diagnostiek en behandeling van asterosclerotische complicaties Flashcards
atherosclerosis
begint met endotheeldisfunctie door cholesterol/roken
vet hoop zich op in intima –> groeit uit tot plaque (stabiel/instabiel)
als instabiel kan ruptureren–> trombus vorming
dat kan leiden tot angina pectoris
Angina pectoris
disbalans tussen O2 aanvoer en O2 behoefte
behandeling stabiele AP
van eerst naar laatst: lifestyle management medicamenteus revascularisatie cardiale revalidatie
behandeling acuut coronair syndroom
van eerst naar laatst: revascularisatie medicamenteus lifestyle management cardiale revalidatie
bij stabiele AP medicamenteus vs revascularisatie
geen verschil in resultaat, daarom beginnen met medicamenteus (minder invasief)
wanneer wel PCI gebruiken bij patienten met stabiele AP
als patienten klachten blijven houden ondanks optimale medicamenteuze behandeling
of als ze groot vlak van ischemie hebben in hart
LAO opname
voor proximale en mid RCA
RAO opname
voor mid RCA, RDP collateralen naar LAD
Craniale opname (rechts)
voor rechter coronair arterie: Crux, RDP en RPL
Spider opname (LAO 50 en caudaal 25)
voor hoofdstam linker coronair arterie, bifurcatie LAD en RCx
Craniale opname (links)
voor hoofdstam, LAD en diagonalen
voor hoofdstam is spider opname belangrijker
caudale opname (links)
voor hoofdstam, bifurcatie, proximale LAD en Rcx
beoordeling ernst stenose
Visueel= angiografie
Fysiologie:
FractionalFlowReserve (FFR)
Instantaneous wave free ratio (iFR)
Anatomie:
IntraVascular UltraSound (IVUS)
Optical Coherence Tomography (OCT)
coronary flow reserve
hart kan vernauwing tot 70% goed compenseren door de coronaire flow reserve (dilateren)
boven 70% schiet dit te kort en heb je klachten bij inspanning
boven 90% ook klachten in rust
FFR
meet druk in het bloedvat voor en na vernauwing
FFR= Qstenose/Qnormaal
als <0,8 dan zuurstoftekort voor hart