HC. 2, 3 & 4 - Organisatie Zenuwstelsel Deel 1 Flashcards
Q: In welke twee hoofdonderdelen wordt het zenuwstelsel anatomisch onderverdeeld?
A: In het centraal zenuwstelsel (CZS) en het perifeer zenuwstelsel (PZS).
Q: Welke structuren behoren tot het centraal zenuwstelsel (CZS)?
A: Hersenen en ruggenmerg.
Q: Welke structuren behoren tot het perifeer zenuwstelsel (PZS)?
A: Hersenzenuwen en zenuwen van/naar dermatomen/myotomen
Welke hersenzenuw is van CNS? en wat nog meer?
N. opticus. & retina
Afferent?
Sensibel
Efferent?
Motorisch
Q: Wat is het verschil tussen het autonome en somatische zenuwstelsel qua locatie?
A: Ze zijn gescheiden in de periferie.
Q: Wat is het verschil tussen het autonome en somatische zenuwstelsel?
Het somatische zenuwstelsel stuurt willekeurige (bewuste) bewegingen aan, zoals het bewegen van je armen of benen.
Somatisch: bewust, skeletspieren
Autonoom: onbewust, organen en klieren
Q: Wat is het verschil tussen sensibele en motorische informatie in het zenuwstelsel?
A: Sensibele informatie gaat naar het CZS, motorische informatie gaat ervan af — informatie verloopt twee kanten op.
Q: Wat is de functie van het autonome zenuwstelsel?
A: Regulatie van onbewuste functies via sympathisch en parasympathisch systeem.
Q: Waaruit bestaat het telencephalon?
A: Het cerebrum en subcorticale kernen zoals de amygdala en basale ganglia.
Q: Wat vormt het diencephalon?
A: De (hypo)thalamus, neuropituitary en subthalamus.
Q: Wat omvat het mesencephalon?
A: De middenhersenen, inclusief superior en inferior colliculi.
Oorsprong alle hersenzenuwen?
Hersenstam
Waar ontstaat hersenstam uit?
Middenhersenen, pons en medulla
Q: Wat omvat het metencephalon?
A: Het cerebellum (kleine hersenen) en de pons (brug).
Q: Wat omvat het myelencephalon?
A: De medulla oblongata.
Q: Wat wordt bedoeld met het ‘myelum’?
A: Het ruggenmerg.
Welke hersenorientaties?
- Rostral
- ventraal
- dorsaal (superior)
- dorsaal (inferior)
Gebieden hersnene?
Gyrus en sulcus
Weet waar deze liggen
Sulcus centralis
Sulcus lateralis
sulcus transversalis
Hoe heten voorkant, zijkant, boven kant en achterkant hersenen?
voor: frontalis (motorische schors)
zijkant: temporalis (herkenning)
boven: parietalis (sensorische schors)
achter: occipitalis (zien)
wat is corpus callosum?
Deze hersenbalk verbindt beide hersenhelften en zorgt dat informatie van beide kanten uitgewisseld kan worden.
Q: Welke drie belangrijke structuren vallen onder de cerebrale nuclei?
Basale ganglia
Amygdala
Hippocampus
Q: Wat is de functie van de basale ganglia?
Coördinatie van beweging en regulatie van motorische controle.
Q: Wat is de rol van de hippocampus?
Belangrijk voor het vormen van nieuwe herinneringen en ruimtelijke navigatie.
Q: Waar is de amygdala vooral bij betrokken?
Bij het verwerken van emoties, zoals angst en agressie.
Alles voor gyrus precentralis?
Motorisch
Alles na gyrus precentralis?
Sensibel
Wat is primaire motorische schors?
A: In de gyrus precentralis; verantwoordelijk voor het aansturen van vrijwillige motoriek.
Q: Waar bevindt zich de primaire somatosensorische schors en wat is de functie?
A: In de gyrus postcentralis; ontvangt en verwerkt sensorische informatie vanuit het lichaam (tast, pijn, temperatuur, proprioceptie).
Q: Wat is de functie van de premotor cortex en het supplementair motorisch gebied?
Premotor cortex: voorbereiding van bewegingen (secundaire motorcortex).
Supplementary motor area: planning en coördinatie van complexe bewegingen.
Q: Wat is de functie van het frontale oogveld (frontal visual field)?
A: Coördinatie van oogbewegingen.
Q: Wat is de functie van het prefrontale associatiegebied?
A: Cognitieve functies zoals plannen, beslissingen nemen en sociaal gedrag.
Q: Wat is de functie van het gebied van Broca en waar ligt het?
A: In de inferieure frontale gyrus (pars opercularis); betrokken bij motoriek van spraakproductie.
Q: Wat is de functie van het gebied van Wernicke en waar ligt het?
A: In het superieure temporale gebied; verantwoordelijk voor taalbegrip.
