HC 6.8: Palliatieve behandeling van patiënten met kanker Flashcards

1
Q

specifieke aspecten van palliatieve zorg:

A
  • stadium van de ziekte
  • kwaliteit van leven
  • multidimensionele benadering
  • patiënt en naasten
  • acceptatie van de dood als normaal proces
  • wens van de patiënt
  • inclusief rouwbegeleiding
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

dimensies in de palliatieve zorg:

A
  • lichamelijk
  • psychisch/emotioneel
  • sociaal
  • spiritueel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wanneer start palliatieve zorg?

A

wanneer curatie niet meer mogelijk is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

surprise question:

A

Zal het mij verbazen als deze patiënt over een jaar is overleden?
- als antwoord nee is, dan moet je echt nadrukkelijk aandacht hebben voor palliatieve zorg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat houdt palliatieve zorg in?

A
  • ondersteuning met coping
  • inzicht geven in prognose en ondersteuning behandeling aan de patiënt
  • symptoombestrijding
  • besluitvorming
  • advance care planning
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

symptomen bij de ‘oncologische palliatieve patiënt’ of in ieder geval patiënten waarbij genezing niet meer mogelijk is:

A
  • pijn
  • moeheid
  • zwakte
  • anorexie
  • droge mond
  • hoesten
  • gewichtsverlies
  • slaapproblemen
  • depressie
  • etc.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

symptomen kunnen beïnvloed worden/ontstaan/beleving er van door verschillende factoren:

A
  • lichamelijke factoren
  • medicatie
  • levensbeschouwing
  • stemming
  • eerdere ervaringen
  • vermoeidheid
  • omgeving
  • angst
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

behandeling in de palliatieve zorg:

A
  • onderliggende ziekte behandelen
  • symptoomgericht, behandeling en anticiperend
  • lichamelijke naast psycho-sociale en spirituele aspecten
  • open communicatie, waardigheid
  • patiënt heeft eigen keuze
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly