inspanningsfysiologie Flashcards
aanmaak ATP in mitochondrien
24% effectieve arbeid
76% warmte verlies
formule energieproductie en bijbehorende waardes
voedingsstof + O2 –> CO2 + H20 + energie (ATP)
O2 opname–> energieproductie
max. O2-productie –> max. energieproductie
VO2max %norm: maat voor prestatievermogen
met vo2max kijken hoe goed hart en longen werken, daarmee bv ook kijken of iemand operatie aankan
relatie tussen VO2 en belasting
hoe zwaarder inspanning, hoe meer O2 je nodig hebt
VO2/WR= 10 ml/min/watt
op een gegeven moment VO2 max bereikt, hoe getrainder hoe hoger vo2max
factoren die VO2 max bepalen
respiratoir systeem: O2 diffusie ventilatie V'/Q' verhouding (A-a) DO2
centrale circulatie:
cardiac ouput: Hf x sv
Hb-concentratie
perifere circulatie: flow naar niet arbeidende regio's bloedflow spier capillaire dichtheid spier O2 diffusie O2 extractie Hb-O2 interactie
skelet spier: enzymen en oxidatiepotentiaal energiereserves en leverantie myoglobine mitochondrien grootte en aantal
O2 saturatie hemoglobine
zuurstof saturatie curve afhankelijk van ph, temperatuur en co2
in spieren: lage ph, hogere temperatuur en veel co2–> O2 laat daar makkelijk los–> curve schuift naar rechts–> lage O2 saturatie van Hb
in longen omgekeerde: weinig co2, hogere ph en veel O2–> O2 bindt makkelijk aan Hb–> curve schuift naar links
long, hart en spier hoeveelheid O2 die ze kunnen transporteren in rust en bij inspanning
long(V’e): 17x meer bij inspanning
Hart(Q’): 6x meer bij inspanning
spier(V’O2): 10x meer bij inspanning
ventilatoire reserves zijn veel groter dan circulatoire reserves
circulatie is dus bepalend voor hoeveel zuurstof je maximaal kan opnemen
pas als er flink wat mis is met de ventilatie ontstaat er daar een probleem (longfunctie <60% voorspeld)
hemodynamiek tijdens inspanning
hmv neemt tijdens inspanning 4-5x toe
cardiac output hfxsv neemt toe
bloeddruk gemiddeld iets toe, vooral systolische bloeddruk stijgt doordat slagvolume toeneemt
perifere vaatweerstand neemt af door vasodilatatie van vaten die naar spieren lopen
hmv tijdens inspanning
Hf neemt lineair toe
Sv neemt beetje toe en blijft daarna constant, dit is beperkt want hart kan op een gegeven moment niet groter worden en nog meer bloed rondpompen
O2 verbruikt tijdens inspanning
hmv neemt 4x toe
maar O2 verbruik in lichaam neemt 6x toe
rest komt door verschil in O2 aan veneuze en arteriele kant
komt doordat O2 extractie van spieren toeneemt–> ze gebruiken meer van de O2 die daar wordt aangeleverd
V’O2 is dus HMV x (a-v)DO2
VO2= hf x sv x (a-v)DO2
aanwijzingen anaerobe arbeid
hoe groot is BE daling?
Hoe groot is lactaat stijging
is het RQ>1
RQ: CO2-productie/O2-opname
RQ bij anaerobe en aerobe verbranding
aeroob:
voedingsstof+O2–> CO2+H2O + energie
gemiddelde RQ van koolhydraten, vetten en eiwitten= 0,83 bij rustig ademen
anaeroob:
voedingsstof–> melkzuur + energie
melkzuur+hco3–> CO2
RQ >1
aerobe verbranding levert 18x meer energie op dan anaerobe verbranding per mol voedingsstof
ventilatie bij inspanning
zowel teugvolume al ademfrequentie nemen toe
maar vooral teugvolume
want je wil zo efficient mogelijk ademen, met zo min mogelijk dode ruimte ventilatie
dyspneu index
zegt iets over de ventilatoire reserve
een gezond persoon is circulatoir beperkt en heeft een ventilatoire reserve van 30-40% (DI=0,6-0,7)
DI=V’Eact/V’Emax
V’Emax= 40 x FEV1
als DI>0,7 dan worden reserves aangesproken. Echter DI van ca/ 1 betekent, als de patient niet hyperventileert, dat deze ventilatoir beperkt is
nu in ventilatie beperkende factor van inspanning
formule ventilatie
ventilatie= V’E= V’a + V’dr (alveolaire ruimte volume en dode ruimte volume)