medicamenteuze behandeling coronaire syndromen Flashcards
trombocytaggregatie
bij beschadiging van endotheel:
von Willebrand Factor wordt afgegeven
bindt aan GP receptor op bloedplaatje
daardoor stort bloedplaatje inhoud eruit–> adenosinedifosfaat (ADP), tromboxaan (TxA2) en serotinine (5-HT)–> zorgen voor lokale vasocontrictie en trekken andere bloedplaatjes aan
glycoproteinreceptor op bloedplaatje kan fibrinogeen binden–> bloedstolling
terugkoppelingsmechanisme om dit proces te remmen:
endotheelcellen geven prostaglandine I2 af (PGI2)–> verhoging cAMP
trombocytenaggregatieremmers
- aspirine (COX remmer): tromboxaan A2↓
- dipyridamol (fosfodiësteraseremmer): cAMP↓,remt adhesie bloedplaatjes aan oppervlak
- clopidogrel (prodrug): blokkeert adenosinedifosfaat (ADP) receptor
- ABCIXIMAB/Eptifibatide, tirofiban: blokkeren glycoproteïne 2b/3a receptor
- epoprostenol: natuurlijk prostacycline
cyclooxygenase in bloedplaatjes
cyclo-oxygenase (COX)–> tromboxaan–> plaatjes aggregatie
werking NSAIDs
ze remmen omzetting van COX –> tromboxaan
daardoor uiteindelijk geen plaatjes aggregatie en dus geen stolling
arachidonzuur metabolisme
uit arachidonzuur kan COX1 en COX2 worden gemaakt
COX1: constitutief
zit in maag, darmen, nieren en bloedplaatjes
COX2: induceerbaar, komt tot expressie bij pijn en inflammatie
Aspirine
remt COX1 heel goed, in veel mindere mate COX2
wordt gebruikt als pijnstiller en om het risico op infarcten te voorkomen(bloedverdunner)
als bloedverdunner:
lage dosering geven, om klachten maag, darm en nieren te voorkomen
als pijnstiller: remt minder goed COX2, dus hoge dosering nodig
aspirine resistentie?
echte resistentie door bepaald gen/diabetes is nooit aangetoond
wel kan er competitie ontstaan als asprine samen met andere NSAIDS wordt gebruikt. Asprine is lage dosering en korte T1/2–> werkt daardoor minder goed in combi
aspirine man/vrouw verschillen
mannen: hogere kans op infarct–> daarom bij mannen onderzoek gedaan naar welke dosis gebruikt moet worden
in praktijk wordt aangenomen dat dit dan ook bij vrouwen werkt
vrouwen: hebben vaker beroerte–> hierbij studies naar dosis gedaan
ook weer aangenomen dat het bij vrouwen ook zo werkt
dus bij studies vaak power probleem: grotere hoeveelheid mensen nodig om iets aan te tonen
Clopidogrel
is prodrug–> wordt in lever omgezet naar actieve vorm
door enzym CYP2C19
hiervan heb je goede en slechte varianten
het is niet helemaal bewezen, maar theorie is dat clopidogrel slecht werkt bij mensen die de slechte variant van dit enzym hebben
daarom stoffen ontwikkeld die onafhankelijk worden geactiveerd= prasugrel
of stoffen die meteen actief zijn=ticagrelor, cangrelor
coumarines
vitamine K antagonist
in lever kunnen factor 2,7,9 en 10 niet meer worden omgezet
duurt paar dagen voordat dit werkt
heparine
remt factor 6a, 9a, 10a en 2a
werking is meteen
anticoagulantia
-coumarinederivaten (fenprocoumon, acenocoumarol) = Vitamine K antagonisten –> remmen factoor 2, 7, 9 en 10
werkt na aantal dagen, oraal innemen
-trombine remmers (hirudine, dabigatran) is prodrug, oraal innemen
-heparine: bindt irreversibel aan antitrombine 3–> complex remt trombine en factor 10a
intraveneus of subcutaan inbrengen, werkt direct
VKA dosering
dosering moet heel scherp gebeuren
bij teveel–> risico op bloedingen
te weinig–> risico CVA
stollingsdienst controleert of het goed is ingesteld
coumarines competitie
als coumarines vrij in het bloed zijn, dan zijn ze actief. Maar ze binden ook aan albumine, dan zijn ze niet actief
er is altijd een bepaald evenwicht tussen die 2
als patient ook nog andere medicatie heeft, bindt dit ook aan albumine–> competitie–> meer vrije coumarines
daaorm altijd goed spiegels checken en medicijnen goed instellen
en goed kijken naar co-medicatie
heparine
verkregen uit dierlijk weefsel–> kunnen onzuiverheden inzitten–> kans allergische rea’s
voor binden AT3: pentasacharide-structuur nodig
voor trombine ketenlengte min. 18 monosacchariden
LMWH: lager MW, minder onzuiverheden, maar kan niet meer trombine remmen
in praktijk maakt het niet uit of je normale of LM gebruikt