Ritme en geleidingsstoornissen 3

Question 1

Wat kun je zien aan een ECG bij boezemfibrilleren?

Answer 1

Geen P-toppen, f waves en een totaal irregulier ritme.

Question 2

Wat zijn oorzaken voor boezemfibrilleren?

Answer 2

• Verhoogde atriale druk
• Verhoogde atriale spiermassa
• Ontsteking van het atrium
• Infiltratie van het atrium

Question 3

Waar wordt naar gekeken in de CHADS2 score?

Answer 3

Geschiedenis van hartfalen, hypertensie, diabetes mellitus, eerdere symptomen van een stroke of TIA en de leeftijd.

Question 4

Waar wordt naar gekeken in de CHA2DS2-VASc score?

Answer 4

Leeftijd, geslacht, geschiedenis hartfalen, vaatziekte, diabetes hypertensie, stroke/TIA/trombo-embolie

Question 5

Acute behandeling boezemfibrilleren

Answer 5

• Eventuele trigger behandelen
• ventriculaire rate control
• cardioversie: chemisch of elektrisch

Question 6

Langer termijn behandeling boezemfibrilleren

Answer 6

• Rate control door medicatie of His bundel ablatie

- Rhythm control door medicatie, ECV of PVI

Question 7

Wat is een holter?

Answer 7

Deze kan 24 uur het ritme monitoren. Het nadeel is dat alle metingen handmatig worden gecontroleerd en dat er slechts 3 kanalen beschikbaar zijn.

Question 8

Wat is event recorder?

Answer 8

Deze kan voor een maand aan een patiënt worden meegegeven.
Hij/zij kan hem dan zodra er klachten optreden aansluiten (drie elektroden), zodat er op het juist moment metingen worden verricht.
Een nadeel is dat het slechts een kanaal heeft.

Question 9

Wat is implantable loop recorder (ILR)?

Answer 9

Deze kan onder de huid geplaatst worden.
Dit apparaatje kan de informatie naar het ziekenhuis sturen.
De batterijduur is 3 jaar, waardoor heel hardnekkige ritmestoornissen die slechts enkele keren per jaar voorkomen te vangen zijn.

Question 10

Wat is een TILT-test?

Answer 10

De patiënt wordt vastgebonden op de tafel.
De bloeddruk en hartfrequentie worden gemeten tijdens het kiepen van de tafel van 180 naar 90 graden.
Mensen met een neurovegatatieve reactie zullen eerst een daling in de bloeddruk ondervinden en daarna pas een stijging in de hartfrequentie. Hierdoor kunnen ze een syncope krijgen.
Het probleem is dat de bloeddruk eerst zakt, maar daar is geen goede medicatie voor.
Soms likt het met een pacemaker om de syncope te kunnen voorkomen.

Question 11

Wat is Sinus carotis massage ?

Answer 11

Ook een vorm van diagnostiek en zorgt voor sterke vagale inhibitie van het hart. Mensen die daar extra gevoelig voor zijn kunnen pauzes tot een minuut ervaren. Dit kan ook een reden zijn van syncopes.

Question 12

Wat is de classificatie voor anti-aritmica?

Answer 12

• Klasse 1: natriumkanaalblokker (flecainide en propafenon)
• Klasse 2: bètablokker (-olol)
• Klasse 3: calciumkanaal veranderen  actiepotentialen verlengen (amiodaron en sotalol)
• Klasse 4: calciumblokkers  verminderen plateaufase (verapamil en diltiazem)
• Klasse 5: overige anti-aritmica (adenosine en digoxine)

Question 13

Wat is ablatie?

Answer 13

Bij ablatie wordt met katheters de geleiding van het hart gemeten om vervolgens precieze littekens te kunnen aanbrengen die processen als re-entry kunnen verhinderen. Het succes met ablatie is verschillend.

Question 14

Twee vormen van Temporary pacing?

Answer 14

transcutaan (pacemaker) en transveneus (draden)

Question 15

Welke eendraads pacemakers en wanneer gebruik ervan?

Answer 15

• VVI- en AAI- pacemakers
• Een VVI-pacemaker wordt gebruikt bij mensen met chronisch atriumfibrilleren.
• Een AAI- pacemaker kan worden ingezet bij mensen met een sinusknoopdisfunctie (zonder AV-blokkade)

Question 16

Wanneer gebruik tweedraads pacemakers?

Answer 16

Bij mensen met een AV-blok kan er een tweedraads katheter worden ingebracht, zodat de ventrikelcontractie kan volgen op de boezemcontractie.

Question 17

Wanneer gebruik driedraads pacemakers?

Answer 17

De draden zitten in het linker atrium, rechter atrium en de linkerventrikel liggen. Deze wordt meestal biventriculaire pacemaker genoemd of CRT-P. Deze kan gebruikt worden bij mensen met ernstig hartfalen met geleidingsstoornissen.

Question 18

Eigenschappen implantable pacemaker circuit?

Answer 18

Bestaat uit de implantable pulse generator (IPG), draden (kathode/anode) en lichaamsweefsel.
Wanneer aan dat laatste iets verandert, kan dat ook gevolgen hebben voor de werking van de pacemaker.

Question 19

Benoem de Indicaties voor een pacemaker

Answer 19

• Sick Sinus Syndrome
• Sinusbrachycardie met klachten
• AV-blok (altijd derdegraads blok, tweedegraads blok soms)
• Wenckebach gedrag soms

Question 20

Werking van een ICD?

Answer 20

Een ICD kan een shock geven of een serie pulsen afgeven (anti-tachypacen = vriendelijker voor patiënt).

Question 21

Indicaties voor ICD zijn?

Answer 21

• Iedereen die al een keer VT of VF heeft gehad en geen reversibele oorzaken had
• Aanhoudende VT