HC 10.2: Diagnostiek Flashcards
incidentie borstkanker in Nl:
- 16.000 vrouwen
- 100 mannen
hoeveel vrouwen worden in hun leven geconfronteerd met borstkanker?
1:7 vrouwen
cumulatieve life time risk > 13%
hoeveel procent van de vrouwen zijn ten tijde van hun diagnose borstkanker ouder dan 50?
> 75% van de vrouwen is ouder dan 50
wat is de 10-jaars overleving van patiënten met borstkanker?
> 80%
risicofactoren mammacarcinoom:
- sporadisch mammacarcinoom (80% van de gevallen)
- familiair mammacarcinoom (tot 10%) (door familiaire ‘belasting’ 2 tot 3 keer verhoogd risico op borstkanker)
- heriditair mammacarcinoom, waarbij een genmutatie gevonden wordt (tot 10%) (zoals BRCA 1 of 2 genmutaties)
BRCA 1 en 2 genmutatie zorgt voor:
- 60-80% life time risk op mammacarcinoom (daarom moeten deze vrouwen goed in de gaten worden gehouden en moet ook worden nagedacht over het preventief verwijderen van de borsten)
- sterk verhoogd risico op ovariumcarcinoom (daarom wordt ook heel vaak bij deze vrouwen aangeraden om preventief de eierstokken te laten verwijderen)
er is ook een verhoogd risico op het krijgen van borstkanker als mensen in de regio van de borst/thorax zijn bestraald (bijv. door een eerder Hodgkin lymfoom).
op het moment dat er een bestralingsdosis op die borsten is geweest, hebben we te maken met een verhoogd risico, conform BRCA 1 of 2 genmutatie
wanneer moet je denken aan een erfelijke vorm van borstkanker?
- familiair voorkomen van borstkanker
- jonge leeftijd bij diagnose
- meerdere keren borstkanker bij één persoon
- man met borstkanker
- bepaalde combinaties van soorten kanker (bijv. iemand die eierstokkanker heeft gehad of waarbij eierstokkanker in de familie voorkomt)
–> deze mensen moeten worden verwezen naar de klinisch geneticus
presentatie van een primair mammacarcinoom:
1 mensen met klachten:
- meest voorkomend: palpabele afwijking in de mamma
- ingetrokken tepel
- inflammatie van de mamma (bijv. rode sinaasappel huid) of ulceratieve afwijkingen
- pijn is slechts zelden de primaire klacht
2 mensen zonder klachten:
- door screening bij het BVO van vrouwen vanaf 50 jaar
- toevalsbevinding bij ander onderzoek (bijv. bij een FDG-PET of CT-thorax)
lichamelijk onderzoek:
- inspectie: huidafwijkingen? mastitis/peau d’orange? intrekking huid/tepel?
- palpatie mamma: palpabele tumor?
- indien tumor: grootte? glad/irregulair? mobiel/fixatie?
- palpatie oksels, infra- en supraclaviculair
na lichamelijk onderzoek doen we aanvullende diagnostiek:
- mammografie
- echografie mamma
- cytologische punctie
- histologisch biopt
- MRI
- (botscan)
- (CT-scan)
- (PET-scan)
stap 1 in de aanvullende diagnostiek:
mammografie + echografie mamma/oksel
mammografie:
- is zeer geschikt voor screening
- je kan het goed vergelijken met eerdere mammografieën
- eerste keus bij verdenking op een mammacarcinoom
je kan dus solide laesies zien op een mammografie. soms zie je microkalk op een mammografie. daarvan moet je toch weten wat het is, omdat het een voorstadium kan zijn van een mammacarcinoom.
met een echo kan je die solide laesies zien, maar niet dat microkalk
echografie bij mammacarcinoom:
- niet geschikt voor screening
- wel geschikt voor gericht onderzoek van afwijking gevonden bij lichamelijk onderzoek, mammografie of MRI
- verdenking op mammacarcinoom –> dan is met die echo direct een biopt nemen mogelijk
- is ook heel geschikt voor de stagering van de oksel
- want mochten er verdachte dingen in de oksel zitten, kan tijdens die echo meteen geprikt worden
MRI bij borstkanker:
- gaat uit van het principe dat je contrast inspuit, dat contrast gaat door de borst en daar waar veel activiteit/celdeling is, is een ophoping van contrast
- MRI is super sensitief, kan dus heel goed iets aantonen
- keerzijde, is dat het best vaak onrust zaait, omdat we met MRI ook relatief veel dingen vinden die niet kwaadaardig blijken te zijn (na echo, biopt)
- er is dus best vaak een Fout Positieve uitslag
wanneer doen we een MRI?
- diagnostische discrepantie tussen LO/mammografie/echo (we voelen bijv. iets heel groots, maar mammografie geeft niks aan)
- preoperatief (wel/geen borstsparende behandeling mogelijk?)
- lobulair carcinoom (niet goed te zien op mammografie) en wens tot borstsparende behandeling
- altijd gebruiken voor neo-adjuvante systemische therapie (vóór behandeling, maar ook om te kijken wat de respons is van de behandeling)
- screening hoogrisico patiënten (bijv. BRCA1/2 genmutatie)
diagnostisch proces bij borstkanker:
stap 1:
- mammografie
- echografie mamma/oksel
stap 2:
- cytologische punctie
- histologisch biopt
3 vormen van prikken bij mammacarcinoom:
- echo geleid (meest prettig voor de vrouw) (is dus ook eerste keuze)
- stereotactisch (mammografisch)
- MRI-geleid
aanvullende diagnostiek, na mammografie, echografie en prikken:
doen we alleen als daar indicatie voor is
- we doen disseminatie onderzoek (afstand metastase onderzoek) bij ‘hoog risico mammacarcinoom’:
- T4-mammacarcinoom (mastitis carcinomatosa)
- N+ (lymfeklier metastasen in de oksel)
- recidief mammacarcinoom
- en bij klinische verdenking op metastasen (bijv. rugklachten)
–> we doen dan een PET-CT scan