diagnostiek hartfalen Flashcards
Welke vragen wil je beantwoorden bij de diagnostiek van hartfalen?
- Is er wel sprake van hartfalen?
- Wat is de aard van de dysfunctie (systolische/ diastolisch)?
- Wat is de oorzaak van het hartfalen?
- Wat is de ernst van het hartfalen?
- Zijn er bijdragende of uitlokkende factoren?
Wat is belangrijk bij de diagnose?
Voor het bepalen van de behandeling van de patiënt is de diagnose hartfalen onvoldoende. Je moet kunnen zeggen wat de oorzaak van het hartfalen is.
Wat zegt de voorgeschiedenis over hartfalen?
- Hartfalen is zeldzaam in patiënten met blanco voorgeschiedenis!
- Mogelijke hartspierschade in patiënten met voorgeschiedenis van een myocardinfarct, hypertensie, een bekende hartklepafwijking en een ritmestoornis.
Wat zijn risicofactoren voor hartfalen?
angina pectoris, CVA, claudicatio intermittens, diabetes mellitus, schildklierdisfunctie, toxische medicatie, alcohol, familiaire hartspierziekte, ritmestoornissen en plotse dood.
Wat zijn vrij typische (acuut) klachten bij hartfalen?
Dyspnoe Orthopnoe Enkeloedeem Verminderde inspanningstolerantie Vermoeidheid
Wat zijn minder typische klachten (subacuut) bij hartfalen?
Nachtelijk hoesten Wheezing Gewichtstoename (< 2 kg/ week) Gewichtsafname Opgeblazen gevoel Verwardheid (vooral ouderen) Verlies van eetlust Depressie Palpitaties Syncope
Wat zijn specifieke bevindingen bij lichamelijk onderzoek van hartfalen?
Gestegen centraal veneuze druk Positieve hepatojugulaire reflux Derde harttoon (gallopritme) Apex naar lateraal verplaatst Hartgeruis
Wat zijn minder specifieke bevindingen bij lichamelijk onderzoek van hartfalen?
Perifeer pitting oedeem Long crepitaties Pleuravocht Sinustachycardie Onregelmatige pols Hepatomegalie Ascites Cachexie Tachypnoe (> 16/min)
Wat voor aanvullend onderzoek kan je doen bij hartfalen?
ECG
Echocardiogram
Laboratoriumonderzoek
X-thorax
Wat kan je op een ECG zien als het gaat om hartfalen?
Ritme(stoornis)
elektrische(stoornis)
linker ventrikelhypertrofie
Q-golven (oud infarct)
ST-verandering (ischemie)
Een ECG is bij hartfalen vrijwel nooit normaal. Als het ECG normaal is, is hartfalen dus onwaarschijnlijk (<2% kans).
Bij boezemfibrilleren is het QRS-complex onregelmatig en zie je geen P-toppen.
Wat kan je op een Echocardiogram zien als het gaat om hartfalen?
Volumes, systolische en diastolische functie (onderscheid: systolisch geeft een verminderde ejectiefractie, diastolisch geeft een normale ejectiefractie), wanddikte en kleppen.
Wat kan je bij een laboratoriumonderziek vinden als het gaat om hartfalen?
bloedbeeld (hemoglobine, leukocyten)
elektrolyten (laag natrium is een teken van hartfalen, hoog/laag kalium veroorzaakt ritmestoornissen)
nierfunctie
leverfunctie (leverfalen past bij hartfalen)
glucose
TSH (en vitamine B1)
natriuretische peptiden
Wat zeggen natriuretische peptiden over hartfalen?
In patiënten met acute klachten sluit een normaal natriuretisch peptide significant hartfalen uit. De waarden van natriuretisch peptiden zijn ook belangrijk bij follow-up van bekende hartfalen patiënten. Hiermee kun je de reactie op therapie nagaan.
Wat kan je op een X-thorax zien als het gaat om hartfalen?
Hiermee kun je ook extracardiaal dingen opsporen.
Je kan controleren op de grootte van het hart en kalkschillen (kleppen, pericard).
Je kan de longvaten controleren, eventueel stuwing en longoedeem.
Infiltraat of massa in de longen, pleuravocht.
Met de C/T-ratio kun je de grootte van het hart onderzoeken. Deze mag 0,5 zijn.
Hoe kun je de aard vaak dysfunctie onderzoeken?
met echocardiografie.
EF = EDV – ESV / EDV x 100%