longembolie Flashcards

1
Q

Wat zijn sterke risicofactoren voor een longembolie? (odds ratio > 10)

A
  • Fractuur onderste extremiteit
  • Heup- of knie vervanging
  • Hartinfarct (<3 mnd)
  • Eerdere VTE
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn matige risicofactoren voor een longembolie (odds ratio 2-9)?

A
  • Postpartum
  • Infectie/ pneumonie
  • Maligniteit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn zwakke risicofactoren voor een longembolie? (odds ratio < 2)

A
  • Bedrust > 3 dagen
  • DM/ hypertensie
  • Obesitas
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat houdt een odds ratio in?

A

Er is dan een zoveel keer verhoogd risico ten opzichte van de gewone bevolking.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe werkt de WELLS-score?

A
Wells score is lijst met deze vragen, die bepaald aantal punten opleveren:
klinische tekenen DVT (3)
alternatieve diagnose onwaarschijnlijk (3)
HF>100/min (1,5)
immobilisatie/chirurgie recent (1,5)
eerder longembolie of DVT(1,5)
hemoptoë(1,5)
maligniteit(1,5)

Als deze klinische basisregel meet dan 4 punten geeft doe je een CT-scan. Als de klinische beslisregel kleiner of gelijk is aan 4 doe je een D-dimeertest. Als de test aangeeft dat de waarde >0,5 is, wordt er ook een CT-scan gemaakt worden. Bij een uitkomst van <0.5 wordt een longembolie onwaarschijnlijk geacht en wordt er ook geen CT-scan gedaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat houdt de YEARS-beslisregel in?

A

Hier zijn de echt relevante elementen voor een longembolie in samengevoegd: klinische tekenen trombosebeen, hemoptoe en longembolie als meest waarschijnlijke diagnose.
Het grote verschil met de oude diagnostiek is dat je hier altijd een D-dimeertest doet.

als je geen punten scoort bij years vragen, dan moet uitslag d-dimeer test hoger zijn om een CT te doen

als d-dimeer test hoog dan ct, als laag dan geen longembolie waarschijnlijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de formule voor leeftijdsgebonden van een D-dimeer afkappunt?

A

0,1 x leeftijd (ten minste >50).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat doe je bij mensen die te ziek zijn voor een CT-scan?

A

Je maakt een echo. Je kijkt of de rechterhartkamer heel wijd is geworden (pulmonale hypertensie). De rechterkamer wordt heel wijd als de weerstand in de pulmonaal arterie groot is door de aanwezigheid van een longembolie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is idiopathisch?

A

Dit houdt in dat iemand iets heeft gekregen, maar dat het onduidelijk is hoe en waarom dit is gebeurt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Duur van de behandeling bij longembolie.

A

Embolie plus voorbijgaande risicofactor = 3 maanden
Idiopathische longembolie = 3 maanden tot levenslang
Embolie bij maligniteit = 6 maanden LMWH
Recidief longembolie = Levenslang
Levensbedreigende longembolie = Levenslang?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn DOAC’s?

A

Redelijk nieuwe antistollingsmedicijnen, die net zo effectief blijken als VKA en heparine.
Risico op bloedingen is kleiner.
Er hoeft een trombosedienst aan te pas te komen.
Snelle werking (binnen een paar uur)
Alleen getest in combinatie met heparine, dus ook alleen zo geven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wanneer moeten DOAC’s worden gestaakt?

A

Bij een laag tromboserisico en een hoog bloedingsrisico zoals bij operaties.
Halfwaardetijd is 24 uur.
Kleine ingreep = voor en na de operatie 24 uur geen DOAC.
Groter operatie = Er wordt 48 uur aangehouden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn de indicaties voor thuisbehandeling met antistollingstherpie?

A

Iemand moet hemodynamisch stabiel zijn en geen indicatie hebben voor trombose.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is de antidote voor dabigatran?

A

Idarucizymab

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wanneer geen trombolyse toepassen?

A

Bij Patienten met een wijde rechterhartkamer en verhoogde enzymen. het leidt tot meer bloedingen en gelijke mortaliteitscijfers.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wanneer neig je sterk naar een agressieve behandeling?

A

Bij Patienten die zich in een schock/ lage bloeddruk verkeren. Dit is een groep met een hoog risico. Naarmate je er slechter aan toe bent loopt de mortaliteit op tot 65% als je gereanimeerd moet worden.

agressieve behandeling: trombolyse geven (lost stolsel op)