1. Hoe heet jij? Flashcards
1
Q
Hoe
A
what, how
2
Q
Heet
A
called, named
3
Q
lerares (de)
A
teacher
4
Q
woont
A
live
5
Q
woon
A
live
6
Q
welke
A
which
7
Q
mijnheer
A
Mr.
8
Q
HOE HEET JIJ?
Naam: Eva Sterk
Adres: Steenstraat nummer: 10
Plaats: Rotterdam
Telefon: 010-213 4578
Dag. Ik ben Eva. Mijn naam is Eva Sterk. Ik ben de lerares. Hoe heet jij? What is jouw naam? Ik heet Maria. Mijn naam is Maria. Dag Maria. Dag mevrouw. Uit welke land kom jij? Ik kom uit Spanje.
En u meneer? Hoe heet u? What is uw naam?
Mijn naam is Lie.
Waar komt u vandaan? Uit welk land komt u?
Uit China.
Waar woont u?
Ik woon nu in Nederland.
In welke stad en in welke straat?
In Den Haag, in de Marktstraat, op nummer vijf.
En wat is het nummer van uw telefoon?
Ik heb nog geen telefoon.
De lerares heet Eva. Ze komt uit Nederland.
Mijnheer Lie komt niet uit Nederland, maar uit China.
Hij woont nu in Den Haag.
October 5, 2014, Nijmegen
A
ok