PD.5 - Centrale Verwerking Flashcards
Vraag
Antwoord
Welke schakelingen vinden plaats in de retina?
Receptieve velden met center-surround structuur.
Wat is het primaire visuele pad?
Retina → LGN → V1.
Wat zijn de drie hoofdfuncties van verwerking in V1?
- Oculaire dominantiekolommen
- Stimulusvoorkeur (oriëntatie)
- Binoculariteit na laag 4
Waar reageren cellen in V1 op?
Oriëntatie, kleur, oog van oorsprong, locatie in visueel veld.
Hoe ziet kolomstructuur in V1 eruit?
- Verticaal: gelijke stimulusvoorkeur (oriëntatiekolommen)
- Horizontaal: langzame verandering in stimulusvoorkeur
Wat laat het experiment van Purves figuur 12.9 zien?
Dat receptieve veldpositie en oriëntatievoorkeur systematisch geordend zijn in kolommen in V1.
Wat is de betekenis van oculaire dominantie in V1?
Dat input van elk oog in aparte kolommen verwerkt wordt, vooral in laag 4.
Wat gebeurt er na laag 4 in V1?
Integratie van signalen van beide ogen: ontstaan van binoculariteit.
Wat zijn de twee inputstromen naar V1?
- Magnocellulaire stroom (beweging, contrast)
- Parvocellulaire stroom (kleur, detail)
Wat is een retinotopische representatie?
Een visuele kaart in V1 waarbij aangrenzende cellen informatie uit aangrenzende delen van het netvlies ontvangen.
Wat gebeurt er functioneel na V1?
Visuele informatie splitst in twee stromen met gespecialiseerde functies.
Wat is de dorsale stroom?
- Loopt naar parietaalkwab (MT)
- Verwerkt plaats, beweging
- Antwoord op de vraag: “Waar?”
Wat is de ventrale stroom?
- Loopt naar temporaalkwab (V4)
- Verwerkt vorm en kleur
- Antwoord op de vraag: “Wat?”
Wat is hemi-achromatopsie?
Functieverlies in V4 → kleurwaarneming uitgevallen aan één kant van visueel veld.
Wat is prosopagnosie en waar zit de laesie?
Gezichtsherkenningsstoornis door schade in de fusiforme gyrus (FFA) in de ventrale stroom.
Wat is pareidolie?
Het zien van gezichten in betekenisloze stimuli, gerelateerd aan FFA-activiteit.
Wat is akinetopsie?
Bewegingsblindheid bij laesie in gebied MT/V5 van de dorsale stroom.
Wat is het ‘Binding Problem’?
Het brein verwerkt aspecten als kleur, vorm, beweging gescheiden, maar wij nemen één geheel waar.
Welke gebieden zijn betrokken bij locatie en objectverwerking?
- Dorsale stroom / parietaal: locatie (waar?)
- Ventrale stroom / temporaal: object (wat?)
Wat illustreert de dia met de dalmatiër op kiezelstenen (dia 20)?
Perceptie ontstaat door integratie van visuele informatie; ons brein ‘maakt er iets van’.
Wat laat de dia met bewegende stippen zien (dia 21)?
De rol van centrale verwerking in het herkennen van beweging en patronen (biologische motion).
Wat vat de samenvatting van het visueel systeem op dia 22 samen?
- Retina: center-surround receptieve velden, kegeltjes, kleur
- Primair pad: retina → LGN → V1 (magno/parvo)
- V1: dominantiekolommen, oriëntatie, binoculariteit
- Daarna: dorsale & ventrale stroom
Wat gebeurt er als je een laesie hebt in gebied V4?
Hemi-achromatopsie: verlies van kleurwaarneming in een helft van het visuele veld.
Wat is het gevolg van een laesie in de fusiforme gyrus (FFA)?
Prosopagnosie: onvermogen om gezichten te herkennen.
Hoe heet het fenomeen waarbij mensen gezichten herkennen in levenloze objecten?
Pareidolie.
Wat zie je bij een patiënt met akinetopsie?
De wereld als stilstaande beelden; bewegingsblindheid door laesie in MT/V5.
Wat zegt het ‘Binding Problem’ over visuele verwerking?
Hoewel aspecten als kleur, beweging en vorm apart worden verwerkt, ervaren we toch een geïntegreerd beeld.
Waarom is de integratie van visuele informatie belangrijk?
Zonder integratie kunnen we losse kenmerken niet combineren tot één betekenisvol geheel.
Hoe interpreteer je de afbeelding van de dalmatiër op kiezelstenen (dia 20)?
Het brein reconstrueert een herkenbaar object ondanks incomplete of verstrooide visuele input.
Wat illustreert de dia met stippen (biologische beweging)?
Zelfs minimale visuele info (bewegende stippen) kan herkenbare patronen opleveren door centrale verwerking.
Wat zijn functionele specialisaties van de dorsale stroom?
- Bewegingsverwerking (MT/V5)
- Lokalisatie en ruimtelijk inzicht
Wat zijn functionele specialisaties van de ventrale stroom?
- Kleurherkenning (V4)
- Object- en gezichtsherkenning (fusiforme gyrus)
Hoe kun je functieverlies gebruiken om te lokaliseren waar schade in het visuele systeem zit?
Elk specifiek verlies (zoals prosopagnosie of akinetopsie) wijst op schade in een specifieke stroom (ventraal/dorsaal).
Wat gebeurt er in V1-laag 4 in relatie tot input vanuit LGN?
Monoculaire input wordt ontvangen – pas daarna vindt binoculaire integratie plaats.
Hoe verandert stimulusvoorkeur horizontaal in V1?
Langzaam en gradueel, met overlap tussen voorkeuren.
Hoe verandert stimulusvoorkeur verticaal in V1?
Alle cellen in één kolom hebben gelijke stimulusvoorkeur (oriëntatie).