extrinsieke beschadigingen van de long Flashcards
effect van wat je inademd op longen afhankelijk van:
anatomie longen/luchtwegen
grootte ingeademde deeltjes en daarmee samenhandende depositie
eigenschappen ingeademde deeltjes
reactie van lichaam op de ingeademde deeltjes
effect van deeltjes grootte
fijnstof= 1 micrometer nanadeeltjes= 0,1 micrometer
hoe fijner het deeltje, hoe dieper het in de luchtweg komt, hoe meer schade het aanricht
nano particels
< 100 nm veranderde chemische reactiviteit pro-inflammatoir kunnen membraan passeren --> dus systemisch effect effect afhankelijk van samenstelling
antracosis
zorgt voor zwarte lijntjes rondom lobuli van longen, hoort bleek te zijn
komt door fijnstof
pneumoconiosen (stoflongen)
longaandoening door inademen van hoge dosis anorganische stoffen
meestal beroepsziekten
chronisch zorgt voor:
fijn nodulaire afwijkingen bovenvelden longen
uitgebreide fibrose: progressive massive fibrosis
stof longen
krijgen mijnwerkers door kolengruis
silicose
krijgen steenhouders door kiezelstof (silica)
astbest
kan zorgen voor
astbestose= fibrose
of pleurale plaques langs randen van longen (meestal niet schadelijk)
mesothelioom: astbestkanker
berylliose
krijg je in elektrotechniek/tandarts/vliegtuigindustrie/mijnwerkers door beryllium
geen gewone pneumoconiose
type 4 overgevoeligheidsreactie
granulomen in de long
sarcoïdose
idiopatische interstitiele longziekte
zeldzaam want 5000-7000 nederlanders hebben het
is systemische ziekte die in allerlei organen voorkomt, maar vooral in longen
vergrote lymfeklieren in longen
oog en huidafwijkingen
pulmonale noduli/infiltratie
slechte calcium huishouden–> nierstenen
kenmerkend zijn de granulomen in aangedane organen
pathogenese bij nanopartikel inademen
er treed een overmatige granulomateuze reactie op
op een nano antigen
directe expositie–> long/oog/huid irritatie
systemische translocatie–> uiting in andere organen
gepresenteerd door DC cel
lock and key: bepaald antigen + bepaald antigeen presenterend molecuul= sarcoïdose
stoflongen
leidt tot diverse aandoeningen
behandeling vaak niet mogelijk/complex–> dus primaire preventie is de oplossing
eindresultaat= longfibrose
extrinsieke allergische alveolitis (EAA)
ziekte door herhaalde inhalatie van een allergeen
bv dierlijke eiwitten, bacterien, schimmels en chemicalien
ziekte is afhankelijk van antigeen exposure en gastheerfactoren
bij 50% van de gevallen is geen niet duielijk wat patient heeft ingeademd= cryptogene EAA
pathofysiologie EAA
partikels <5 micrometer
lymfocitaire ontsteking van kleine luchtwegen= cellulaire bronchitis
cellulaire interstitiele pneumonie (NSIP)
waarbij granulomen worden gevormd= ontstekingsmassa op 1 plek (zonder necrose)
lichaam probeert dit op te ruimen
uiteindelijk ontwikkeld er fibrose (vaak compatibel met een UIP
mechanisme EAA
3 processen;
granulomateuze ontsteking
alveolitis
longfibrose
normaal worden partikels opgeruimd door slijm, maar als er een overmatige reactie is dan alveolitis en granulomateuze ontsteking