harttransplantatie Flashcards

1
Q

indicaties voor harttransplantatie

A
  • eindstadium hartfalen
  • optimale conventionele behandeling
  • goede compliance/ leefregels/ dieet
  • geen andere interventies mogelijk
  • aanzienlijke winst te verwachten in duur en kwaliteit van leven
  • behouden nierfunctie, goede longfunctie, geen andere belangrijke pathologie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

contraindicaties voor harttransplantatie

A
  • niet beïnvloedbare pulmonale hypertensie
  • infectie/ focus voor infectie
  • nierinsufficiëntie/ leverinsufficiëntie
  • ernstig vaatlijden buiten het hart
  • diabetes + orgaanschade
  • ziekten met beperkte prognose
  • problemen t.a.v. behandeling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat is eindstadium hartfalen

A
  • NYHA klasse III, afwisselend IV
  • vochtretentie, moeheid, dyspnoe, slechte eetlust, cachexie (extreme magerheid)
  • frequente ziekenhuisopnames
  • aan huis gebonden zijn

ondanks:

  • optimale behandeling: ACE-I, diuretica, ß-blokker, digoxine, spironolacton, CRT
  • dieet: natriumbeperking en vochtbeperking
  • correctie oorzakelijke, bijdragende factoren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

gradaties eindstadium hartfalen

A
  1. Thuis in NYHA III
  2. in ziekenhuis afhankelijk van intraveneuze inotropica (NYHA IV)
  3. in ziekenhuis afhankeljik van tijdelijke mechanische ondersteuning
  4. thuis met steunhart (LVAD)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

tijdelijke mechanische maatregelen bij ernstig hartfalen

A

indicatie: ernstig hartfalen–> cardiac output zo laag dat de functie van alle organen wordt bedreigd (cardiogene shock)

mogelijkheden:
a. intra-aortale ballonpomp (IABP)
b. ECMO
c. left ventricular assist device (LVAD)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

korte mechanische ondersteuning circulatie op korte en lange termijn

A

korte termijn:

  • als brug naar beslissing bij ernstig acuut hartfalen
  • als brug naar herstel bij ernstig acuut hartfalen
  • herstel van eind-orgaan schade, zodat patiënt transplantabel wordt

lange termijn:

  • LVAD/ BIVAD als “bridge to transplant”
  • als “destination therapy”
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat is ECMO

A

= extra corporele membraan oxygenatie

  • tijdelijke ondersteuning
  • enkele dagen tot paar weken
  • 2 types:
    1. veno artieriële ECMO: ondersteunt hart en longen
    2. veno-veneuze ECMO: ondersteuning longen, bijv. bij respiratoire insufficiëntie bij pneumonie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat is het voordeel van ECMO

A

ook de eigen longen kunnen ontzien worden, in tegenstelling tot alle steunharten waarbij de eigen longen wel nodig zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

hoe werkt een tandem hart

A

is een vorm van steunhart, hierbij wordt via een lieskatheter een canule door het atriumseptum heen gestoken. deze canule komt in het LA en zuigt daar bloed weg
een andere canule wordt arterieel ingebracht, hierlangs wordt het bloed weer naar het lichaam teruggevoerd zonder dat het het LV is gepasseerd.

er kan hiermee een cardiac output gegenereerd worden van ongeveer 5L/min

nadeel: kan maar een aantal maanden gebruikt worden door kans op infectie en bloedingsproblemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

hoe werkt een LVAD

A

bijna hetzelfde als tandem hart maar draagt pompfunctie mee

nadeel: kan maar een aantal jaren gebruikt worden door kans op infectie en bloedingsproblemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat zijn vaak de oorzaken van hartfalen

A

meestal cardiomyopathie en coronairlijden, kan ook kleplijden of congenitaal zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

primaire functies die een donorhart moeten hebben en wat te doen bij geleidingsproblemen of acute rejectie

A
  • gezond donorhart
  • goede preservatie
  • korte ischemie <4 uur
  • longvaatweerstand niet te hoog

bij geleidingsproblemen: tijdelijke pacemaker

bij acute rejectie: immunosuppressie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat gebeurt er bij irreversibele pulmonale hypertensie wat zorgt voor low outpit

A
  • arteria pulmonalis druk omhoog
  • RV druk omhoog–> dilatatie–> tricuspidalis insufficiëntie
  • rechter atrium druk omhoog–> dilatatie–> vena cava druk omhoog
  • falen RV
  • onvoldoende aanbod LA en LV
  • LA en LV druk daalt

–> low output syndroom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

vereisten bij acute afstoting, coronairlijden, gevolgen medicatie

A

acute afstoting: immunosuppressiva

coronairlijden: PCI, soms CABG

gevolgen medicatie: intensieve begeleiding en goede compliance

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

immunosuppressiva bij harttransplantatie

A

direct na transplantatie:

  • steroïden
  • anti-thymocytenglobuline
  • insluipen overige immunosuppressiva

bij ontslag:

  • prednison
  • tacrolimus (cyclosporine/ everolimus)
  • mycophenolaat mofetil
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

gevolgen immunosuppressiva

A

algemeen:

  • infectie
  • maligniteit

specifiek:

  • nierinsufficiëntie
  • hypertensie
  • diabetes mellitus
  • tremoren
  • spierkrampen
  • hirsutisme (haargroei)
  • osteoporose
  • gingiva overgroei
  • cerebrale afwijkingen
17
Q

wat doen bij verdenking rejectie

A

hartbiopt: tekenen van afstoting?
wordt genomen uit septum van RV dat via v. jugularis wordt bereikt. als hier leukocyten inzitten duidt dit op ontstekingsproces en afstoting.

bij afstoting kunnen myocyten een afwijkende vorm en ontstaat er oedeem tussen de spiercellen.

een hart dat afgestoten wordt is echogener, stijver en contraheert slechter

ook via echo kijken: als de hartspier verdikt is–> teken van inflammatie en afstoting. ook is pericardvocht te zien

afstoting gaat vaak gepaard met vocht

18
Q

denervatie na harttransplantatie

A

door denervatie is er geen directe verbinding van hart met sympaticus of vagus, hierdoor zijn typische pijnprikkels bij MI weg en heb je geen angina pectoris

HF stijgt langzaam omdat er geen directe invloed van sympathicus is en dus het adrenerge systeem via de bijnieren moet zorgen voor toename hartslag–> HF kan minder stijgen en zal ook langer duren om te dalen