Koorts en het jonge kind Flashcards

1
Q

Volgorde beoordeling

A

eerste triage, aanvullen met vital signs, alarmsymptomen, safety netting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

infecties kinderen

A
  • Prioriteren obv klachten/symptomen
  • Verminderen morbiditeit en mortaliteit door vertraging
  • Omgaan met crowding
    MTS is aangepast voor kinderen >3 maanden. Er zijn 5 categorieën en is voor kinderen anders.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

vital signs kinderen

A

Worden beïnvloed door huilen, pijn, hogere lichaamstemperatuur zorgt voor een hogere hartslag (10 per graad omhoog, ademhaling 5 per graad bij jong kind en bij oudere kinderen en volwassenen 1-2). Is afhankelijk van de leeftijd
* Hartfrequentie: hoger bij kinderen. Afhankelijk van de leeftijd.
* Bloeddruk: heel lastig, omdat ze het bandje niet leuk vinden en gaan huilen  BD te hoog. Je moet ook het juiste bandje kiezen, dat is niet makkelijk. De bloeddruk daalt ook pas als het kind bijna terminaal is.
* Saturatie
* Ademfrequentie: is bij kinderen sneller.
* Temperatuur
In 1e assesment: hartfrequentie, ademhaling, saturatie, temperatuur en kleur goed. Bloeddruk later pas, meten alleen als we het belangrijk vinden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

alarmsymptomen kind NHG

A
  • Handvatten voor inschatten risico gecompliceerd beloop/ernstige infectie
  • Kinderen met koorts binnen enkele uren gezien
  • Kind zien als koorts >3 dagen vervalt
  • Bij alle kinderen koorts zonder focus urine onderzoek
  • Meer aandacht voor followup en adviezen ouders voor herkennen alarmsymptomen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

red flags kind met koorts

A
  • Cyanose
  • Snelle ademhaling
  • Slechte perifere circulatie
  • Petechiën
    Één enkel symptoom niet bruikbaar bij uitsluiten van ziekte, wel hebben sommige symptomen samen waarde. In eerstelijns studie ook: ongerustheid ouders en niet-pluis gevoel arts.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat doen als aanvullend onderzoek?

A
  • Bloedonderzoek, echo, urineonderzoek, kweken, thoraxfoto
    o Lab: CRP en PCT. CRP is vaak laat, PCT zie je vaak eerder verhoogd. CRP is goed te gebruiken in het vervolg, maar niet in acute fase.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is safety netting?

A

Omvat 3 vragen
* Als ik het juist heb, wat verwacht ik dat er gebeurt?
* Hoe weet ik dat ik het onjuist heb?
* Wat moet ik dan doen?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is een indicatie voor safety netting?

A
  • Diagnose is onzeker, ernstige infectie in differentiaal diagnose
  • Aandoening heeft risico op complicaties
  • Patient heeft vanwege comorbiditeit een verhoogd risico op complicaties
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke adviezen geef je mee aan ouders (safety netting)

A
  • Uitleg over onzekerheid diagnose
  • Alarmsymptomen
  • Te verwachten tijdsbeloop
  • Hoe en wanneer hulp te zoeken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Focale afwijkingen

A

Je denkt aan iets in de hersenen, je maakt een CT-scan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Geen focale afwijkingen maar wel meningeale prikkeling

A

Je denkt aan meningitis, je doet een liquorpunctie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Geen focale afwijkingen en geen meningeale prikkeling

A

Intoxicatie of intern

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

DD ernstige infecties bij kinderen met koorts

A

Bacteriële infecties:
Bacteriële pneumonie (longontsteking)
Bacteriële meningitis (hersenvliesontsteking)
Bacteriële sepsis (bloedvergiftiging)
Urineweginfecties (bijv. pyelonefritis)
Cellulitis (huidinfectie)
Bot- en gewrichtsinfecties (bijv. osteomyelitis)

Virale infecties:
Virale pneumonie
Virale gastro-enteritis
Virale meningitis
Virale luchtweginfecties (bijv. griep, verkoudheid)
Virale huiduitslag (bijv. waterpokken, mazelen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly