H5.2: Pathologische technieken bij diagnose kanker Flashcards
1
Q
Stappen voor histologisch onderzoek verricht kan worden
A
- Biopt nemen van tumor = excisiebiopt
- Fixeren formaline (crosslinking aminozuren, lysis wordt voorkomen)
- Solvent wisselen: overgang hydrofiel naar hydrofoob, mengmachines duurt enkele uren
- Inbedden in paraffine: stolt op onderkant cassette, biopt toevoegen, ffpe ontstaat
- Coupes snijden op microtoom
- Plakken coupe op objectglas
- Kleuren weefsel (HE)
- Afdekken preparaat met dekglas
- Beoordelen via microscoop
2
Q
Vriescoupe
A
- I.p.v. formaline
- Coupe wordt ook hard
- Enzymen kunnen het normale weefsel niet afbreken
- Omzeilen pathologie workflow
- Preoperatief
3
Q
Resectie
A
- Operatieve verwijdering door snijdend specialist
- Vaak grotere preparaten die bewerking vereisen
4
Q
Naald x plek biopsie
A
- Op geleide van palpatie
- Op geleide van echografie
- Op geleide van MRI-scan
- Soms blind
5
Q
Dikke-naaldbiopsie bij prostaat
A
- Op geleide van palpatie, echografie, blind
- Dikke naald via rectum in prostaat
6
Q
Beenmerg naaldbiopt
A
- Boor
- Biopt uit bot
7
Q
Dunne naaldbiopt uit mamma
A
- Op geleide van echo
- Biopt gun
- Afwijking kan nog steeds gemist wordt, biopt niet altijd representatief
- Verkalkingen
8
Q
Surgical pathology
A
- Ongeveer 50% van aanbod bij pathologie komt van chirurgie
- Pathologie ook toepassen als kwaliteitscontrole om te kijken of de randen schoon zijn en de tumor in zijn geheel is verwijderd
- Grote preparaten, dus gesampled
9
Q
Twee vormen van cytologisch onderzoek
A
- Punctie cytologie
- Exfoliatieve cytologie
10
Q
Punctie cytologie
A
- Opzuigen van cellen uit weefsel
- Op geleide van palpatie of echografie
- Geen verdoving
- Snel uitslag
- Cytologie via scopie en echografie maakt lymfeklieren uit mediastinum bereikbaar voor stagering
11
Q
Exfoliatieve cytologie
A
- Cellen die vanzelf loslaten
- Cellen uit cervix, endometrium, bronchus, blaas, prostaat, pleura, peritoneum, liquor
- Cellen kunnen van de oppervlakte afgeschraapt worden of opgezogen worden als ze spontaan hebben losgelaten
Voorbeeld: baarmoederhalsuitstrijkje
12
Q
Naald bij histologisch onderzoek
Naald bij punctie cytologie
A
14-18 G
22-25 G
13
Q
Dunne naaldbiopsie (FNA)
A
Cytologisch onderzoek (losse cellen opzuigen)
14
Q
Dikke-naald biopsie (core biopsy)
A
Histologisch onderzoek (weefsels)
15
Q
Immunohistochemie
A
- Monoclonale antistoffen kunnen eiwitten visualiseren
- Antistoffen worden toegevoegd aan coupe
- Precieze typering van tumoren zien