HC 7.1: Secundaire preventie - screening Flashcards
wat is screening (wikipedia definitie):
het onderzoeken van een in principe gezonde populatie om asymptomatische gevallen van een ziekte of aandoening op het spoor te komen, in de veronderstelling dat deze aandoening in een vroeg stadium misschien beter te behandelen is.
wat is screening (volgens RIVM):
een medisch onderzoek bij mensen die geen gezondheidsklachten hebben. het onderzoek is gericht op het vinden van ziekte, een erfelijke aanleg voor ziekte, of risicofactoren die de kans op ziekte vergroten.
doel van screening:
verhogen van (gezonde) levensverwachting/kwaliteit van leven in de populatie
- bij screening op ziekte door vroege behandeling
- bij screening op erfelijke aanleg en risicofactoren door verandering van levensstijl en/of intensievere screening
bijzondere kenmerken van screening:
- we richten ons niet op een individu, maar op een populatie
- in principe richt screening zich ook op mensen die niet ziek zijn en dus nog asymptomatisch
screening vraagt om andere afwegingen dan de klinische praktijk:
- klinische praktijk draait om detectie van ziekte (van belang om niets te missen) –> het is dan dus belangrijk dat je een test gebruikt met een hoge sensitiviteit
- screening richt zich op gezonde mensen (van belang om de nadelen te beperken) –> daarom van belang om een test te gebruiken met een hoge specificiteit
wie waren Wilson en Junger?
mensen van de WHO, die in 1968 een lijst met criteria hebben opgesteld over waar screening aan moet voldoen
soort samenvatting van de 10 criteria in 3 punten:
- bewijs voor de effectiviteit van screening
- voordelen van screening zijn groter dan de nadelen
- redelijke balans tussen kosten en netto voordelen van screening
bewijs voor effectiviteit van screening:
langere survival van screendetected kankers versus klinisch gediagnosticeerde kankers is niet genoeg bewijs, er is namelijk sprake van:
- lead time bias
- length bias
eigenlijk de enige manier om effectiviteit van screening onomstotelijk aan te tonen is door gerandomiseerde studies te doen met als uitkomst ziekte-specifieke sterfte
–> maar bewijs van effectiviteit alleen is niet voldoende, want de harms van screening moeten ook worden afgewogen
lead time bias:
eerdere diagnostiek leidt automatisch tot langere survival, ook als er geen voordeel is voor het individu
length bias:
screening detecteert vooral langzaam groeiende tumoren met langere survival
screening heeft een groot positief effect op de gezondheid voor een paar mensen en een kleine negatief effect voor velen –> de voordelen van screening moeten dus wel opwegen tegen de nadelen
voordelen van screening:
- voorkomen sterfte
- voorkomen morbiditeit van de ziekte
- voorkomen morbiditeit van de behandeling
- gerechtvaardigde geruststelling (TN resultaat)
- positief beïnvloeden van risicogedrag
nadelen van screening:
- belasting/complicaties van screening een diagnostische testen
- overdiagnose/overbehandeling van ziekte
- fout-positieven: onnodige diagnostische test/behandeling
- fout-negatieven: onterechte geruststelling, potentieel uitstel van diagnose
- onbedoelde nevenbevindingen
- vroege ontdekking zonder gezondheidswinst
- psychologische belasting/stress
- negatief beïnvloeden van risicogedrag
screening is kosten effectief:
we proberen met het geld/middelen die we hebben zo veel mogelijk levens te redden
andere vereisten voor geschikte screeningstest:
- veilig
- betaalbaar
- acceptabel