H5.3: Klinische criteria diagnose en stadiumbepaling Flashcards

1
Q

Stageren

Stadium

A

Classificeren van de ernst en aard van een ziekte

Bepaalt de behandeling en prognose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Solide tumoren

Niet-solide tumoren

A

Bolletjes waar nog een membraan omheen zit

Losse cellen tussen normaal weefsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Drie soorten stagering

A
  • Klinisch stageren (cTNM)
  • Pathologisch stageren (pTNM)
  • Pathologisch stageren na voorbehandeling (ypTNM)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Klinisch stageren (cTNM)

A
  • Onderzoek voor de start van behandeling
  • Klinische inschatting maken van de ernst van de ziekte gebaseerd op LO, aanvullend onderzoek en biopt
  • Belangrijk voor het bepalen van behandeling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Pathologisch stageren (pTNM)

A
  • Bepaalt na het verwijderen van de tumor
  • Tumor inclusief meegenomen lymfeklieren worden microscopisch onderzocht
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Pathologisch stageren na voorbehandeling (ypTNM)

A

Stagering na voorbehandeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

TNM

A
  • Tumor
  • Nodes
  • Metastase
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

T: lokale stadium van primaire tumor

A
  • Grootte tumor, uitgebreidheid, ingroei
  • Tx: tumor onvindbaar
  • T0: primaire tumor is weg
  • Tis: carcinoma in situ
  • T1: intra- of submucosaal
  • T2: ingroei in muscularis propria
  • T3: doorgroei in muscularis propria
  • T4: doorgroei naar andere organen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

N: lymfekliermetastasen

A
  • Of er locoregionale lymfeklieren metastasen zijn
  • M1: borstkanker en lieskliermetastase
  • N1: borstkanker met okselkliermetastase
  • Nx: niet met zekerheid vast te stellen
  • N0: geen aangedane lymfeklieren
  • N1 t/m N3: aanwezigheid lymfekliermetastasen (N3 is uitgebreider in omvang, aantal, locatie)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

M: metastasen op afstand

A
  • Mx: niet te beoordelen
  • M0: geen metastasen op afstand
  • M1: wel metastasen op afstand
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Exenteratie

A

Verwijdering protstaat, blaas en rectum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Gegevens nodig om te stageren

A
  • LO
  • Biopten (endoscopie, op geleide van echo of CT, FNA)
  • Endoscopie (inclusief endo-echo en ERCP)
  • Radiologisch/nucleair geneeskundig onderzoek
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Echo

A
  • Lymfeklieren bekijken (oksel, hals, liezen)
  • M.b.v. echo kan ook in worden geprikt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

CT-scan

A
  • Vaststellen metastasen
  • Stageren primaire tumor en klieren
  • Locoregionaal en voor metastasen gebruikt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

PET-CT

A
  • Slechtere kwaliteit dan CT
  • Locoregionaal voor metastasen op afstand
  • Nucleair aangekleurde suikermoleculen ingespoten, wat wordt opgenomen in cellen met een hoog metabolisme
  • Sensi is hoog, maar kan ook positief zijn bij TBC of actieve lymfeklieren na infectie
  • Dus lage speci
  • Veel fout positieve
  • Overstadiëring en overbehandeling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

MRI

A
  • Veel gedetailleerder dan CT
  • Duren langer
  • Niet voor ieder orgaan geschikt (niet slokdarm of bewegende darmen)
  • Bot en hersenen goed
17
Q

Nucleair onderzoek

A

Gelabelde stoffen die aan specifieke cellen binden of daardoor worden opgenomen

Radioactief jodium bij schildklier kan je ook gebruiken

18
Q

Stadium 0

A
  • Carcinoma in situ
  • Beperkt
  • Geen locoregionale of afstandsmetastasen
19
Q

Stadium 1

A
  • Kleine carcinomen
  • Zonder of met beperkte doorgroei in orgaan van origine
  • Goede prognose
20
Q

Stadium 2

A
  • Iets grotere tumoren die doorgroeien in het orgaan van origine
  • Geen lymfekliermetastasen
  • Geen doorgroei in omliggend weefsel
    Goed behandelbaar
    Wel grotere kans op recidief
21
Q

Stadium 3

A

Locoregionale kliermetastasen

22
Q

Stadium 4

A

Metastasen op afstand

23
Q

Andere factoren die behandeling en prognose kunnen beïnvloeden

A
  • Celdifferentiatie: laaggradig <-> hooggradig
  • Celtype: in 1 orgaan kan kanker uitgaan van verschillende celtypen
  • Locatie tumor
  • Aanwezigheid tumormarkers
24
Q

Onderzoek darmkanker

A
  • Endoscopie
  • Biopsie
  • CT-scan
25
Q

Behandeling darmkanker

A
  • Operatie zonder voorbehandeling met eventueel na pTNM nog adjuvante chemotherapie (aanvullend)
26
Q

Onderzoek slokdarmkanker

A
  • Gastroscopie
  • EUS
  • PET-CT
27
Q

Behandeling slokdarmkanker

A
  • Operatief vaak na voorbehandeling
  • Nooit nabehandeling
28
Q

Onderzoek melanomen

A
  • LO
  • Diagnostische excisie
  • PET-CT