farmacotherapie van hartfalen Flashcards
hartfalen
hmv is onvoldoende om te voorzien in de metabole behoefte van de weefsels
oorzaak primair (hart zelf) of secundair (hoge bp)
in acute situatie functioneert het hart niet goed en moet er acuut iets aan gedaan worden
chronisch heb je last van kortademigheid, veneuze stuwing en oedeem
sympatische activatie en het hart
Alfa receptoren zitten in bloedvaten–> vasoconstrictie
beta receptoren in het hart zorgen voor een positief inotroop en chronotroop effect
als b-receptoren langere tijd worden gestimuleerd leidt dat tot hypertrofie, ischemie en ritmestoornissen
door langere tijd stimulatie is er ook downregulatie van de b1 en in mindere mate ook b2 receptoren
neurohumorale activatie bij hartfalen
sympaticus (noradrenaline)
RAAS systeem
Vasopressine (ADH)
op korte termijn gunstig, maar op lange termijn niet
leidt dan tot remoddeling
farmacotherapie acuut hartfalen
stoffen erop gericht om hart weer op gang te krijgen
intraveneuze nitraten/lisdiuretica
Dopamine: stimuleert dosisafhankelijk D1/D2> b1/b2 >a1
D-receptor binding–> vasodila en natriurese
je moet zo doseren dat het a1 receptor niet stimuleert
dobutamine: stimuleert dosisafhankelijk b1> b2/a1
fosfodiësterase remmer; milrinon–> werkt alleen acuut
fosfodiësterase breekt normaal cAMP af, door remmen blijven spiegels hoger–> positief inotroop en chronotroop effect
calcium sensitizer: levosimendan: hart gevoeliger voor Ca–> positief chronotroop en inotroop effect
farmacotherapie chronisch hartfalen
diuretica (furosemide, bumetanide, hydrochloorthiazide, chloortalidon): symptoombestrijding–> Na en vocht kwijtraken
nadeel: hypokalemie, daarom liefst thiazide geven. Ook RAAS geactiveerd door diuretica
ACE-remmers(captopril, enalapril, losartan, aliskiren):
verlagen mortaliteit en remmen cardiale remoddeling.
oppassen in combi met diuretica, want die blokkeren RAAS, daardoor heel gevoelig voor ACE-remmer–> kan voor grote bp zorgen.
bijwerking: hoesten
B-receptor antagonisten (metoprolol, carvedilol, bisoprolol): verlagen mortaliteit en verbeteren ejectiefractie (vooral diastole) zo meer tijd voor perfusie hartspier.
Ook anti-artimisch en negatief chronotroop
Na/K ATPase remmers: digoxine
Na blijft in de cel, hierdoor Na/Ca exchanger uit–> Ca blijft in cel–> Positief inotroop effect.
stimuleert vagus
remt sympathicus
nadeel: dosis luistert heel nauw–> anders overlijden aan ritmestoornis, misselijkheid, braken en geel zien
ook effect op K-spiegel met andere medicijnen
Spironolacton en eplerenon
Zijn aldosteron receptor antagonisten (MR-receptor)
spironolacton: niet gebruikt–> door borstvorming bij mannen
eplerenon is selectiever en werkt beter
wel risico op hyperkalemie hierdoor, vooral bij oudere patienten die vaak al verlaagd aldosteron hebben
en co-medicatie (raas-blokkers en b-blokkers die ook aldosteron remmen
nieuwe ontwikkelingen
K-binders geven bij aldosteron receptor antagonisten en raas blokkers
zo kunnen hogere doseringen worden gebruikt