HC 5.5: Metastasering Flashcards
invasieve tumor:
tumor groeit nog wel in zijn eigen orgaan, maar het treedt wel door het basaalmembraan heen. de begrenzing wordt overschreden.
bij metastase moet er nog wat extra gebeuren:
de tumor moet niet alleen door het basaalmembraan heen groeien, maar hij moet een vat in gaan groeien. die tumorcellen moeten dan binnen dat vat getransporteerd worden en dan ergens anders weer uit dat vat kunnen treden en dan weer in een nieuwe en dus andere omgeving gaan groeien.
invasie van de matrix:
- begint met los maken van intercellulaire junctions (tight junctions, hemidesmosomen, desmosomen, gap junctions)
- de cellen veranderen daardoor een beetje van vorm en daarnaast produceren de cellen allerlei enzymen en eiwitten waarmee ze de matrix mee op kunnen ‘eten’ en waarmee ze o.a. de basaalmembraan mee ‘weg eten’
- daarna begin van de migratie door de basaalmembraan
- begin met matrix afbraak waarin MMP-9 een hoofdrol heeft
- verplaatsing van tumorcellen door de extracellulaire matrix
Epitheliale Mesenchymale Transitie (EMT):
houdt in dat een epitheliale cel, zijn klassieke epitheliale eigenschappen wat gaat verliezen en het langzaam meer eigenschappen van mesenchymale cellen gaat vertonen.
- de vorm verandert (van een rechthoek naar een meer platte cel, sponscel achtig)
- ook de eiwit expressie van de cel verandert
- door die vorm verandering, is de cel beter in staat om invaseren in zijn omgeving
EMT is dus een belangrijk proces bij de invasie van tumoren en dus ook bij metastasering.
belangrijke transcriptie factoren bij de EMT:
- ZEB, Twist en Snail
- die zorgen voor een downregulatie van e-cadherine
- en door die down regulatie gaat de cel van epitheel cel naar spons cel/mesenchymale cel
metastasering kan volgen na invasie, maar:
deze processen zijn niet noodzakelijk gekoppeld. na invasie kunnen tumor-epitheel cellen niet zomaar metastaseren.
het verschilt echt per tumortype wat de capaciteit van die soort tumor is om te metastaseren/ uit te zaaien naar andere organen.
voorbeeld van een carcinoom dat heel veel voorkomt maar vrijwel nooit metastaseert:
basaal cel carcinoom (huid)
ander voorbeeld van een carcinoom waarvan de kans heel klein is dat hij metastaseert:
bijnier carcinoom
kan wel heel groot worden, maar kans op metastase is klein.
dus de capaciteit van invasie in de omgeving is niet 1 op 1 gekoppeld met de kans op metastasering.
- je hebt dus tumoren die heel groot worden, maar niet metastaseren
- maar je hebt ook tumoren die heel klein zijn, maar wel metastaseren
metastase: (klinisch)
- tumoren zijn in 30% van de gevallen al gemetastaseerd bij presentatie
- bij diagnose van tumoren blijkt gemiddeld al 20% verborgen metastasen te hebben
- 90% van de kankerpatiënten, die overlijden aan kanker, overlijden t.g.v. uitzaaiingen; 10% t.g.v. lokale effecten
valt op basis van primaire tumor eigenschappen te voorspellen of ze gaan metastaseren?
- is afhankelijk van soort tumor, van sommige weten we gewoon dat ze heel agressief zijn en bijna altijd uitzaaien
- allerlei factoren die een rol spelen bij de waarschijnlijkheid op metastase, zoals graad van de tumor, grootte, of er al invasie te zien is, wat de status is van het immuunsysteem
andere voorbeelden van factoren die iets zeggen over mogelijke metastasering:
- tumor type: metastasering is grotendeels een intrinsieke eigenschap van het specifieke tumor soort
- long, lever en soms bot zijn ‘favoriete’ plekken van meerdere soorten tumoren om te gaan metastaseren
wijze van metastaseren kent 3 hoofdgroepen:
- lymfatische verspreiding
- hematogene verspreiding
- anders