Immune aging Flashcards

1
Q

B-lymfocyten aantal verloop

A

Aantallen B-lymfocyten zijn leeftijdsafhankelijk. Mediaan neemt in eerste maanden van het leven toe en neemt erna weer af en normaliseert het.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

IgG verloop

A

IgG van de moeder is aan het eind van het zwangerschapstraject sterk aan het stijgen, na geboorte daalt het langzaam.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Volgorde opbouw IgG, IgM en IgA

A

IgM eerst, dan IgG en dan IgA

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is een transiente hypogammaglobulinemie?

A

Dalspiegel serum, dan is er natuurlijk weinig IgG. Ongeveer tussen de 3-6 maanden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wanneer bereikt IgG en IgA het niveau van een volwassenen?

A
  • Serum IgG concentratie bereikt niveau van volwassenen op leeftijd 4-8 jaar, serum IgA pas in de puberteit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat gebeurt er bij prenatale infecties met rubella of CMV?

A

relatief hoge concentraties IgM antistoffen in navelstrengbloed

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Aantal T-lymfocyten verloop

A

Aantal T-lymfocyten zijn ook leeftijdsafhankelijk. Toename bij geboorte, na 2 jaar ongeveer daalt het aantal en normaliseert het.
* CD4/CD8 ratio  vrij stabiel tussen jonge kinderen en volwassenen
In de loop der jaren nemen het aantal naive T-cellen af en nemen geheugencellen toe door blootstelling aan antigenen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waarom varieert effect chronische HIV infectie tussen jong en oud

A

Immuniteit bij jonge mensen tegen intracellulaire pathogenen is minder, de extracellulaire afweer juist beter. Er is sprake van tolerogene milieu, waarbij met name Treg cellen de immuunrespons dempen, waardoor de reactie tegen HIV niet goed functioneert. De CD8 en CD4 cellen zijn nog niet goed ontwikkeld, hebben geen goed bereik en geven verminderde respons.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat gebeurt er met immuunsysteem bij ouderdom

A

Immuunsysteem kan beter of minder goed functioneren ten opzichte van de kalenderleeftijd. Als het beter verloopt = centenerians. Het gaat tussen een balans tussen pro-inflammatoire cytokines (IL-1, TNF) en anti-inflammatoire cytokines (TGFbeta en IL-10).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is immune aging

A

aanpassing/remodelling van het immuunsysteem door blootstelling aan interne/externe agentia, gedurende tientallen jaren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is immune senescence

A

geleidelijke aftakeling immuunsysteem, met schadelijke gevolgen voor afweer
o Continue antigene druk
o Pro-inflammatoire cytokinen nemen toe
o Low-grade chronische ontsteking  schade (atherosclerose, Alzheimer, T2 diabetes)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat gebeurt er met innate cellen (ouderdom)

A
  • Activiteit neutrofielen en NK cellen omlaag
  • TLR dysregulatie op monocyten, macrofagen
    o Vaccinatierespons omlaag
    o Hyperrespons op virussen
  • Integratie tussen innate en adaptieve respons verminderd
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat gebeurt er met B-cellen ouderdom

A
  • Pro B voorloper cellen omlaag
  • Pre B II small voorlooper cellen omlaag (pre BCR, IL-7R)
  • Naieve B-cellen omlaag
  • Folliculaire B-cellen omlaag, maar MZ B-cellen gelijk!  verschuiving BCR repertoire (incl. meer auto-antistoffen).
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat gebeurt er met T-cellen ouderdom

A

De thymus verkleint met de leeftijd en vervet ook meer, de effectieve weefsels nemen heel erg af.
* Afname van naieve cellen, homeostase en differentiatie naar memory cellen.
* Kortere telomeren en minder TRECs (hogere delta Ct)
* Er is een toename van effectorcellen.
Cellen die door differentieren krijgen verlies van functie (uitputting) en verminderde proliferatie (replicatieve senescence). Ze krijgen minder signalen binnen, produceren ook minder IL-2. Het repertoir wordt nauwer door klonale uitgroei.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waardoor wordt succes van vaccinaties bemoeilijkt bij ouderen?

A
  • Vertraagde immuunrespons (Th functie)
  • Verlaagde serum Ab titers
  • Snelle afname Ab titers (m.n. ‘’inactivated’’ vaccins)
  • Slechtere serumconversie
    Mogelijke strategieën: adjuvantia, DNA-gebaseerde vaccins, TLR agonisten.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

risicoprofiel immune senescence

A

innate: activiteit neutrofielen en NK omlaag, TLR dysregulatie mono’s en macrofagen

adaptief: CD4/CD8 ratio <1, proinflammatoire cytokinen omhoog, CMV seropositiviteit

17
Q
A