diagnostiek in de nefrologie Flashcards
glomerulaire nierziekten presentatie
Glomerulaire nierziekten kunnen zich presenteren als hematurie (microscopisch/ macroscopisch) of acute glomerulo-nefritis, longproblemen (renopulmonale syndromen), tubulaire aandoeningen of hypertensie.
hypertensie
is in de regel een nierziekte en wordt veelal gedreven door extracellulair volume
klachten nierinsufficiëntie
misselijkheid, jeuk, allemaal aspecifieke klachten
analyse van urine (macroscopisch, microscopisch, dipstick)
macroscopische beoordeling: kleur, volume, reuk
microscopische beoordeling: cellen, cylinders, kristallen
De geur en kleur van urine kunnen heel veel informatie geven en je op een spoor zetten. Maar veel betere manier tegenwoordig: dipstick/ chemische analyse
Dipstick: strookje met filters–> doe je in urine–> eruit–> verkleurt–> afgelezen door platenlezer wat die kleur betekent
waar kijk je naar bij analyse van de urine
Eerste waar je naar kijkt: creatinine: komt uit de spieren, afvalproduct van synthese van creatine (belangrijk voor de contractie van spieren).
Creatinine zelf doet geen kwaad: het voordeel van creatinine is dat het vrijwel alleen gefiltreerd wordt en een klein beetje tubulaire secretie: gaan er vanuit dat er alleen maar filtratie is bij een goede. Bij een slechte nierfunctie wel rekening mee houden.
We meten dus steeds creatinine bij patiënt: steady state super belangrijk: als plasma creatinine stabiel is kan je pas op basis daarvan iets zeggen over de nierfunctie
waar is creatinine concentratie van afhankelijk
Concentratie afhankelijk van leeftijd, geslacht en spiermassa: man 65-115umol/L, vrouw: 55-90umol/L
Normaalwaarden: gemiddelde + of – 2,5SD: dus 114 umol/L bij mannen alsnog hoog
Meer spieren–> hogere creatinine
verlaagd creatinine
lage spiermassa, malnutritie, interferentie door ernstige bilirubine
Mensen met ernstige leverfunctiestoornis is het lastig om de nierfunctie gemeten te krijgen: bilirubine veroorzaakt geelzucht bij leverfalen
verhoogd creatinine
verslechterde nierfunctie, grote spiermassa, verhoogde spierafbraak, anabole steroïden gebruikers, gebruik creatinesupplementen, zeer hoge eiwitdieet, zeer hoge vleesinname
creatine vs. creatinine
Creatine en creatinine lijken heel erg op elkaar: klinisch chemicus kan kijken of het echt alleen creatinine is of dat er een beetje creatine doorheen zit
medicatie
Medicatie hebben invloed op tubulaire secretie: creatinine wordt door tubulaire secretie in de urine gebracht: want filtratie het belangrijkste deel, maar er is een klein beetje tubulaire secretie
gevolgen slechte nierfunctie
Als de nierfunctie heel slecht is, is de tubulaire secretie misschien wel 10% van de creatinineklaring
Als je zo’n patient een middel geeft die interacteert met dezelfde transporteiwitten als creatinine, door competitieve inhibitie en dus de tubulaire secretie van creatinine remt–> plasma creatinine stijgt–> GFR daalt als het ware, maar deze past dan beter bij echte GFR
medicatie bij slechte nierfunctie
Medicatie: probenecide, cimetidine, triamtereen, amiloride, trimethoprim
Cimetidine is heel efficiënt in remmen tubulaire secretie, vroeger creatineklaring onder cimetidine omdat die dichter bij GFR zit dan gewone creatinine
interpretatie proteïnurie met dipstick
foutpositief:
pH>7.0, ernstige hematurie, hoog soortelijk gewicht (>1,0303kg/L), oxiderende stoffen (chloorhexidine, H2O2), fenazopyridine therapie
foutnegatief: sterk verdunde urine, hoge concentratie laagmoleculair eiwit
Je kan van alles meten, maar je kan ook fout positieve of fout negatieve uitslagen krijgen: na heel veel drinken is de concentratie veranderd door sterke verdunning
Normaal gewoon machine uit het lab gebruikt
Bij nefrotisch syndroom (aanvallen proteïnurie), geven ze busje met albustix mee
proteïnurie als indicatie voor “lekkage”
door glomerulaire filtratie barrière: glomerulaire proteïnurie
overflow: hematologische kwaadaardige ziekten produceren immunoglobulines, komen in urine
tubulair: bij 1g proteïnurie
tubulaire proteïnurie
filtratie laagmoleculaire eiwitten (MW<40.000Da) door glomerulus: a1-microglobuline, ß2-microglobuline, lysozym, immunoglobulines lichte ketens, aminozuren
maar geen tubulaire reabsorptie
lage sensitiviteit voor laagmoleculaire eiwitten met dipstick waardoor fout negatieve uitslag