Q: Wat is de functie van de primaire auditieve cortex?
A: Verwerken van auditieve (geluids)informatie.
Q: Wat is de functie van de visuele associatiecortex en de primaire visuele cortex?
Q: Wat is de functie van de visuele associatiecortex en de primaire visuele cortex?
Primaire visuele cortex: ontvangt visuele input vanuit de ogen.
Visuele associatiecortex: interpretatie en herkenning van visuele informatie.
Q: Wat doet de secundaire somatosensorische cortex?
A: Integratie en interpretatie van sensorische input (betekenis geven aan aanraking, pijn, enz.).
Wat is fusiforme gyrus?
Vormen gezichten (lobus temporalis)
Hoe werkt sensorisch systeem?
input -> thalamus -> primaire schors -> secundaire schors
Hoe werkt motorische schors?
… -> primaire motorische schors -> ruggenmerg -> skeletspieren
Limbisch systeem?
emoties en pijn (amgygdala, hypothalamus en insula)
Q: Wat zijn de twee hoofdcategorieën van cellen in het zenuwstelsel?
A: Neuronen (zenuwcellen) en glia (steuncellen).
Q: Wat is de functie van neuronen?
A: Overbrengen en integreren van signalen via elektrische en chemische impulsen.
Q: Waaruit bestaat grijze stof?
A: Uit cellichamen en dendrieten.
Q: Waaruit bestaat witte stof?
A: Uit axonen (al dan niet gemyeliniseerd).
Q: Hoeveel neuronen heeft een menselijk brein ongeveer?
A: Ongeveer 10¹¹ neuronen.
Q: Wat is de volgorde van signaaloverdracht bij een neuron?
A: Chemisch signaal → elektrisch signaal → chemisch signaal.
Q: Noem de belangrijkste onderdelen van een neuron.
A: Dendrieten, soma (cellichaam), axonheuvel, axon, myelineschede, pre-synaptisch uiteinde, synaps.
Q: Wat is de functie van dendrieten?
A: Ontvangen van signalen van andere neuronen. (soma ook -> samen receptief oppervlak)
Q: Wat is de axonheuvel?
A: Het gebied waar het actiepotentiaal ontstaat.
Q: Wat bevindt zich in het pre-synaptische uiteinde?
A: Neurotransmitters opgeslagen in vesikels.
Q: Wat is een synaps?
A: De verbinding tussen twee neuronen waar chemische signaaloverdracht plaatsvindt.
Q: Op welke 3 manieren worden neuronen anatomisch geclassificeerd?
- projectie (lange afstand vs lokaal)
- Dendritische structuur (piramidevormig vs stervormig)
- Aantal uitsteeksels (unipolair, bipolair, multipolair)
wat is een corticale pyramide cel?
Een grote, driehoekige zenuwcel in de cerebrale cortex die:
- Tot de projectieneuronen behoort
- Lange axonen heeft die naar andere hersengebieden of het ruggenmerg lopen
- Essentieel is voor motorische output
- Veel voorkomt in de primaire motorcortex
functioneel verschil pyramide vorm en ster vorm dendriet?
Piramidevormige neuronen:
- Lange axonen → projectieneuronen
- Verzenden signalen over langere afstanden (bv. naar ruggenmerg)
- Betrokken bij output van informatie
- Vooral in motorcortex
Stervormige neuronen (ook wel stellate cellen):
- Korte axonen → lokale interneuronen
- Verwerken informatie lokaal binnen cortexlagen
- Betrokken bij inputverwerking en integratie
- Vooral in sensorische gebieden van de cortex
Q: Wat kenmerkt een multipolair neuron?
A: Meerdere uitlopers, geschikt voor signaalintegratie.
Q: Wat kenmerkt een unipolair of bipolair neuron?
A: Eén of twee uitlopers, vaak gespecialiseerd voor sensorische functies.
Q: Wat gebeurt er in een chemische synaps?
A: De presynaptische cel geeft neurotransmitters af in de synapsspleet, die binden aan receptoren op de postsynaptische cel.
Q: Welke drie componenten zijn essentieel voor chemische signaaloverdracht via een synaps?
- Presynaptische cel
- Neurotransmitter
- Receptor op de postsynaptische cel
Q: Wat gebeurt er met neurotransmitterblaasjes in het presynaptisch membraan?
A: Ze fuseren met het membraan en laten hun inhoud vrij in de synapsspleet.
Q: Wat gebeurt er met neurotransmitters nadat ze zijn vrijgegeven in de synaps?
A: Ze binden kort aan receptoren op de postsynaptische cel en worden daarna afgebroken of terug opgenomen.
Q: Hoeveel verschillende neurotransmitters bestaan er ongeveer?
A: Meer dan 100, waaronder dopamine, serotonine en glutamaat.
