H3.1: Translocatie t(9;22) bij CML Flashcards

1
Q

Wat is er zo belangrijk bij leukemie?

A
  • Klonale ziekte
  • Ontstaat uit 1 gemuteerde cel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Gevolg van incorrect schadeherstel?

A
  • Cel gaat niet dood
  • Er treden mutaties op gevolgd door transformatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Soorten DNA-schade

A
  • Waarneembaar met een microscoop: chromosoomafwijkingen
  • Niet waarneembaar met een microscoop: puntmutaties, microdeleties, micro-inserties
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Gevolg translocatie

A
  • Nieuw fusie-gen: BCR-ABL
  • Intronen eruit
  • Fusie-mRNA
  • Nieuw fusie-eiwit
  • Eiwit kan ATP binden waardoor het actief wordt en substraten kan gaan fosforyleren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Imatinib

A
  • Tyrosine kinase inhibitor
  • Kan BCR-ABL eiwit blokkeren
  • Bindt op plek waar ATP zou moeten binden aan BCR-ABL
  • ATP kan niet meer binden en BCR-ABL wordt inactief
  • Werking verliezen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Imatinib resistentie

A

Mutaties in ABl1 gedeelte van BCR-ABL fusie-eiwit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat betekent het als de middelen helemaal niet meer werken?

Oplossing

A
  • Overgang van acceleratiefase en blastenfase
  • Van CML naar AML

Stamceltransplantatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Acute leukemie

A

Ophoping van onrijpe, niet functionele cellen (meestal blasten) die de normale bloedcelvorming ernstig onderdrukken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Ontstaan AML

A
  • Door mutaties in DNA
  • Meer dan de helft zijn genetische veranderingen met een microscoop waarneembaar
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Verschil AML en CML

A

AML is heterogene ziekte waarbij verschillende mutaties de ziekte veroorzaken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat aantonen met moleculaire biologische en immunologische technieken?

A
  • BCR-ABL
  • mRNA
  • Eiwit in leukemiecellen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zie je bij patiënten die van CML naar AML gaan?

A

Additionele cytogenetische afwijkingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly