spontaan enkelstrengs breuken op in het DNA
- in kankercellen waar geen functioneel PARP aanwezig is, ontstaan er vanuit die enkelstrengs breuken, dubbelstrengs DNA breuken
- die dubbelstrengs breuken moeten worden gerepareerd met Homologe Recombinatie
- van de BRCA deficiënte tumoren weten we dat die niet in staat zijn om die HR uit te voeren
- die dubbelstrengsbreuken blijven dus bestaan en zo gaat de kankercel uiteindelijk dood
–> je moet dus bij BRCA deficiënte tumoren zorgen dat er heel veel dubbelstrengs breuken ontstaan, zodat de kankercellen dood gaan
Her2Neu-remmers:
- ongeveer 10% van de borsttumoren is Her2Neu-positief.
- de Her2Neu-remmers verminderen de proliferatie door aan te grijpen op de receptor
- voorbeelden van die Her2Neu-remmers: trastuzumab en lapatinib
wet weten dat in de groep van TNBC, zo’n 20-25% een BRCA mutatie heeft. maar we weten ook dat 30% van die TNBC tumoren zich als het ware gedraagt als een BRCA gemuteerde borstkanker, hoe noemen we dat?
BRCA-ness