Q: Wat bepaalt of een neurotransmitter exciterend of inhiberend werkt?
A: De combinatie van neurotransmitter en receptor.
Q: Wat doen cholinesterase-remmers zoals Novitsjok of pesticiden?
A: Ze remmen acetylcholinesterase, waardoor acetylcholine niet wordt afgebroken en het zenuwstelsel overactief wordt.
Q: Wat is een divergerende verbinding?
A: Eén neuron beïnvloedt veel andere neuronen.
Q: Wat is een convergerende verbinding?
A: Meerdere neuronen beïnvloeden één neuron.
Q: Wat is een ‘focussed’ verbinding?
A: Eén neuron beïnvloedt een beperkt aantal andere neuronen.
Q: Hoeveel keer meer glia dan neuronen zijn er ongeveer?
A: 2 tot 10 keer meer.
Q: Hebben glia axonen of actiepotentialen?
A: Nee, glia hebben geen axonen en genereren geen actiepotentialen.
Q: Wat is de functie van glia?
A: Ondersteunen en beschermen van neuronen; reguleren van het interne milieu.
Q: Welke glia bevinden zich in het centraal zenuwstelsel (CZS)?
- Oligodendrocyten → maken myelineschede
- Astrocyten → o.a. bloed-hersenbarrière
- Microglia → fagocytose, littekenvorming
- Ependymcellen → productie van liquor
Oligodendrocyten?
maken myelineschede (1 cel meerdere axonen)
Astrocyten
Astrocyten → o.a. bloed-hersenbarrière
Microglia
Microglia → fagocytose, littekenvorming
Ependymcellen
Ependymcellen → productie van liquor
Q: Welke glia bevinden zich in het perifeer zenuwstelsel (PZS)?
- Satellietcellen
- Schwann-cellen → maken myelineschede (1 cel 1 axon)
Q: Wat zijn satellietcellen en wat is hun functie?
A: Satellietcellen zijn gliacellen in het perifere zenuwstelsel die de cellichamen van neuronen in ganglia omgeven en de extracellulaire omgeving reguleren, zoals voeding, ionenbalans en bescherming.
Schwann-cellen
maken myelineschede
Q: Welke celtypen zijn verantwoordelijk voor de myelineschede in het zenuwstelsel?
- Oligodendrocyten in het CZS
- Schwann-cellen in het PZS
Q: Welke twee functionele systemen verlopen via het ruggenmerg?
A: Somatisch en autonoom zenuwstelsel.
Q: Wat zijn de functies van het somatisch systeem in het ruggenmerg?
- Sensibele input
- Motorische output
- Lokale reflexcircuits
- Corticospinale banen (van cortex naar spieren)
Q: Wat is de functie van de sympatische grensstreng?
A: Onderdeel van het autonome zenuwstelsel, coördineert viscerale functies.
Wat zijn viscerale functies?
Viscerale functies zijn functies die te maken hebben met de inwendige organen (viscera)
Q: Wat is het verschil tussen de dorsale en ventrale zijde van het ruggenmerg?
- Dorsaal: sensibele input
- Ventraal: motorische output
Hoe herkennen dorsale en ventrale kant van ruggen merg?
Dorsaal heeft grotere inham, en is de bovenkant van de vlinder
Q: Wat is een radix (wortel) van het ruggenmerg?
A: Een zenuwwortel – dorsaal voor sensibel, ventraal voor motorisch.
Q: Wat is een ramus (tak)?
A: Een gemengde tak van een spinale zenuw, die zowel sensibele als motorische vezels bevat.
Q: Wat innerveert de dorsale ramus?
A: Achterzijde van nek, rug en bekken.
Q: Wat innerveert de ventrale ramus?
A: Voorzijde van nek en buik, gehele armen en benen.
Q: Hoeveel spinale zenuwen zijn er per regio?
8 cervicale (!) [7 wervels tho]
12 thoracale
5 lumbale
5 sacrale
Q: Wat is een plexus?
A: Een netwerk van zenuwen waarin spinale zenuwen worden herschikt naar perifere zenuwen voor ledematen.
Q: Welke segmenten vormen de plexus brachialis (arm)?
A: C4 – T1
Q: Welke segmenten vormen de plexus lumbosacralis (been)?
A: L3 – S1
Q: Wat is een dermatoom?
A: Een huidgebied dat door één spinale zenuw wordt geïnnerveerd.
leer de dermatomen pls
foto googlen
Q: Wat gebeurt er bij uitval van één dermatoom?
A: Dat duidt op uitval van één specifieke spinale zenuw.
Q: Wat gebeurt er bij uitval van een perifere zenuw?
A: Dat beïnvloedt delen van meerdere dermatomen.
Q: Is het innervatiegebied van een perifere zenuw gelijk aan dat van een dermatoom?
A: Nee, het is onafhankelijk.