chirurgische therapie van hartfalen Flashcards

1
Q

vormen van hartfalen met chirurgische behandelingsmogelijkheden

A

myocard ischemie
- coronair sclerose

myocard aandoeningen
- cardiomyopathie

drukbelasting ventrikel
- aortaklepstenose

volumebelasting ventrikel

  • mitralisklep insufficiëntie
  • aortaklep insufficiëntie
  • tricuspidalis insufficiëntie
  • LV aneurysma

instroombelemmering ventrikel
- mitralisklepstenose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

hart-long machine: extracorporele circulatie

A
  • canule in rechter atrium: veneus bloed van hart naar hart-long machine
  • hart-longmachine: oxygenatie van bloed, koelen van bloed (32-34C soms tot 18 om metabolisme te vertragen–> O2 vraag daalt), centrifugaal pomp of roller pomp (neemt de pompfunctie van het hart over: zuigend & stuwend) en arterieel filter (embolieën filtreren)
  • canule in aorta: terugvoer arterieel bloed
  • cardioplegie: koele vloeistof (4graden C) met heel hoog K gehalte ter conservatie van het hart (werkingsduur van ongeveer 1 uur), hiermee lichaam koelen tot onder 25C tot 30min
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wanneer kan je patiënt aansluiten op hart-long machine

A

alleen als je het bloed helemaal verdund hebt met heparine. dus het bloeden tijdens een operatie stopt dan ook niet, dus je hebt slangetjes in de wond om het bloed te kunnen terugzuigen naar de H-L machine.

je kan ook zo nodig de patiënt afkoelen, is bijna nooit nodig maar als je arcus aortae opereert kan je afkoelen en heel veilig de totale bloedsomloop voor een half uur helemaal stil zetten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat gebeurt er bij cardioplegie

A

Als je het hart echt stop zet dan heb je de canule in aorta en klem je de aorta af–> bloed van machine gaat door hele patiënt behalve door het hart.
Tussen de klem en aortaklep steek je naald–> koude vloeistof doorheen (cardioplegie), met hoge [ ] K–> koelt het hart lokaal heel sterk af

Hart voelt heel slap aan–> kan je ook optillen om aan achterkant de kransslagaders te bereiken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

hoe kan je erachter komen of kransslagaders vernauwd zijn

A

door coronair angiogram (met contrast)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

indicaties CABG

A
  • significante stenose linker hoofdstam (a. coornaria sinistra)
  • significante (>70%) stenose proximale LAD en proximale circumflex arterie
  • drie-vats coronair lijden (hiervoor veel stents nodig die allemaal een kans hebben om dicht te gaan zitten. met 1 bypass kunnen allerlei vernauwingen worden overbrugd)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

welke verschillende grafts kan je gebruiken voor CABG

A

veneus:

  • v. saphena magna
  • v. saphena parva

arterieel

  • a. mammaria interna sinistra & dextra, sinistra altijd bij bypass naar LAD/ RDA (LIMA en RIMA)
  • a. gastroepiploïca
  • a. radialis

liever arteriën dan venen gebruikt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

LIMA-RIMA Y-graft: totaal arterieel

A
  • LIMA heeft langere levensduur dan VSM
  • Voor jongere patiënten RIMA, anastomoseren aan LIMA

technisch moeilijker
grotere kans op wondinfecties bij diabetes patiënten en adipeuze patiënten
kan niet als stenose a. subclavia links

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

waardoor krijg je aortaklepstenose

A
  • degeneratief (veroudering): hierdoor kleine scheurtjes en verkalken–> compleet vervangen
  • congenitaal (aangeboren) bicuspideklep
  • Reumatisch: bijna niet in westerse wereld
  • endocarditis: bacterie op klep tast deze aan
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

opties voor aortaklepvervanging

A
  • mechanische klep: gaat levenslang mee maar wel antistolling gebruiken, klep maakt geluid. meestal bij <65 gebruikt
  • biologische klep (runderepicard): geen antistolling nodig, wel beperkte levensduur (15-20 jaar), geen geluid, lage weerstand. wordt verankerd in annulus (gemiddeld 21mm diameter)
  • homograft: donorklep
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

hoe werkt percutane aortaklepvervanging/ implantatie (TAVI)

A

bij patiënten met hoog operatierisico via de liesvatem via katheter of via een incisie tussen de ribben (transapicaal) de klep vervangen. de klep “hecht” zich vast in de kalk. , door de kalk blijft de klep op zijn plek zitten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

waarvan is klepkeuze afhankelijk

A
leeftijd (jong= mechanisch)
gezondheidstoestand
operatierisico
levensstijl
tolerantie voor anticoagulantia
voorkeur van patiënt
prothese-gerelateerde factoren: hemodynamiek en duurzaamheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

afwijkingen mitralisklep

A
  • chorda gebroken of te lang

- papillairspier gebroken (door bijvoorbeeld infarct)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

hoe repareer je mitralisklep

A

annuloplastiek: mitralisklep ring wordt ingebracht waardoor de klepblaadjes weer dichter bij elkaar komen.
mitralisklepplastiek: mitralisklep wordt via het RA door het septum heen bereikt om de klepbladen van mitralisklep te corrigeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

aneurysmectomie/ aneurysmaplastiek

A

hierbij wordt een dood gedeelte weggesneden
omdat spierweefsel moeilijk te hechten is gebruiken ze vilt patches waarin de hechtingen worden gezet. door de plastiek wordt het zieke gedeelte van het hart buitengesloten zodat het hart weer beter gaat pompen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

complicaties hartchirurgie

A
  • nabloeding
  • ritme- en geleidingsstoornissen
  • myocardinfarct
  • CVA
  • wondinfectie (mediastinitis)
  • paravalvulaire lekkage: lekkage langs de klep
  • endocarditis
17
Q

wat is een heartmate (LVAD)

A

dit is een grote pomp in de buik van de patiënt. met canules wordt bloed vanuit het LV genomen en gepompt naar de aorta.

grote nadeel: werkt elektrisch dus is energievoorziening nodig–> moet toegang blijven van buiten naar binnen het lichaam, op deze plek kan infectie ontstaan