HC.4 - Centraal Visueel Systeem Flashcards
Vraag
Antwoord
Wat is het verschil tussen magno- en parvo-ganglioncellen?
- Magno-cellen: input van staafjes, coderen intensiteit en beweging
- Parvo-cellen: input van kegeltjes, coderen kleur en fijne details
Wat is een receptief veld?
Het deel van het visuele veld waar een visuele cel op reageert.
Hoe zijn receptieve velden van magno-ganglioncellen opgebouwd?
- Groter in de periferie
- Center-surround structuur
- ON-center of OFF-center type
Wat doet een ON-center cel?
Vuren bij licht in het centrum en donker in de periferie.
Wat doet een OFF-center cel?
Vuren bij donker in het centrum en licht in de periferie.
Waarin resulteert het contrast tussen center en surround van het receptieve veld?
In verschil in vuring van actiepotentialen: meer of minder dan rustfrequentie.
Welke informatie geven magno- en parvo-cellen door aan de hersenen?
- Magno: intensiteit, helderheidscontrast
- Parvo: kleurcontrast (tussen twee type kegeltjes)
Wat bepaalt kleurwaarneming volgens dia 9?
Verhouding van activiteit in meerdere typen kegeltjes, geanalyseerd door P-cellen.
Hoe ontstaat ‘groen’ in de visuele perceptie?
Als de activiteit van M-cones hoger is dan die van L-cones.
Wat toont de kleuradaptatie-diapositie aan?
Adaptatie vermindert respons op langdurige kleurstimulatie, leidend tot nabeelden.
Naar welke hersenkernen projecteren retinale outputbanen?
- 90% → Laterale Geniculate Nucleus (LGN)
- 10% → Hypothalamus, Pretectum, Superior Colliculus
Hoe verloopt het primaire visuele pad?
Retina → N. opticus → Chiasma opticum → Tractus opticus → LGN → Radiatio optica → V1
Wat gebeurt er bij het chiasma opticum?
Nasale retina-axonen kruisen naar contralaterale hemisfeer, temporale retina blijft ipsilateraal.
Hoe is visuele veldinformatie verdeeld in de cortex?
- Linker visuele veld → rechter hemisfeer
- Rechter visuele veld → linker hemisfeer
- Superior veld → onder calcarine sulcus
- Inferior veld → boven calcarine sulcus
Wat is foveale overrepresentatie in de cortex?
Een relatief groot corticaal gebied verwerkt informatie van de fovea (centrale zicht).
Wat is een bitemporale hemi-anopsie?
Uitval van temporale gezichtsvelden aan beide ogen, typisch bij schade aan het chiasma opticum.
Hoeveel lagen heeft de LGN en wat is hun functie?
6 lagen: 3 voor ipsilateraal oog, 3 voor contralateraal oog, gescheiden verwerking van magno/parvo input.
Wat zijn stimuluskenmerken waarop magno- vs parvo-systemen gevoelig zijn?
- Magno: geen kleur, hoge temporele frequentie, lage spatiële frequentie
- Parvo: wel kleur, lage temporele frequentie, hoge spatiële frequentie
Wat gebeurt er bij laesies in de LGN?
Specifiek deel van het visuele veld en specifieke stimuluskarakteristiek valt uit, meestal in één oog.
Wat is de projectiebestemming van LGN-cellen in de cortex?
Laag 4 van V1 (primaire visuele cortex).
Wat zijn Oculaire Dominantie Kolommen (ODC’s)?
In laag 4 van V1 zijn cellen nog monoculair. In hogere lagen worden signalen uit beide ogen geïntegreerd.
Wat gebeurt er in de kritische periode t.a.v. oculaire dominantie?
Tot ongeveer 6 jaar is de verdeling van input van beide ogen plastisch en beïnvloedbaar.
Wat is stereopsis?
Dieptezien door binoculaire verwerking en analyse van dispariteit tussen beide ogen.