ZO.2 - Tinnitus Flashcards
Q
A
Welke oorzaken van gehoorverlies overweeg je in deze casus?
Ototoxische medicatie (tbc-behandeling), lawaaitrauma, presbyacusis.
Noem vier ototoxische geneesmiddelen.
Aminoglycosiden (neo-, kana-, tobramycine), diuretica, salicylaten, chemotherapeutica (cisplatinum).
Waar werken ototoxische geneesmiddelen op in de cochlea?
Vooral op de buitenste haarcellen, soms op stria vascularis.
Kunnen ototoxische middelen ook het evenwichtsorgaan beschadigen? Noem een voorbeeld.
Ja, bijvoorbeeld Gentamicine is vestibulotoxisch.
Welke aanvullende vragen stel je aan de patiënt met tinnitus?
Otologische voorgeschiedenis, traumata, medicatie, overstembaarheid tinnitus, slaappatroon, auditief functioneren.
Welke KNO-onderzoeken voer je uit?
Otoscopie, stemvorkproeven, fluisterspraak.
Wat verwacht je van fluisterspraak en stemvorkproeven?
Verminderd verstaan, positieve Rinne, geen lateralisatie op Weber.
Is het zinvol een CT-scan te maken bij deze patiënt?
Nee, bij verworven perceptief gehoorverlies geeft CT meestal geen afwijkingen.
Is een MRI zinvol bij deze patiënt?
Nee, gehoorverlies is symmetrisch. MRI is zinvol bij verdenking brughoektumor of eenzijdig verlies.
Welk type gehoorverlies is hier waarschijnlijk?
Perceptief gehoorverlies.
In welk frequentiebereik verwacht je tinnitus bij deze patiënt?
Tussen 3000 en 8000 Hz.
Naar wie verwijs je deze patiënt voor behandeling?
KNO-arts, voor verdere diagnostiek en audiologisch onderzoek.
Wat is een geschikte SBAR voor verwijzing?
S: Huisarts verwijst patiënt, B: 61-jarige met tbc-verleden en lawaaiblootstelling, A: Tinnitus met perceptief verlies, R: Verzoek tot audiometrie en counseling.
Wat is een oorzaak van tinnitus?
Elke beschadiging van het binnenoor.
Is tinnitus ernst gerelateerd aan ernst van gehoorverlies?
Niet noodzakelijk.
Is tinnitus gerelateerd aan de vorm van het audiogram?
Ja, vaak gehoord net boven de drempel op steil stuk van audiogram.
Noem therapeutische maatregelen voor tinnitus.
Uitleg, maskeren met geluid/hoortoestel, slaapmedicatie, psychologische begeleiding.
Wat is tonotopische organisatie van auditieve structuren?
Cellen gevoelig voor dezelfde frequentie liggen bij elkaar in gehoorsstructuren.
Hypothese: rol van laterale inhibitie bij tinnitus na geluidstrauma?
Wegvallen van inhibitie door verlies van frequenties versterkt naburige frequenties.
Hoe onderscheid je laterale inhibitie van homeostatische plasticiteit?
Door excitatoire/inhibitoire inputs te meten, bv. patch-clamp in proefdier.
Wat is een fantoom-ledemaat en fantoompijn?
Pijn of sensatie in geamputeerd lichaamsdeel ondanks afwezigheid van input.
Overeenkomsten tussen tinnitus en fantoomsensaties?
Afwezigheid normale input, reorganisatie van sensorische map, abnormale centrale representatie.
Verschillen tussen tinnitus en fantoomsensaties?
Verschillende modaliteiten, tinnitus ook bij gezonde mensen, fantoompijn vereist anatomisch defect.
Hypothese over tinnitus met laterale inhibitie en homeostatische plasticiteit?
Verhoogde spontane activiteit door verlies input; inhibitie weg, neuronen worden gevoeliger.
Speculatie over therapie voor tinnitus op basis van de hypothese?
Herstellen tonotopische map of remmen van homeostatische mechanismen.
Noem 2 overeenkomsten en 2 verschillen tussen akoestische hallucinaties en tinnitus.
Overeenkomsten: beide geluid zonder stimulus, beide activeren auditieve schors. Verschillen: hallucinaties bij psychose en stemmen, tinnitus vaak hoog sissend en bij gezonde personen.