SCHOOL
Hoe is het ONDERWIJS [education] in Nederland georganiseerd?
IN GROTE LIJNEN [in broad outline] is het systeem ALS VOLGT [as follows]. Kinderen gaan VANAF hun vifde jaar naar school, dat is verplicht [mandatory?], tot zestien jaar. Maar ze mogen al een jaar eerder naar school. Tegenwoordig is dat de normale gang van zaken. Men moet ze wel ruim van tevoren opgeven [].
Tot twaalf jaar gaan kinderen naar de basisschool []. Die duurt zeven of acht jaar. Elk jaar noemen we een ‘groep’: groep 1 tot en met (t/m) groep 8. De leraar noemen ze daar ‘meester’ of ‘meneer’ en de lerares wordt ‘juffrouw’ of ‘juf’ genoemd.
Wat leren Nederlandse kinderen op school?
Aanvankelijk [at first], net als in de meeste andere landen: lezen, schrijven en rekenen. Ze krijgen verder tekenen [writing?], sport en muziek. Kinderen zingen graag. Ook leren ze de kaart [map?] van Nederland, van Europa en van andere delen [] op aarde. Geschiedenis [history] behoort [] eveeneens [] tot de vakken die op de basisschoool worden gegeven. De school probeert kinderen ook iets te leren over de natuur: bloemen, planten, vogels en andere dieren. Zo ontwikkelen [] kinderen hun kennis van en inzicht [insight] in de wereld. Op christelijke en islamitische scholen schenkt [] men speciale aandacht aan het geloof in God.
Na de basischool gaan veel kinderen naar de middelbare school. Ze gaan dan door met allerlei vakken, zoals geschiedenis en economie. En ze kunnen kiezen uit een stuk of drie vreemde talen: Duits, Engels en Frans. Een andere, grote groep kinderen gat na de basisschool naar een technische school. Daar leren ze vooral met hun handen werken. Aan het eind van de middelbare school is er een belangrijk examen.
Wie daarvoor slaagt, kan nog doorgaan met leren, bijvoorbeeld op de universeteit voor wetenschappelijk onderwijs of op een hogeschool voor beroepsonderwijs. Je kunt ook besluiten om werk te zoeken.
October 5, 2014, Nijmegen (Anna’s place)