H4.1: Principes van signaaltransductie 1 Flashcards
G-CSF
EPO
TPO
- Neutrofiele granulocyten
- Ery’s
- Trombocyten
Belangrijk voor bloedstolling?
Bloedplaatjes
Ontwikkeling tot bloedcellen
- GF kan een specifieke binding aangaan met de receptor
- Receptor vangt het signaal van GF op
- Allerlei processen in de cel geactiveerd door dimeervorming
- Celdeling
- Ontwikkeling tot bloedcellen
Productie eiwit
- Membraanreceptor wordt geactiveerd door GF
- In cytoplasma gaan eiwitten een reactie met elkaar aan
- Transcriptiefactoren in kern activeren
- Transcriptiefactoren binden op promotorregio van DNA
- Gen wordt geactiveerd en mRNA wordt aangemaakt wat leidt tot productie van eiwit
Drie hoofdgroepen van membraanreceptoren
- Ionkanaal
- G-eiwit gekoppelde receptoren
- Enzym gebonden receptoren
Enzym gebonden receptoren
- Enkelvoudige ketens vormen o.i.v. ligand een dimeer
- Tyrosine kinase receptor
- Non-RTK
Tyrosine kinase receptoren
- Extra-, intra- en transcellulaire domein
- Enzymactiviteit zit in receptor zelf
Non-RTK
- Receptoren voor bloedcelfactoren zitten anders in elkaar
- Receptor zelf heeft geen kinase activiteit, maar er zit enzymactiviteit gekoppeld aan intracellulaire domein (JAK tyrosine kinase)
- Zelfde proces
- Voorbeelden: EPO-R, GCSF-R en GMCS-R
Functie receptoren (kinases)?
Zorgen voor fosforylering van tyrosine op een eiwit (door tyrosine kinases)
Hoe wordt de activiteit van tyrosine kinase bevorderd?
Door GF o.i.v. dimeervorming van 2 receptorketens
Kenmerken en werking van receptoren voor GF van bloedcellen
- Geen intrinsieke tyrosine kinase activiteit (zoals FLT3-receptor), maar activeren JAK tyrosine kinases
- Activatie van JAKs vindt plaats in trans (cross) na receptor dimeervorming en conformatieverandering
- JAKs fosforyleren tyrosines in receptorketens en in signaaleiwitten wat leidt tot verschillende cellulaire responsen
- Afwijkingen in receptoreiwitten, JAKs en cytoplasmatische tyrosine kinases zijn betrokken bij verschillende bloedziekten en vormen een doelwit voor gerichte therapie
Hematologische maligniteiten kunnen veroorzaakt worden door storingen in receptorfunctie en/of tyrosine kinase activiteit
- AML: FLT3-receptor
- CML: Abl tyrosine-kinase (BCR-ABL)
- ALL: IL-7 receptor, JAK2
- CNL: G-CSF
Wat is G-CSF?
Transmembraanreceptor waar JAK-kinases aan kunnen binden
Gevolg als er geen GF bindt aan receptor?
Niet actief
Gevolg als G-CSF bindt aan GF?
Homodimeer vorming