18. Familie Flashcards
1
Q
de rest
A
the rest
2
Q
regelmatig
A
regularly, often
3
Q
leven
A
alive
4
Q
beide
A
both
5
Q
gezond
A
healthy
6
Q
flink
A
fit
7
Q
voor zorgen
A
to look after
8
Q
zichzelf
A
themselves
9
Q
onlangs
A
not long ago
10
Q
het bedrijf
A
the business
11
Q
verkocht
A
sold
12
Q
spoedig
A
soon
13
Q
ze
A
them
14
Q
helaas
A
unfortunately
15
Q
gestorven
A
died
16
Q
toen
A
when
17
Q
gekend
A
known
18
Q
spelen een rol
A
play a part
19
Q
de rol
A
the part, role
20
Q
althans
A
at least
21
Q
met houdt rekening
A
takes into account
22
Q
ideeen
A
ideas
23
Q
opvattingen
A
views
24
Q
het gezag
A
the authority
25
bepalen
determine
26
voorstellen
imagine
27
Kun je je dat voorstellen?
Can you imagine that?
28
de zaak
Idea?
29
zulke
such
30
Zulke zaken
Such matters
31
beslissen
decide
32
de mening
the opinion
33
hierover
about this
34
hauwelijks
hardly
35
op bezoek
visiting
36
iedereen
everyone
37
net
just
38
FAMILIE
Kom jij uit een groot gezin [family]?
Mijn OUDERS hebben zes kinderen. Ik heb drie broers en tween zusters.
Woont jouw familie ook in Nederland?
Alleen mijn JONGSTE ZUS. Zij is getrouwd met een Nederlander.
Daardoor kent ze beter Nederlands dan ik. Ze hebben drie kinderen, twee jongens en een meisje. Maar de rest van mijn familie woont niet in Nederland.
Ga je vaak bij je zus op bezoek [visiting]?
Ja, ik help haar REGELMATIG [regularly] met de kinderen. Zij heeft het erg druk, want ze werkt vier dagen per week.
LEVEN je BEIDE [both?] ouders nog?
GELUKKIG [fortunately, happily] wel. Ze zijn zo GEZOND [healthy] en FLINK [fit?], ze ZORGEN voor ZICHZELF [themselves].
Maar ONLANGE [recently?] zijn ze wel GESTOPT met werken. Mijn vader had een klein BEDRIJF [business] waar ze KLEDING maken. Hij heeft het bedrijf [business?] VERKOCHT [sold]. Nu zijn ze van plan SPOEDIG [speedy] naar Nederland te komen voor een vakantie. Ik HOOP dat ze een paar weken blijven. Ik heb ze [them] al zo lang niet GEZIEN.
En heb je nog GROOTOUDERS?
Die zijn HELAAS [unfortunately] GESTORVEN [died] TOEN [when?] ik klein was. Ik heb ze NAUWELIJKS [hardly?] GEKEND [known]. Dat vind ik JAMMER. Grootouders SPELEN een BELANGRIJKE ROL in de familie, ALTHANS [at least?] in onze cultuur.
IEDEREEN HOUDT REKENING [everyone must reckon?] met hun IDEEEN en OPVATTINGEN [ideas and opinions]. Zij hebben veel GEZAG [influence, power], net als de ouders. Die kunnen zelfs BEPALEN [decide] met wie je moet TROUWEN. Kun je je dat VOORSTELLEN [imagine]? Of vind je het een SLECHTE ZAAK [] dat de ouders over ZULKE [such?] ZAKEN [matters?] BESLISSEN [decide]? Wat is jouw MENING [opinion] HIEROVER?
October 6, 2014, Nijmegen.
ok
39
IEDEREEN HOUDT REKENING met hun IDEEEN en OPVATTINGEN.
Everyone takes into account their ideas and opinions.
40
Zij hebben veel GEZAG,
They have a lot of influence, power