HC 10.5: Radiotherapie Flashcards
radiotherapie indicaties bij borstkanker:
- postoperatief na een sparende borst operatie
- mensen die uitgebreide lymfeklier metastasen hebben in de oksel
- postoperatief na een ablatio, maar waarbij de thoraxwand nog een groot risico loopt op het ontwikkelen van een lokaal recidief (dus soms de thoraxwand, met soms oksel, bestralen)
- palliatieve bestraling (om symptomen/klachten te verminderen)
waarom bestraling na een MST?
- wanneer we de tumor in de mamma in hele engere zin verwijderen, dan hebben patiënten 60% kans op microscopische ziekte in de nabijheid van die tumor
- dan bedoelen we dat die microscopische ziekte ongeveer 1-2 cm van de tumor verwijderd zit
- je hebt dus 60% kans dat daar microscopische ziekte zit
- als de chirurg opereert, houden ze geen marge aan van 2 cm, omdat het dan cosmetisch minder mooi wordt
- de chirurgen willen het juist zo sparend mogelijk doen, dus met een hele beperkte marge rondom de tumor
- dus die omgeving waarin de kans heel groot is dat er nog microscopische ziekte zit, moet je in ieder geval bestralen
positionering op CT-scan:
- bestraling begint altijd door van te voren een planning CT-scan te doen
- er wordt een draadje geplakt om de palpabele klierschijf van de borst
- we maken daar een CT-scan van
- we tekenen tegenwoordig zo min mogelijk aan, ook omdat de apparatuur dat allemaal doet
- we zetten al die positioneringsgegevens in het systeem
- en dat systeem gaat dan uitmeten hoe de patiënt precies moet liggen
- en er kan dus ook gecontroleerd worden of de patiënt goed ligt
we maken een CT-scan en daarop geven we aan:
- het clinical target volume, dus de mamma die bestraald moet worden
- en daaromheen trekken we dan vaak nog een marge, ons planning target volume, omdat de patiënt natuurlijk ademhaalt tijdens de bestraling
dosisplanning bij bestraling mamma:
- de meeste patiënten bestralen we met fotonen (er zijn soms patiënten die in aanmerking komen voor protonen)
- meestal wordt in 5 fracties bestraald, 5 x 5,2 Gy
- bij hele jonge mensen of als het niet anders kan, dan geven we 15 fracties, 15 x 2,67 Gy (dat doen we om de kans op fibrosering zo klein mogelijk te maken)
- kritieke organen: contralaterale mamma, longen en hart
- we maken gebruik van intensiteit modulatie (waarbij we de intensiteit van de bundels gedurende de bestraling variëren, om de loop van de long te volgen)
soms hebben we na die bestralingen nog een extra dosis bestraling nodig in het gebied waar de chirurg geopereerd heeft. de boosterbestraling:
- die extra dosis is vooral nodig bij jonge vrouwen, <40 jaar, want die hebben bewezen meer kans op een lokaal recidief
- en bij vrouwen waarbij geen radicale resectie is gedaan/mogelijk was
- dit doen we soms na de ‘eerste/basis’ bestraling, maar soms kan het ook gelijktijdig, waarbij je het gebied van de lumpectomie holte (gebied waar chirurg is geweest) een hogere dosis geeft dan de rest van de borst
- dan doe je het dus nog steeds in 15 bestralingen, maar dan krijgt het ene gebied een hogere dosis dan het andere gebied in de borst
doelvolumes:
- GTV (Gross Tumor Volume) (eigenlijk gewoon letterlijk de tumor)
- CTV (Clinical Target Volume)
- PTV (Planning Target Volume
hoe zit het met de doelvolumes bij borstkanker?
- wanneer de chirurg geopereerd heeft en de tumor heeft weggehaald, heb je eigenlijk geen GTV meer
- daarom praten we eigenlijk altijd over een CTV
- en bij borstkanker is het CTV, de klierschijf
- en dan heb je daaromheen nog een PTV, van ongeveer 3 tot 5 mm
- dus je probeert echt zo precies mogelijk het gebied aan te tekenen
een nieuwe ontwikkeling is de partiële borstbestraling:
- daarbij bestraal je alleen de lumpectomie holte
- of dit aangewezen is/mogelijk is, is afhankelijk van oa. leeftijd, tumorgrootte, graad, wel/niet vrij zijn van chirurgische resectieranden
- op die manier blijft de recidief kans nog steeds onder de 2%
- je doet het dus bij laag risico patiënten
- je bestraalt alleen het tumorbed
- indicatie: > 50 jaar, diametere < 30 mm, pN0 (geen lymfeklieren in oksel) + overige gunstige histologische kenmerken
- het wordt dan verdeeld over 5 dosissen van 5,2 Gy
als de sentinel node procedure positief is of er waren al positieve lymfeklieren voordat de patiënt neo-adjuvant chemotherapie kreeg, dan moeten we die patiënten ook postoperatief op de oksel bestralen.
bestraling van de oksel is in gebied wat heel dicht bij de long zit. er is dus echt wel een zekere longbelasting. we doen deze bestraling dus ook alleen als het echt moet:
- bij een okselsparende behandeling, als de chirurg alleen de SN en de aangedane klieren heeft weggehaald en die zijn nog positief
- of als de oksel helemaal vol heeft gezeten met lymfekliermetastasen en de chirurg heeft een OKT moeten doen
als iemand borstsparend geopereerd is, moet je dan dus de borst bestralen, maar ook de oksel (alleen in bepaalde gevallen natuurlijk). als er een ablatio van de borst heeft plaatsgevonden, dan moet de thoraxwand ook nog mee worden genomen bij de bestraling. er moet dan dus echt een groot gebied bestraald worden.
techniek bestraling bij lokoregionale RT (dus ook oksel bestralen):
- gebeurt ook in 15 fracties
- intensiteit modulatie
- ook hier is het belangrijkste doel om de longen (en eventueel hart) te sparen
- maar ook het sparen van alle andere belangrijke organen en structuren in dat gebied
- al die organen worden aangegeven op de planning CT, zodat de computer precies kan uitrekenen welke dosis in welke gebieden/volumes komt
- en er wordt net zolang gepuzzeld totdat er een goed dosis plan is gemaakt
acute bijwerkingen (tot 3 maanden na de bestraling):
- moeheid
- huidproblemen: erytheem, hyperpigmentatie, droge desquamatie, natte desquamatie, pijn
- zwelling van de borst door oedeem vorming (soms moet je daarvoor dus je bestralingsplan aanpassen)(dan dus een nieuw bestralingsplan maken)
ondersteunende therapie bij acute bijwerkingen van bestraling:
- pijnstilling
- verband
- zalven