HC 2.6: Next Generation Sequencing Flashcards
opbouw van DNA in de cel:
- het DNA zit in de celkern, opgevouwen in chromosomen
- die DNA strengen zitten om histonen gewikkeld (die ‘eenheden’ noemen we nucleosomen)
- het DNA bestaat uit veel verschillende genen
- en uiteindelijk, het meest ingezoomd, zien we dat DNA uit basenparen bestaat
karyogram van normale cellen:
2 keer 23 chromosomen
en 2 geslachtschromosomen
complementariteit bij DNA:
- A tegenover T
- C tegenover G
A-T met 2 waterstofbruggen aan elkaar gebonden
C-G met drie waterstofbruggen aan elkaar gebonden
van DNA naar eiwit:
- transcriptie, van DNA naar mRNA
- translatie van mRNA naar een eiwit
- iedere 3 nucleotiden in het RNA vormt een aminozuur
DNA sequencing:
het bepalen van de volgorde van de 4 nucleotiden/basen, waaruit het DNA molecuul bestaat
PCR (polymerase chain reaction):
is een techniek om heel veel extra kopieën te maken van DNA
- iedere cyclus van PCR wordt het aantal DNA, de regio van interesse binnen het DNA, verdubbeld.
1e cyclus: n=2
2e cyclus: n=4
20e cyclus: n> 1 miljoen
Die hoeveelheid aan kopieën is nodig om het DNA te kunnen analyseren.
mutatie in DNA:
een mutatie in het DNA, zorgt voor een mutatie in het RNA en dus voor een mutatie van een eiwit.
dit kan uiteindelijk leiden tot een verhoogde of juist verlaagde activiteit van het eiwit
tumorcellen en mutaties:
bij tumorcellen is er vaak geen sprake van maar 1 mutatie. het heeft te maken met een opeenvolging van mutaties die zich opstapelen in de cel. uiteindelijk zorgt dat er voor dat een normale cel verandert in een tumorcel
type mutaties:
- silent mutatie: wanneer er wel een basenpaar is veranderd en er dus een mutatie is, maar dat het nog steeds codeert voor hetzelfde eiwit, waardoor de mutatie niet opvalt
- missense mutatie: wanneer er een basenpaar is veranderd en er dus een mutatie is, maar dat het daardoor codeert voor een ander aminozuur. de aminozuur volgorde verandert dus
- Nonsense mutatie: wanneer er een basenpaar verandert en er dus een mutatie is, waardoor het aminozuur nu opeens vroegtijdig codeert voor een stop codon. je krijgt hierdoor een eiwit wat niet af is
voorbeelden van toepassingen van DNA-sequencing in de oncologie:
- Differentiaal diagnostiek (sommige mutaties zijn specifiek voor een bepaald type tumor)
- Therapiekeuze (steeds meer gerichte therapieën op tumoren met een bepaalde mutatie)
- Clonaliteitsanalyse (bepalen of iets een metastase is of een 2e primaire tumor)
- Oncogenetica (kijken of patiënten erfelijk belast zijn met bepaalde mutaties)
- Weefselidentificatie (bij twijfel over welk biopt bij welke patiënt hoort)
Sanger Sequencing:
- je hebt een mix van een DNA template, primers en nucleotiden die fluoriserend gellabeled zijn
- je bouwt die fluoriscerende nucleotiden achter elkaar in op je DNA molecuul/template
- met behulp van een laser kan je die fluoriscerende nucleotiden aflezen
- en zo dus de volgorde van die nucleotiden bepalen
verschil en overeenkomsten Sanger Sequencing en Next Generation Sequencing:
- bij NGS wordt net als bij Sanger de nucleotiden volgorde van een stuk DNA bepaald
- maar bij NGS kan je heel veel DNA moleculen in 1 keer sequencen en ook van meerdere patiënten tegelijk tijdens 1 run
2 verschillende manieren om te sequencen:
- amplicon based sequencing
- gehydraliseerd verrijkte sequencing
amplicon based sequencing:
- op een bepaald gen ligt een bepaald stuk waarin veel bekende mutaties in voorkomen, waarvan we dus willen weten of de patiënt die mutatie heeft
- middels PCR ga je die target regions in het DNA sequencen
- aan die gekopieerde stukken plak je vervolgens adapters vast (zodat je straks nog kan herkennen welk stukje DNA molecuul het oorspronkelijke target region is)
- want er worden vele duizenden target regions tegelijk gesequenced, dus die adapters zijn een herkenningspunt om ze later te identificeren
- nu zijn die stukken DNA dus klaar om te worden gesequenced
gehydraliseerd verrijkte sequencing: (hybridization enrichment sequencing)
- je gaat niet eerst PCR doen, je knipt het hele DNA stuk, inclusief dus target region, in kleine stukjes
- aan al die verschillende stukjes worden dan adapters vastgemaakt
- met een prope er aan vast, haal je het stukje DNA van interesse eruit (de rest van de stukjes worden eigenlijk niet gebruikt)
- aan hele kleine magneetjes gaat die prope dan zitten en dan ga je dus uiteindelijk alleen die target regions sequencen