H3.2: Ontstaan van chromosomale afwijkingen Flashcards
Bestanddelen chromosoom
- DNA
- Histonen
- Andere eiwitten
Bestanddelen DNA
- Genen (coderen voor eiwitten)
- Centromeer (centrale deel chromosoom)
- Telomeren (uiteinden chromosoom)
Uitleg opbouw DNA
- Opgerold rondom nucleosomen (bestaan uit histonen)
- Rolt steeds verder op waardoor er een enorm ingepakt stuk DNA in het chromosoom aanwezig is
G1-fase
- Celgroei
- Meeste cellen
- Van elk chromosoom is 1 kopie aanwezig
S-fase
- DNA verdubbelen
- Elke chromatide kopiëren
- Elk chromosoom heeft hierna 2 chromatiden
G2-fase
- Klaarmaken voor mitose
- Controleren of alles goed verdubbeld is
M-fase
- Verdeling van de chromosomen over de 2 dochtercellen
- 2 dochtercellen gaat met elk een chromatide weer naar G1-fase
- Cyclus kan zo door blijven gaan
Profase
DNA wordt compact gemaakt (condenseren) totdat de losse chromosomen zichtbaar worden
Prometafase
- Kernenvelop wordt afgebroken waardoor de chromosomen los in het cytoplasma komen te liggen
- Chromosomen worden vastgemaakt aan tubuline draden
Metafase
- Chromosomen liggen geordend in de cel
- Naar het midden van de cel getrokken
Anafase
- Chromosomen worden naar 2 kanten van de cel getrokken
- Chromosomen worden verdeeld over de 2 dochtercellen
Telofase
- Rondom afzonderlijke DNA worden nieuwe kern enveloppen aangelegd
- DNA gaat concentreren (decondenseren)
Cytokinese
- Vorming 2 cellen
- Nadat kernen gescheiden zijn, deelt ook cytoplasma zich op
Aantal centrosomen in G1-fase?
1
Aantal centrosomen in S-fase
2
Wat gebeurt er in mitose met de centrosomen?
- Ze gaan uit elkaar
- Ze verplaatsen zich naar 2 tegenoverliggende polen in die cel
- Vanuit centrosomen groeien tubuline draden die vastgehecht raken aan chromosomen
Kinetochoor
Structuur van tubuline draden die vastzit aan centromeer en chromosomen
Technieken om chromosomale afwijkingen op te sporen
- Alle chromosomen aankleuren (R bandering)
- Fluorescentie in situ hybridisatie (FISH)
- Chromosoom specifieke probes (FISH)
- Spectrale karyotypering (SKY)
Fluorescentie in situ hybridisatie (FISH)
Gen op een chromosoom aankleuren d.m.v. fluorescerend gelabelde probe
Chromosoom specifieke probes (FISH)
Verzameling van probes toevoegen om een heel chromosoom aan te kleuren
Bijvoorbeeld om translocatie zichtbaar te maken
Spectrale karyotypering (SKY)
- Elk chromosoom krijgt eigen kleur
- In 1 opslag ziek welke stukken chromosomen zijn verhuisd naar andere chromosomen
Structurele afwijkingen
- Deleties: stuk chromosoom verdwijnt
- Translocaties: stuk chromosoom wordt aan ander chromosoom gezet
- Dicentrische chromosomen: 2 centromeren op 1 chromosoom
Hoe ontstaan chromosomale afwijkingen?
Door dubbelstrengbreuk in DNA die niet goed gerepareerd wordt
Micronucleoli
- Als een cel in mitose gaat met een DS breuk die niet gerepareerd is zal een stuk van de breuk geen centromeer hebben
- Tijdens de verdeling van chromosomen wordt dit deel niet verdeeld, maar blijft het in het midden
- In een microkern kan een heel chromosoom zitten
- Delen chromosoom die hierin zitten kunnen breken en weer in elkaar gezet worden
- Meerdere transversies in 1 cel = chromothripsis
Chromothripsis
- Delen in micronucleoli kunnen in kleine stukjes breken en weer in verkeerde volgorde in elkaar gezet worden
- Meerdere transversies in 1 cel
Numerieke afwijkingen
- Chromosoom verlies
- Chromosoom duplicatie
Aneuploïdie
Ontstaan numerieke chromosomale afwijkingen
- Metafase
- Alle chromosomen moeten aan 2 centrosomen vastgemaakt worden
- Als een chromosoom niet vast zit voordat de verdeling begint, kan er een chromosoom te veel of te weinig in de dochtercel komen = non-disjunctie
Manieren om numerieke afwijkingen in kaart te brengen
- Karyogram
- Analyse van (CA)n repeats
- NGS: verlies SNP
Genamplificatie
- Er komen meerdere kopieën van een deel van het chromosoom
- Hele chromosoom wordt meerdere keren per celcyclus verdubbeld
Hoe genamplificatie in beeld brengen?
- In situ hybridisatie met c-myc probe
- R-bandering
Genamplificatie x kanker
- Activering oncogenen (translocatie, verdubbeling chromosomen, genamplificatie)
- Inactivering van tumor suppressor genen (deletie, verlies chromosoom)
Functies telomeren
- Geen genomische instabiliteit
- Beperken van groei van cellen