HC 2.3: Gevolgen van fouten bij DNA replicatie Flashcards
oorzaken van DNA schade:
- chemische instabiliteit
- chemische verbindingen
- biologische stoffen
- fysische agentia
- foutieve replicatie
replicatie fouten kan je onderverdelen in 2 hoofdoorzaken:
- DNA polymerase proofreading fouten/werkt niet goed (de DNA polymerase niet merkt dat er een fout is ingebouwd en het dus niet repareert)
- translesie synthese (komt in actie als de DNA polymerase tijdens de DNA replicatie op een blokkade stuit en niet verder kan. de translesie synthese komt dan in actie, om te voorkomen dat de cel niet in apoptose gaat.) (maar translesie synthese is niet zo nauwkeurig, dus kunnen er toch fouten in sluipen)
mechanisme van DNA replicatie:
- het inbouwen van nucleotiden door DNA polymerase
- in de catalytische site (de handpalm) worden die nucleotiden ingebouwd door DNA polymerase
het is cruciaal dat DNA replicatie heel nauwkeurig gebeurt, want anders kunnen mutaties ontstaan
3 mechanismen die zorgen voor de nauwkeurigheid van DNA replicatie:
- base selectie
- proofreading
- mismatch reparatie
base selectie:
- selecteren van de correcte nucleotide
- en die correcte nucleotiden worden dan vervolgens ingebouwd in het katalytische centrum van DNA polymerase
proofreading:
- het proces waarbij DNA polymerase checkt of de juiste nucleotide is ingebouwd ja of nee
het kan soms gebeuren dat een nucleotide instabiel wordt, waardoor het proton zich gaat verplaatsen van een amino tautomeer naar een imino tautomeer
amino tautomeer naar imino tautomeer:
- het proton is dan dus verplaatst
- probleem is dat de base specificiteit paring veranderen
- normaal gaat een Cytosine baseparen met een Guanine
- maar als er een imino tautomeer is ontstaan van Cytosine, dan gaat het niet baseparen met een Guanine, maar met een Adenine
(dit gebeurt niet alleen met cytosine, ook met A, G en T)
die staat waarin het proton is verplaatst, is vaak maar heel kort en kan heel snel weer terug veranderen naar de normale amino tautomeer
DNA polymerase heeft 2 functies:
- het inbouwen van nucleotiden
- maar heeft ook de potentie om een verkeerde nucleotide weg te halen en een nieuwe in te bouwen (dat is die proofreading)
met base selectie en proofreading heb je 99,9% efficiëntie in het wegwerken/voorkomen van replicatie fouten
maar er kunnen dus toch, ondanks deze twee mechanismen, nog steeds replicatie fouten ontstaan
wanneer is mismatch reparatie nodig:
- soms ontstaan er toch nog na baseparing en proofreading toch mismatches, dus verkeerd gekoppelde basen (bijv. G tegenover A)
- de DNA polymerase is na die mismatch gewoon verder gegaan met inbouwen van nucleotiden
- die mismatch moet er wel worden uitgehaald, anders kunnen mutaties optreden
mechanisme mismatch reparatie:
- een groep eiwitten herkent de mismatch
- die groep eiwitten bindt op die plek
- exonuclease is dan in staat om een stuk DNA weg te knippen (1 van de strengen), waar de mismatch zich in bevindt
- en dan kan DNA polymerase dat gat weer opvullen
eiwitten betrokken bij mismatch reparatie:
- MSH2
- MSH6
- MLH1
- PMS2
- exonucleases