cardiomyopathie en (peri)myocarditis Flashcards

1
Q

cardiomyopathie definitie

A

ziekte van de hartspier: hartspier structureel en functioneel abnormaal in afwezigheid van oorzakelijke ziekte (coronaire hartziekte, hypertensie, klepziekte of aangeboren hartziekte), die de afwijking kan verklaren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

pericarditis definitie

myocarditis definitie

endocarditis definitie

A

ontsteking van het pericard

ontsteking van het myocard

ontsteking van het endocard

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

typen cardiomyopathie

A
  • meeste zijn monogenetische ziekte
  • autosomaal dominante overerving
  • pathologische DNA varianten in genen, die coderen voor eiwitten die verantwoordelijk zijn voor kracht generatie en transmissie, metabolisme en calcium hemostase

–> familieonderzoek belangrijk
Zit heel veel genetische variatie in: alsnog testen omdat je dan diagnose kan bevestigen en weet je zeker dat dit het is, niet over iets anders nadenken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

genotype-fenotype relatie

A

meeste families hebben ‘eigen’ pathogene DNA variant

pathogene DNA varianten in 1 gen kunnen verschillende cardiomyopathieën veroorzaken

grote intra- en inter familiaair klinische heterogeniciteit

andere factoren (modifiërs)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

genetisch testen bij cardiomyopathieën voordelen en nadelen

A

voordelen:
- definitieve diagnose
- identificatie familieleden at risk
- specifieke therapie

nadelen:

  • afwezigheid pathogene DNA variant sluit genetische oorzaak niet uit
  • genotype-fenotype relaties teleurstellend
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

verschillende soorten cardiomyopathieën:

  • hypertrofische CM
  • gedilateerde CM
  • restrictieve CM
  • non-compaction CM
  • AVRC
A

hypertrofische CM: verdikking hartspier, komt meest voor

gedilateerde CM: LV diameter vergroot–> verminderde pompfunctie

restrictieve CM: diastolisch HF, spier heel stijf–> bloed gaat moeilijk hartspier in

non-compaction CM: myocardweefsel is intra-uterien niet compact geworden, veel bij kinderen gediagnosticeerd

AVRC: aritmogene RV CM: vrij vroege aantasting RV–> ritmestoornissen, bij ouder ook LV en daar verminderde pompfunctie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

hypertrofische CM (HCM)

A

verdikking van de hartspier die niet te verklaren is op basis van een andere aandoening zoals HT of aortaklepstenose

wanddikte >/= 15mm (normaal<13mm)

prevalentie 1/500!

belangrijke oorzaak van plots overlijden <35 jaar

de hypertrofie is heel asymmetrisch verdeeld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

obstructieve HCM

A
  • verdikt septum
  • voorwaartse beweging mitralisklep
  • smallere LVOT
  • dynamische obstructie

Zelfde hoeveelheid bloed door kleiner gaatje–> extra belasting voor de hartspier omdat bloed tijdens de systole naar buiten te blijven pompen–> klachten

50% asymptomatisch, opgepikt door hartruis bij huisarts bijvoorbeeld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

klinisch beeld bij HCM

A

veel patiënten asymptomatisch

ontdekt bij vaststellen souffle, abnormaal ECG of bij familiair onderzoek

dyspnoe d’effort, POB, palpitaties, syncope

soms is plotse dood de eerste uiting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

gedilateerde cardiomyopathie (DCM)

A

dilatatie en verminderde systolische LV functie

prevalentie 1/2500

etiologie:

  • genetisch 25%
  • viraal na myocarditis
  • toxisch: medicatie/ alcohol
  • vitamine deficiëntie (B1 en 6)
  • peripartum
  • idiopathisch
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

klinisch beeld DCM

A

lang zonder symptomen

hartfalen: uitlokkingsmomenten bijv. koorts
ritmestoornissen: AFib, ventriculaire tachy/ plotse dood
geleidingsstoornissen: pathogene DNA variant lamin A/C

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

arrythmogenic right ventricular cardiomyopathy (ARVC)

A

progressieve vervanging van rechter (en/ of linker) ventriculair myocard door vet- en fibreus weefsel

geschatte prevalentie 1/5000

belangrijke oorzaak van plots overlijden van jonge personen

levensbedreigende hartritmestoornissen en systolisch hartfalen: vaak eerst ritmestoornissen en daarna hartfalen

fenotype progressief bij sport

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

restrictieve cardiomyopathie (RCM)

A

primaire vorm: veroorzaakt door fibrose van myocard en endomyocardiale verlittekening

secundair: door hypertrofie of infiltratie van myocard door bijv. amyloïd of ijzer (hemochromatose) of glycogeen

systolische functie normaal

gestoorde vulling van ventrikels!

prevalentie is onbekend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

RCM klinisch beeld en diagnose

A

klinisch beeld: hartfalen
- veelal vochtretentie op voorgrond, later “low output” beeld

diagnose:

  • echo (doppler) cardiogram
  • endomyocard biopsie: histologie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

NCCM

A

derde meest frequentie CM bij kinderen: 9%
bij volwassenen 3% HF patiënten

hartfalen symptomen in 34-91%

ritmestoornissen, inclusief plotse dood

vaak familiari

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

pericarditis

A

28/100.000 personen/ jaar
5% POB op SEH

infectieuze en niet infectieuze oorzaken

> /= 2 van de volgende criteria:

  • POB
  • pericardwrijven
  • ECG afwijkingen - elevaties in alle afleidingen
  • pericardeffusie - echo

Pijn op de borst neemt af bij rechtop zitten en bij voorover leunen Pericardwrijven: klinkt krakend

in alle afleidingen elevaties

17
Q

myocarditis

A

inflammatoire hartspierziekte veroorzaakt door verschillende infectieuze en niet-infectieuze triggers

zeer wisselende presentatie van asymptomatisch tot fulminant HF en plotse dood

klachten: POB, HF, ritmestoornissen, koorts, virale klachten, klachten passend bij pericarditis

18
Q

myocarditis diagnose stellen

A
  • koorts, ontstekingsparameters
  • cardiale enzymen verhoogd
  • ECG: repolarisatie afwijkingen, geleidingsstoornissen, ritmestoornissen
  • echo
  • virale antistoffen kunnen verhoogd zijn
  • cardiale MRI
  • endomyocardiale biopsie

op endomyocardiale biopsie is bij myocarditis te zien:

  • lymfocytair infiltraat
  • degeneratie cardiomyocyten
  • verlies cardiomyocyten
  • viraal RNA (PCR)
19
Q

myocarditis behandeling

A

ondersteunend!

  • ritmestoornissen behandelen
  • HF behandeling, inclusief mechanische ondersteuning en harttransplantatie
  • bij reuscelmyocarditis prednison
20
Q

myocarditis klinisch beloop

A

50% herstelt binnen 2-4 weken

25% verminderde hartfunctie

12-25% fulminant beloop